Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC 620 Gebruikershandboek pagina 392

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC 620:

Advertenties

Definitie van een gestandaardiseerde vector
Een gestandaardiseerde vector is een wiskundige grootheid met
getalwaarde 1 en een willekeurige richting. Bij LN-regels heeft de TNC
maximaal twee gestandaardiseerde vectoren nodig, één om de
richting van de vlaknormaalvector en nog een (optionele) om de
richting van de gereedschapsoriëntatie te bepalen. De richting van de
vlaknormaalvector wordt door de componenten NX, NY en NZ
vastgelegd. Dat is bij een stift- en radiusfrees loodrecht van het
werkstukoppervlak weg naar het referentiepunt van het gereedschap
P
, bij een hoekradiusfrees door P
T
richting van de gereedschapsoriëntatie wordt met de componenten
TX, TY en TZ vastgelegd
De coördinaten voor de positie X, Y, Z en voor de
vlaknormaalvectoren NX, NY, NZ, resp. TX, TY, TZ,
moeten in dezelfde volgorde in de NC-regel staan.
In de LN-regel moeten altijd alle coördinaten en alle
vlaknormaalvectoren worden aangegeven, ook als de
waarden ten opzichte van de vorige regel niet zijn
veranderd.
Normaalvectoren zo nauwkeurig mogelijk berekenen en
met zoveel mogelijk decimalen uitgeven, om nadelige
gevolgen voor de aanzet tijdens de bewerking te
voorkomen.
3D-correctie met vlaknormaalvectoren kan alleen voor
coördinaatgegevens in de hoofdassen X, Y, Z gebruikt
worden.
Wanneer een gereedschap met overmaat (positieve
deltawaarde) ingewisseld wordt, komt de TNC met een
foutmelding. De foutmelding kan met de M-functie M107
worden onderdrukt (zie "Definitie van een
gestandaardiseerde vector", bladzijde 392).
De TNC waarschuwt niet met een foutmelding als
gereedschapsovermaten tot beschadiging van de contour
leiden.
Via machineparameter toolRefPoint wordt vastgelegd, of
het CAM-systeem de gereedschapslengte heeft
gecorrigeerd via het midden van de kogel P
van kogel P
(zie afbeelding).
SP
392
' resp. P
(zie afbeelding). De
T
T
of de zuidpool
T
Programmeren: meerassige bewerking

Advertenties

loading