Getalwaarde van een machineparameter lezen
Waarde van een machineparameter als numerieke waarde in een
Q-parameter opslaan:
U
Q-parameterfuncties selecteren
U
Functie FORMULE selecteren
U
Menu voor functies voor de definitie van diverse
klaartekstfuncties selecteren
U
Nummer van de Q-parameter invoeren waarin de TNC
de machineparameter moet opslaan en dit met de
ENT-toets bevestigen
U
Functie CFGREAD selecteren
U
Nummers van de stringparameters voor key, entiteit
en attribuut invoeren en met de ENT-toets bevestigen
U
Evt. nummer voor index invoeren of dialoog met
NO ENT overslaan
U
Expressie tussen haakjes met de ENT-toets sluiten en
de invoer met de END-toets beëindigen
Voorbeeld: overlappingsfactor als Q-parameter lezen
Parameterinstelling in de config-editor
ChannelSettings
CH_NC
CfgGeoCycle
pocketOverlap
14 DECLARE STRING QS11 = "CH_NC"
15 DECLARE STRING QS12 = "CfgGeoCycle"
16 DECLARE STRING QS13 = "pocketOverlap"
17 Q50 = CFGREAD( KEY_QS11 TAG_QS12 ATR_QS13 )
302
Stringparameters voor key toewijzen
Stringparameters voor entiteit toewijzen
Stringparameters voor parameternaam toewijzen
Machineparameters uitlezen
Programmeren: Q-parameters