Bewerkingsvlak via een afzonderlijke,
incrementele ruimtehoek definiëren:
PLANE RELATIVE
Toepassing
De incrementele ruimtehoek moet worden gebruikt, indien een reeds
actief, gezwenkt bewerkingsvlak door een extra rotatie moet worden
gezwenkt. Voorbeeld: afkanting van 45° ter plaatse aan een gezwenkt
vlak aanbrengen.
Let vóór het programmeren op het volgende
De gedefinieerde hoek is altijd gerelateerd aan het actieve
bewerkingsvlak, ongeacht met welke functie dit vlak is
geactiveerd.
Er kunnen willekeurig veel PLANE RELATIVE-functies na
elkaar worden geprogrammeerd.
Wilt u weer terugkeren naar het bewerkingsvlak dat vóór
de PLANE RELATIVE-functie actief was, dan definieert u
PLANE RELATIVE met dezelfde hoek, echter met het
tegengestelde voorteken.
Indien PLANE RELATIVE op een niet-gezwenkt
bewerkingsvlak wordt toegepast, roteer dan het niet-
gezwenkte vlak simpelweg met de in de PLANE-functie
gedefinieerde ruimtehoek.
Parameterbeschrijving voor het positioneergedrag: Zie
"Positioneergedrag van de PLANE-functie vastleggen",
bladzijde 372.
Invoerparameters
U
Incrementele hoek?: ruimtehoek waarmee het
actieve bewerkingsvlak nog verder moet worden
gezwenkt (zie afbeelding rechtsboven). Met de
softkey de as selecteren waaromheen moet worden
gezwenkt. Invoerbereik: -359.9999° tot +359.9999°
U
Ga verder met de positioneereigenschappen (zie
"Positioneergedrag van de PLANE-functie vastleggen"
op bladzijde 372)
Gebruikte afkortingen
Afkorting
Betekenis
RELATIVE
Engels: relative = gerelateerd aan
HEIDENHAIN TNC 620
Voorbeeld: NC-regel
5 PLANE RELATIVE SPB-45 .....
369