Programmaregels met de baanfunctietoetsen maken
Met de grijze baanfunctietoetsen wordt de klaartekstdialoog geopend.
De TNC vraagt na elkaar om alle informatie en voegt de
programmaregel aan het bewerkingsprogramma toe.
Voorbeeld – Programmeren van een rechte.
Programmeerdialoog openen: bijv. rechte
COÖRDINATEN?
Coördinaten van het eindpunt van de rechte
invoeren, bijv. -20 in X
COÖRDINATEN?
Coördinaten van het eindpunt van de rechte invoeren,
bijv. 30 in Y, met ENT-toets bevestigen
RADIUSCORR.: RL/RR/GEEN CORR.?
Radiuscorrectie selecteren: bijv. softkey R0
indrukken, het gereedschap verplaatst zich
ongecorrigeerd
AANZET F=? / F MAX = ENT
Aanzet invoeren en met de ENT-toets bevestigen:
100
bijv. 100 mm/min. Bij INCH-programmering: invoer
van 100 komt overeen met een aanzet van 10
inch/min
In ijlgang verplaatsen: softkey FMAX indrukken, of
Met de aanzet verplaatsen die in de TOOL CALL-regel
gedefinieerd is: softkey FAUTO indrukken
ADDITIONELE M-FUNCTIE?
Additionele functie, bijv. M3, invoeren en de dialoog
3
met de ENT-toets afsluiten
Regel in het bewerkingsprogramma
L X-20 Y+30 R0 FMAX M3
176
Programmeren: contouren programmeren