U
Contour verlaten
U
Functie voor verlaten DEP CT selecteren
U
Middelpuntshoek? Hoek voor verlaten invoeren, bijv.
90°, met ENT-toets bevestigen
U
Cirkelradius? Radius voor verlaten invoeren,
bijv. 8 mm/min, met ENT-toets bevestigen
U
Aanzet F=? Positioneeraanzet invoeren,
bijv. 3000 mm/min, met ENT-toets opslaan
U
Additionele M-functie? Koelmiddel uitschakelen,
bijv. M9, met toets END bevestigen: de TNC slaat de
ingevoerde verplaatsingsregel op
U
Gereedschap terugtrekken: druk op de oranje astoets
Z, om in de gereedschapsas terug te trekken en voer
de waarde voor de te benaderen positie in, bijv. 250.
Met ENT-toets bevestigen
U
Radiuscorr.: RL/RR/geen corr.? met ENT-toets
bevestigen: geen radiuscorrectie activeren
U
Aanzet F=? met ENT-toets bevestigen: in ijlgang (FMAX)
verplaatsen
U
Additionele M-functie? M2 voor programma-einde
invoeren, met toets END bevestigen: de TNC slaat de
ingevoerde verplaatsingsregel op
Uitgebreide informatie over dit onderwerp
Compleet voorbeeld met NC-regels: Zie "Voorbeeld:
rechteverplaatsing en afkantingen cartesiaans", bladzijde 194
Nieuw programma maken: Zie "Programma's openen en invoeren",
bladzijde 83
Contour benaderen/verlaten: Zie "Contour benaderen en verlaten",
bladzijde 177
Contouren programmeren: Zie "Overzicht van de baanfuncties",
bladzijde 185
Programmeerbare aanzetmethoden: Zie "Mogelijke
aanzetgegevens", bladzijde 87
Gereedschapsradiuscorrectie: Zie "Gereedschapsradiuscorrectie",
bladzijde 168
Additionele M-functies: Zie "Additionele functies voor controle van
programma-afloop, spil en koelmiddel", bladzijde 319
42
Eerste stappen met de TNC 620