8.11 Stringparameters
Functies van de stringverwerking
De stringverwerking (Engels: string = tekenreeks) via QS-parameters
kan worden gebruikt om variabele tekenreeksen te maken. Deze
strings kunnen bijvoorbeeld via de functie FN 16:F-PRINT worden
uitgevoerd om variabele protocollen te maken.
Aan een stringparameter kunt u een string (letters, cijfers, speciale
tekens, stuurtekens en spaties) met een maximale lengte van 256
tekens toewijzen. De toegewezen resp. ingelezen waarden kunnen
verder met de hieronder beschreven functies worden verwerkt en
gecontroleerd. Evenals bij de Q-parameterprogrammering hebt u in
totaal 2000 QS-parameters tot uw beschikking (zie ook "Principe en
functie-overzicht" op bladzijde 240).
In de Q-parameterfuncties STRINGFORMULE en FORMULE zijn
verschillende functies voor de verwerking van stringparameters
opgenomen.
Functies van de STRINGFORMULE
Stringparameters toewijzen
Stringparameters koppelen
Numerieke waarde naar een
stringparameter converteren
Deelstring uit een stringparameter
kopiëren
Stringfuncties in de FORMULE-functie Softkey
Stringparameter naar een numerieke
waarde converteren
Stringparameter controleren
Lengte van een stringparameter bepalen
Alfabetische volgorde vergelijken
Als u de functie STRINGFORMULE gebruikt, is het
resultaat van de uitgevoerde rekenkundige bewerking
altijd een string. Als u de functie FORMULE gebruikt, is
het resultaat van de uitgevoerde rekenkundige bewerking
altijd een numerieke waarde.
HEIDENHAIN TNC 620
Softkey
Bladzijde
Bladzijde 292
Bladzijde 292
Bladzijde 294
Bladzijde 295
Bladzijde
Bladzijde 296
Bladzijde 297
Bladzijde 298
Bladzijde 299
291