Let op!
Het condenswater uit het drukvat bevat olieresten.
Ontdoet u zich van het condenswater op een
milieuvriendelijke manier en deponeer het op een
overeenkomstige inzamelplaats.
6.3 Veiligheidsklep (ref. 10)
De veiligheidsklep is afgesteld op de maximaal
toegestane druk van de druktank. Het is niet toelaatbaar
de veiligheidsklep te verstellen of de verzegeling ervan
te verwijderen.
N
6.4 Oliepeil regelmatig controleren
L
Plaats de compressor op een effen horizontaal
oppervlak. Het oliepeil moet zich tussen MAX en
MIN van de kijkglas (fig. 13, referentie 16) bevinden.
Verversen van de olie: Gebruik SAE 40 minerale olie
(foor koude klimaten wordt SAE 20 aanbevolen). Meng
geen verschillende soorten olie. Als kleurvariaties
optreden (witachtig = aanwezigheid van water; donker
= oververhitte olie) wordt aangeraden om de olie
onmiddellijk te verversen.
De olie van de eerste vulling moet na 100 bedrijfsuren
worden ververst. Vervolgens dient de olie om de 300
bedrijfsuren te worden afgelaten en door nieuwe olie te
worden ververst. Schroef de plug na het bijvullen (ref.
14) stevig vast en controleer of er tijdens gebruik geen
olie uit lekt (fig. 14a-14b). Controleer wekelijks het
oliepeil om een correcte smering te garanderen.
6.5 Olie verversen
Schakel de motor uit en verwijder de netstekker uit het
stopcontact. Nadat u de eventueel voorhanden zijnde
luchtdruk hebt afgelaten kan u de olieaftapplug (ref. 15)
op de compressiepomp uitdraaien. Om te voorkomen
dat olie ongecontroleerd uitloopt plaats u best een
kleine blikken goot eronder en verzamelt u de olie in
een bak. Indien al de olie niet helemaal uitloopt is het
aan te bevelen de compressor lichtjes schuin te zetten.
De afgewerkte olie biedt u aan op een
overeenkomstige inzamelplaats voor afgewerkte
olie.
Is al de olie uitgelopen draait u de olieaflaatplug (ref.
15) er terug in. Giet verse olie het olievulgat (ref. 14) in
tot de olie het vereiste peil heeft bereikt. Daarna zet u
de oliesluitdop (ref. 14) er terug in.
6.6 Bijspannen van v-snaar (fig. 15-18)
● Netstekker uit het stopcontact verwijderen
en beschermende afdekking van de v-snaar
demonteren.
● De vier bevestigingsschroeven van de motor
losdraaien.
● Motor verschuiven tot de v-snaar zodanig is
gespannen dat hij op de langste vrije plaats nog ca.
1 à 2 cm kan worden ingedrukt.
● Bevestigingsschroeven van de motor terug aanhalen
en afdekking van de V-snaar hermonteren.
6.7 Sluiting van de hoofdtrekkers
Controleer de aanhaalkoppels van alle bouten en
vooral die van de kop (fig. 19).
De controle moet uitgevoerd worden voordat de
compressor voor de eerste keer gestart wordt en
vervolgens bij het eerste intens gebruik, om de
correcte waarde van het aanspanmoment, die door de
thermische uitzetting gewijzigd werd, te herstellen.
SLUITING VAN DE HOOFDTREKKERS
Min. koppel
Bout M6
Bout M8
Bout M10
Bout M12
Bout M14
6.8 Schoonmaken van de aanzuigfilter
De aanzuigfilter voorkomt het binnenzuigen van stof en
vuil. Deze filter dient minstens om de 100 bedrijfsuren
schoon te worden gemaakt. Een verstopt aanzuigfilter
reduceert de prestatie van de compressor aanzienlijk,
terwijl het inefficiënt zijn een grotere slijtage van de
compressor veroorzaakt. De filter demonteren zoals
geïllustreerd wordt in figuren 20 en 21. Uitkloppen
en met perslucht bij lage druk (ca. 3 bar) uitblazen en
daarna opnieuw installeren.
6.9 Opbergen
Let op!
Trek de netstekker uit het stopcontact, ontlucht
het apparaat en alle aangesloten pneumatische
gereedschappen. Berg de compressor op zodat
hij niet door onbevoegden in werking kan worden
gesteld.
Let op!
De compressor alleen in een droge en voor
onbevoegden ontoegankelijke omgeving opbergen.
Niet kantelen, alleen recht staand opbergen!
7. AFVALBEHEER EN RECYCLAGE
Het toestel en zijn accessoires bestaan uit diverse
materialen, zoals b.v. metaal en kunststof. Ontdoet u
zich van defecte onderdelen op de inzamelplaats waar
u gevaarlijke afvalstoffen mag afgeven. Informeer u in
uw speciaalzaak of bij uw gemeentebestuur!
62
Nm
Nm
Max. koppel
9
11
22
27
45
55
76
93
121
148