maar ook de drukknop op de pressostaat worden
bediend: deze moet eerst in de uitgeschakelde
stand en vervolgens in de ingeschakelde stand
worden gebracht (fig. 2a en 2b).
● Bij de driefasenversies hoeft men slechts met de
hand de drukknop van de pressostaat te bedienen
door deze in de ingeschakelde stand te brengen,
of de drukknop op de thermische beveiliging in de
schakelkast te bedienen. (fig. 2d).
● Alle
compressoren
veiligheidsklep (ref. 10) die ingrijpt in geval van
onregelmatige werking van de pressostaat, zodat de
veiligheid van de machine is gegarandeerd.
Het
veiligheidsventiel
overmatige onderdrukzetting van de luchtreservoirs
te voorkomen. Dit ventiel wordt in de fabriek
afgesteld en werkt eerst als de reservoirdruk deze
druk bereikt. Tracht niet deze veiligheidsinrichting te
verstellen of te elimineren.
Elke aanpassing van dit ventiel kan ernstig
letsel veroorzaken. Raadpleeg een bevoegd
servicecentrum als het nodig is de inrichting te
controleren of onderhoudswerkzaamheden erop uit
te voeren.
2. BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
1. Aanzuigluchtfilter
2. Drukvat
3. Wiel
4. Stuurrol (of vibratiedemper)
5. Snelkoppeling (geregelde perslucht)
6. Manometer (ingestelde druk kan worden afgelezen)
7. Drukregelaar
8. AAN/UIT-schakelaar
9. Transportgreep
10. Veiligheidsklep
11. Aflaatplug voor condenswater
12. Manometer (keteldruk kan worden afgelezen)
13. Snelkoppeling (ongeregelde perslucht)
14. Olieafsluitstop (of olievulgat)
15. Olieaflaatplug
16. Kijkglas
17. Bout
18. Blokje
19. Leertje
20. Asluitklep
21. Bolvormig kraantje
3. TOEPASSINGSGEBIED
De compressor dient voor de persluchtopwekking voor
pneumatisch gereedschap.
zijn
voorzien
van
een
wordt
ingesteld
over
● Alle
tweetrapscompressoren
van veiligheidskleppen op het spruitstuk voor
luchttoevoer naar de ketel en op de verbindingsbuis
tussen de lage en de hoge druk op de kop. Deze
grijpen in geval van slechte werking in (fig. 3).
● De rode streep op de manometer geeft de
maximumbedrijfsdruk van het reservoir aan, en niet
de geregelde druk.
● Tijdens het aansluiten van een pneumatisch
gereedschap op een buis met perslucht die door de
compressor wordt geleverd, moet de luchtstroom die
uit deze buis komt absoluut afgesloten zijn.
● Het gebruik van perslucht voor de verschillende
toepassingen
die
pneumatische gereedschappen, lakspuiten, wassen
met reinigingsmiddelen uitsluitend op waterbasis
enz.) veronderstelt kennis en inachtneming van
de voorschriften die voor de afzonderlijke gevallen
gelden.
● Controleer
of
het
maximale bedrijfsdruk van het te gebruiken
luchtdrukgereedschap
(met de compressor) geschikt zijn voor de op de
drukregelaar ingestelde druk en met de hoeveelheid
door de compressor geleverde lucht.
De machine mag slechts voor werkzaamheden
worden gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Elk ander
verder gaand gebruik is niet reglementair. Voor
daaruit voortvloeiende schade of verwondingen van
welke aard dan ook is de gebruiker/bediener, niet de
fabrikant, aansprakelijk.
4. AANWIJZINGEN OMTRENT DE
INSTALLATIE
● Controleer het toestel op transportschade.
Eventuële schade onmiddellijk aangeven aan de
vervoeronderneming waarmee de compressor werd
geleverd.
● De compressor dient nabij de verbruikers te worden
geïnstalleerd.
● Vermijd lange luchtkabels en toevoerleidingen
(verlengingen).
● Let op droge en stofvrije aanzuiglucht.
● De compressor niet in een vochtige of natte ruimte
installeren.
● De compressor mag slechts in gepaste ruimten
(goed geventileerd, omgevingstemperatuur +5°C -
+40°C) worden gebruikt. In de ruimte mogen geen
stof, zuren, dampen, explosieve of ontvlambare
gassen zijn.
● De compressor is geschikt voor gebruik in droge
59
zijn
voorzien
mogelijk
zijn
(opblazen,
luchtgebruik
en
en
verbindingsleidingen
N
L
de