Inbedrijfstelling MOVIMOT
6
Aanvullende aanwijzingen bij montage (afzonderlijk) dichtbij de motor
6.9
Aanvullende aanwijzingen bij montage (afzonderlijk) dichtbij de motor
6.9.1
Type aansluiting van de aangesloten motor controleren
6.9.2
Motor met optie /MI
6.9.3
DIP-switch
S1
Betekenis
adres RS485-apparaat
2
ON
OFF
96
Technische handleiding – MOVIMOT
®
met MLK.. in de Easy-modus
Let bij de afzonderlijke montage van de MOVIMOT
zingen in de volgende hoofdstukken:
Controleer aan de hand van de volgende afbeelding of de gekozen type aansluiting
®
van de MOVIMOT
overeenkomt met die van de aangesloten motor.
LET OP: bij remmotoren mag geen remgelijkrichter in de klemmenkast van de
motor worden gemonteerd!
Zorg ervoor dat in de MOVIMOT
dule overeenkomstig de bijbehorende energieklasse is ingestoken.
Als er een motor/remmotor (zonder MOVIMOT
vindt u de Drive-Ident-module in de klemmenkast van de motor.
Bij de montage dichtbij de motor van de MOVIMOT
afwijkend van de fabrieksinstelling op "ON" staan:
1
2
3
4
Binaire codering
0
1
2
3
2
2
2
1
1
1
1
0
0
0
0
®
MM..D met AS-interface
W2
U2
V2
U1
V1
W1
®
-regelaar de bij de motor passende Drive-Ident-mo-
5
6
Motorbe-
Motor-
veiliging
vermogenstrap
Uit
Motor
een trap kleiner
Aan
Aangepast
®
-regelaar bovendien op de aanwij-
W2
U2
V2
U1
V1
W1
®
-regelaar) met de optie /MI is besteld,
®
-regelaar moet DIP-switch S1/5
7
PWM-
frequentie
Variabel
(16,8,4 kHz)
4 kHz
337879179
8
Nullast-
demping
Aan
Uit