Elektrische installatie
5
Verbinding tussen MOVIMOT® en motor bij montage dichtbij de motor
5.10
Verbinding tussen MOVIMOT
5.10.1
Realisering van de motorbeveiliging
54
Technische handleiding – MOVIMOT
Bij montage dichtbij de motor (afzonderlijk) van de MOVIMOT
tor via een geprefabriceerde hybride kabel aangesloten.
®
Om de MOVIMOT
-regelaar en de motor te verbinden mogen alleen hybride kabels
van SEW-EURODRIVE gebruikt worden.
De realisering van de motorbeveiliging en de mogelijke motorstekerverbindingen zijn
afhankelijk van de geselecteerde aansluitmogelijkheid:
Aansluitmogelijkheid
•
MM../AVSK
•
MM../AZSK
•
MM../AND3/AZSK
•
MM../AZZK
•
MM../AND3/AZZK
•
MM../AZFK
®
MM..D met AS-interface
®
en motor bij montage dichtbij de motor
Realisering motorbeveiliging
Motorbeveiliging door TH
(bimetaal-temperatuurrelais).
Aansluiting op de sensoringang
DI2
Motorbeveiliging door thermisch
motorbeveiligingsmodel.
Activering met parameters P340
en P347.
Zie hoofdstuk
"Motorbeveiliging" (→ 2 97).
Motorbeveiliging door thermisch
motorbeveiligingsmodel.
Activering met parameters P340
en P347.
Zie hoofdstuk
"Motorbeveiliging" (→ 2 97).
MOVIMOT®
tussen
en motor
bij montage
dichtbij de
Verbinding
motor
®
-regelaar wordt de mo-
Motorstekerverbin-
ding
•
APG4
•
ALA4
•
Klemmen
•
APGX
•
Klemmen
•
APGX
•
Klemmen