2.6
Opstelling
De apparaten moeten volgens de voorschriften in de bijbehorende documentatie wor-
den opgesteld en gekoeld.
Beveilig de MOVIMOT
Als er niet uitdrukkelijk in is voorzien, zijn de volgende toepassingen verboden:
•
•
•
2.7
Elektrische aansluiting
Neem bij werkzaamheden aan onder spanning staande MOVIMOT
dende nationale veiligheidsvoorschriften (bijv. BGV A3) in acht.
De elektrische installatie moet volgens de geldende voorschriften worden uitgevoerd
(bijv. kabeldoorsneden, beveiligingen, aardverbinding). Verdere aanwijzingen met be-
trekking tot dit onderwerp zijn opgenomen in de documentatie.
Aanwijzingen voor de EMC-conforme installatie, zoals afscherming, aarding, plaatsing
van filters en het leggen van leidingen vindt u in het hoofdstuk "Installatievoorschrif-
ten". De fabrikant van de installatie of machine is verantwoordelijk voor de inachtne-
ming van de in de EMC-wetgeving vereiste grenswaarden.
Veiligheidsmaatregelen en -voorzieningen moeten voldoen aan de geldende voor-
schriften (bijv. EN 60204-1 of EN 61800-5-1).
Om de isolatie te garanderen moet de spanning op de MOVIMOT
de inbedrijfstelling conform EN 61800-5-1:2007, hoofdstuk 5.2.3.2 worden gecontro-
leerd.
2.8
Veilige scheiding
MOVIMOT
mogens- en elektronica-aansluitingen volgens EN 61800-5-1. Alle aangesloten
stroomcircuits moeten eveneens aan de eisen voor een veilige scheiding voldoen om
een veilige scheiding te kunnen waarborgen.
®
-regelaars tegen ontoelaatbare belasting.
toepassing in explosiegevaarlijke omgevingen
toepassing in omgevingen met schadelijke oliën, zuren, gassen, dampen, stof,
straling, etc.
toepassing in niet-stationaire toepassingen, waarbij sterke mechanische slinger-
en stootbelastingen optreden, zie technische handleiding, hoofdstuk "Technische
gegevens"
®
-regelaars voldoen aan alle vereisten voor een veilige scheiding van ver-
Technische handleiding – MOVIMOT
Veiligheidsaanwijzingen
Opstelling
®
-regelaars de gel-
®
-aandrijvingen vóór
®
MM..D met AS-interface
2
11