Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Alle Digitale Ingangen Kunnen Worden Ingesteld Op De Volgende Functies - Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Programmeerhandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
Functie digitale ingang
Selecteer
Profidrive OFF2
[91]
Profidrive OFF3
[92]
Start edge triggered
[98]
Safe Option Reset
[100]
Tabel 3.14 Functie digitale ingang
Standaard FC 300-klemmen zijn 18, 19, 27, 29, 32 en 33.
MCB 101-klemmen zijn X30/2, X30/3 en X30/4.
Klem 29 wordt alleen als uitgang gebruikt in de FC 302.
Functies die specifiek zijn voor 1 digitale ingang worden in
de betreffende parameter vermeld.
Alle digitale ingangen kunnen worden ingesteld op de
volgende functies:
[0]
Niet in bedrijf Geen reactie op signalen die naar de klem
worden gestuurd.
[1]
Reset
Reset de frequentieomvormer na een
uitschakeling/alarm. Niet elk alarm kan
worden gereset.
[2]
Vrijloop
(Standaard voor digitale ingang 27) Vrijloop
geïnv.
na stop, ingang geïnverteerd (NC). De
frequentieomvormer laat de motor vrijlopen.
Logische '0' ⇒ vrijloop na stop.
[3]
Vrijloop &
Reset en vrijloop na stop, ingang
reset inv
geïnverteerd (NC). Laat de motor vrijlopen
en voert vervolgens een reset van de
frequentieomvormer uit. Logische '0' ⇒
vrijloop na stop en reset.
[4]
Snelle stop
Ingang geïnverteerd (NC). Genereert een
geïnv.
stop op basis van de uitlooptijd van de
snelle stop die is ingesteld in
parameter 3-81 Snelle stop ramp-tijd.
Wanneer de motor stopt, bevindt de as zich
in de vrije modus. Logische '0' ⇒ snelle stop.
[5]
DC-rem
Ingang geïnverteerd voor DC-rem (NC).
geïnv.
Stopt de motor door gedurende een
bepaalde tijd een DC-stroom toe te passen.
Zie parameter 2-01 DC-remstroom tot
parameter 2-03 Inschakelsnelh. DC-rem [tpm].
Deze functie is alleen actief wanneer de
waarde in parameter 2-02 DC-remtijd niet 0
is. Logische '0' ⇒ DC-remmen
[6]
Stop
Geïnverteerde stopfunctie. Genereert een
geïnverteerd
stopfunctie wanneer de geselecteerde klem
van logische '1' naar logische '0' gaat. De
stop wordt uitgevoerd op basis van de
geselecteerde uitlooptijd
(parameter 3-42 Ramp 1 uitlooptijd,
parameter 3-52 Ramp 2 uitlooptijd,
MG33MJ10
Programmeerhandleiding
Klem
Resets de veilig-
heidsoptie. Alleen
beschikbaar als de
veiligheidsoptie is
geïnstalleerd.
[8]
[9]
[10] Omkeren
[11] Start
[12] Start vooruit
[13] Start omgek.
[14] Jog
[15] Digitale ref.
[16] Ingest. ref. bit
[17] Ingest. ref. bit
[18] Ingest. ref. bit
Danfoss A/S © Rev. 10/2014 Alle rechten voorbehouden.
parameter 3-62 Ramp 3 uitlooptijd,
parameter 3-72 Ramp 4 uitlooptijd).
LET OP
Wanneer de frequentieomvormer de
koppelbegrenzing heeft bereikt en
een stopcommando heeft ontvangen,
zal hij mogelijk niet vanzelf stoppen.
Om ervoor te zorgen dat de frequen-
tieomvormer stopt, moet een digitale
uitgang worden ingesteld op [27]
Koppelbegr. & stop en moet deze
digitale uitgang worden aangesloten
op een digitale ingang die als vrijloop
is geconfigureerd.
Start
(Standaard voor digitale ingang 18):
selecteer start voor een start-/
stopcommando. Logische '1' = start, logische
'0' = stop.
Pulsstart
De motor start als gedurende minstens 2 ms
een puls wordt gegeven. De motor stopt na
activering van Stop geïnverteerd of na een
resetcommando (via een digitale ingang).
(Standaard voor digitale ingang 19): wijzig
de draairichting van de motoras. Logische '1'
leidt tot omkeren. Het omkeersignaal wijzigt
alleen de draairichting. Het activeert de
startfunctie niet. Selecteer Bidirectioneel in
parameter 4-10 Draairichting motor. De
functie is niet actief bij een procesregeling
met terugkoppeling.
Gebruikt voor start/stop en voor omkeren
omgekeerd
via dezelfde draad. Gelijktijdige startsignalen
zijn niet toegestaan.
Schakelt de beweging linksom uit en maakt
insch.
een beweging rechtsom mogelijk.
Schakelt de beweging rechtsom uit en
insch.
maakt een beweging linksom mogelijk.
(Standaard voor digitale ingang 29): gebruik
deze instelling om de jogsnelheid in te
schakelen. Zie parameter 3-11 Jog-snelh. [Hz].
Hiermee schakelt u tussen externe referentie
aan
en digitale referentie. Hiervoor moet [1]
Extern/digitaal zijn geselecteerd in
parameter 3-04 Referentiefunctie. Logische '0'
= externe referentie actief, logische '1' = een
van de 8 digitale referenties actief.
De digitalereferentiebits 0, 1 en 2 maken het
0
mogelijk om 1 van de 8 digitale referenties
te selecteren overeenkomstig Tabel 3.15.
Vergelijkbaar met [16] Ingest. ref. bit 0.
1
Vergelijkbaar met [16] Ingest. ref. bit 0.
2
3
3
87

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave