Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Programmeerhandleiding pagina 230

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Problemen verhelpen
de frequentieomvormer. De opties worden
geprogrammeerd via 14-12 Functie bij onbalans netsp..
Probleem verhelpen
Controleer de voedingsspanning en voedings-
stromen naar de frequentieomvormer.
WAARSCHUWING 5, DC-tussenkringspanning hoog
De DC-tussenkringspanning is hoger dan de waarschu-
wingslimiet voor hoge spanning. De limiet hangt af van de
nominale spanning van de frequentieomvormer. De
eenheid is nog steeds actief.
WAARSCHUWING 6, DC-tussenkringspanning laag
5
5
De DC-tussenkringspanning is lager dan de waarschu-
wingslimiet voor lage spanning. De limiet hangt af van de
nominale spanning van de frequentieomvormer. De
eenheid is nog steeds actief.
WAARSCHUWING/ALARM 7, DC-overspanning
Als de tussenkringspanning hoger is dan de limiet, schakelt
de frequentieomvormer na een bepaalde tijd uit (trip).
Probleem verhelpen
Sluit een remweerstand aan
Verleng de ramp-tijd.
Wijzig het type ramp.
Activeer de functies in 2-10 Remfunctie.
Verhoog 14-26 Uitschakelvertraging bij inverterfout.
Als het alarm/de waarschuwing tijdens een
spanningsdip optreedt, moet u gebruikmaken van
kinetische backup (parameter 14-10 Netstoring).
WAARSCHUWING/ALARM 8, DC-onderspanning
Als de DC-tussenkringspanning onder de limiet voor lage
spanning komt, controleert de frequentieomvormer of er
een 24 V DC-backupvoeding is aangesloten. Als geen 24 V
DC-backupvoeding is aangesloten, schakelt de frequentie-
omvormer uit na een vaste tijdsvertraging. Deze
tijdsvertraging hangt af van de eenheidgrootte.
Probleem verhelpen
Controleer of de voedingsspanning overeenkomt
met de spanning van de frequentieomvormer.
Voer een ingangsspanningstest uit.
Voer een soft-chargecircuittest uit.
WAARSCHUWING/ALARM 9, Omvormer overbelast
De frequentieomvormer werd gedurende een te lange tijd
voor meer dan 100% overbelast en staat op het punt van
uitschakelen. De teller voor de thermo-elektronische
omvormerbeveiliging genereert een waarschuwing bij 98%
en schakelt uit bij 100%, waarbij een alarm wordt
gegenereerd. De frequentieomvormer kan niet worden
gereset totdat de teller onder de 90% is gezakt.
228
®
VLT
AutomationDrive FC 301/302
Danfoss A/S © Rev. 10/2014 Alle rechten voorbehouden.
Probleem verhelpen
Vergelijk de aangegeven uitgangsstroom op het
LCP met de nominale stroom van de frequentie-
omvormer.
Vergelijk de op het LCP aangegeven uitgangs-
stroom met de gemeten motorstroom.
Laat de thermische belasting weergeven op het
LCP en houd de waarde in de gaten. Wanneer de
stroom hoger is dan de nominale continustroom
van de frequentieomvormer, gaat de teller
omhoog. Wanneer de stroom lager is dan de
nominale continustroom van de frequentieom-
vormer, gaat de teller omlaag.
WAARSCHUWING/ALARM 10, Overtemperatuur motor-
ETR
De elektronische thermische beveiliging (ETR) geeft aan
dat de motor te warm is. Stel in 1-90 Therm. motorbevei-
liging in of de frequentieomvormer een waarschuwing of
een alarm moet genereren wanneer de teller 100% bereikt.
De fout treedt op wanneer de motor gedurende een te
lange tijd voor meer dan 100% wordt overbelast.
Probleem verhelpen
Controleer op oververhitting van de motor.
Controleer of de motor mechanisch overbelast is.
Controleer of de ingestelde motorstroom in
parameter 1-24 Motorstroom correct is.
Controleer of de motorparameters 1-20 tot 1-25
correct zijn ingesteld.
Controleer bij gebruik van een externe ventilator
of deze ook is geselecteerd in parameter 1-91 Ext.
motor-ventilator.
Door het uitvoeren van een AMA via 1-29 Autom.
aanpassing motorgeg. (AMA) wordt de frequentie-
omvormer nauwkeuriger afgestemd op de motor
en wordt de thermische belasting beperkt.
WAARSCHUWING/ALARM 11, Overtemperatuur motort-
hermistor
Controleer of de thermistor is losgekoppeld. In 1-90 Therm.
motorbeveiliging kunt u instellen of de frequentieomvormer
een waarschuwing of een alarm moet genereren.
Probleem verhelpen
Controleer op oververhitting van de motor.
Controleer of de motor mechanisch overbelast is.
Controleer bij gebruik van klem 53 of 54 of de
thermistor correct is aangesloten tussen klem 53
of 54 (analoge spanningsingang) en klem 50 (+10
V-voeding). Controleer ook of de klemschakelaar
voor 53 of 54 is ingesteld voor spanning.
Controleer of 1-93 Thermistor Source is ingesteld
op klem 53 of 54.
MG33MJ10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave