Parameterbeschrijving
8-04 Time-out-functie stuurwoord
Selecteer de time-outfunctie. De time-outfunctie wordt
geactiveerd als het stuurwoord niet is bijgewerkt binnen de tijd
die is ingesteld in 8-03 Time-out-tijd stuurwoord.
Option:
3
3
[8]
Kies setup 2
[9]
Kies setup 3
[10] Kies setup 4
[26] Trip
LET OP
Om de setup na een time-out te wijzigen, is de volgende
configuratie vereist:
Stel parameter 0-10 Actieve setup in op [9] Multi setup en
selecteer de relevante koppeling in parameter 0-12 Setup
gekoppeld aan.
8-05 Einde-time-out-functie
Option:
[0]
Setup
vasth.
[1]
Setup
hervatt.
*
8-06 Stuurwoordtime-out reset
Deze parameter is alleen actief wanneer [0] Setup vasth. is
geselecteerd in parameter 8-05 Einde-time-out-functie.
Option:
[0]
Niet resetten Houdt de ingestelde setup in
*
[1]
Resetten
8-07 Diagnose-trigger
Deze parameter heeft geen functie voor DeviceNet.
Option:
[0]
Uitsch.
*
124
VLT
Functie:
gevolg van de time-outfunctie moet worden
vastgehouden.
Zie [7] Kies setup 1
Zie [7] Kies setup 1
Zie [7] Kies setup 1
Functie:
Selecteer de uit te voeren actie na ontvangst
van een geldig stuurwoord na een time-out.
Deze parameter is alleen actief wanneer
8-04 Time-out-functie stuurwoord is ingesteld op
[7] Setup 1, [8] Setup 2, [9] Setup 3, of [10] Setup
4.
Houdt de setup vast die is geselecteerd in
8-04 Time-out-functie stuurwoord en geeft een
waarschuwing totdat 8-06 Stuurwoordtime-out
reset wisselt. Daarna gaat de frequentieom-
vormer verder in de oorspronkelijke setup.
Gaat verder in de setup die voor de time-out
actief was.
Functie:
parameter 8-04 Time-out-functie stuurwoord
vast na een stuurwoordtime-out.
Zet de frequentieomvormer na een
stuurwoordtime-out terug naar de oorspron-
kelijke setup. De frequentieomvormer voert
de reset uit en keert vervolgens onmiddellijk
terug naar de instelling [0] Niet resetten.
Functie:
Danfoss A/S © Rev. 10/2014 Alle rechten voorbehouden.
®
AutomationDrive FC 301/302
8-07 Diagnose-trigger
Deze parameter heeft geen functie voor DeviceNet.
Option:
[1]
Trigger bij alarm
[2]
Trigg. alarm/wrsch. Deze parameter heeft geen functie
8-08 Uitlezing filteren
Gebruik deze functie als de uitlezingen van de snelheidsterug-
koppeling op de veldbus fluctueren. Schakel de filtering in als
deze functie vereist is. Een wijziging wordt pas actief nadat de
omvormer uit- en weer ingeschakeld is.
Option:
[0]
Motordata std.filt.
[1]
Motordata LP-
filter
3.10.2 8-1* Stuurwoordinst.
8-10 Stuurwoordprofiel
Stel in op basis van welke geïnstalleerde veldbus de stuur- en
statuswoorden moeten worden geïnterpreteerd. Op het LCP
worden alleen de opties weergegeven die relevant zijn voor de
geïnstalleerde veldbus in sleuf A.
Zie de sectie Seriële communicatie via RS485-interface in de Design
Guide voor informatie over het selecteren van [0] FC-profiel en [1]
PROFIdrive-profiel.
Raadpleeg de Bedieningshandleiding voor de geïnstalleerde
veldbus voor aanvullende informatie over het selecteren van [1]
PROFIdrive-profiel.
Option:
[0]
*
[1]
[5]
[7]
[8]
8-13 Instelbaar statuswoord STW
Het statuswoord heeft 16 bits (0-15). De bits 5 en 12-15 kunnen
worden ingesteld. Elk van deze bits kan worden ingesteld op een
van de volgende opties.
Option:
[0]
Geen functie
Functie:
voor DeviceNet.
Functie:
Selecteer [0] voor normale busuit-
lezingen.
Selecteer [1] voor busuitlezingen
van de volgende parameters:
16-10 Verm. [kW]
16-11 Verm. [pk]
16-12 Motorspanning
16-14 Motorstroom
Parameter 16-16 Koppel [Nm]
Parameter 16-17 Snelh. [RPM]
Parameter 16-22 Koppel [%]
Parameter 16-25 Koppel [Nm] hoog
Functie:
FC-profiel
PROFIdrive-profiel
ODVA
CANopen DSP 402
MCO
Functie:
De ingang is altijd laag.
MG33MJ10