Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiting Kty-Sensor - Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Programmeerhandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
Stel parameter 1-93 Thermistorbron in op [6] Dig. ingang 33.
3
3
Afbeelding 3.13 Aansluiting PTC-thermistor – digitale ingang
Bij gebruik van een analoge ingang en 10 V als voeding:
Voorbeeld: de frequentieomvormer schakelt uit (trip)
wanneer de motortemperatuur te hoog is.
Parametersetup:
Stel parameter 1-90 Therm. motorbeveiliging in op [2]
Thermistoruitsch.
Stel parameter 1-93 Thermistorbron in op [2] Anal. ingang
54.
Afbeelding 3.14 Aansluiting PTC-thermistor – analoge ingang
Ingang
digitaal/
analoog
Digitaal
Analoog
LET OP
Controleer of de geselecteerde voedingsspanning
overeenkomt met de specificatie van het gebruikte
thermistorelement.

3.3.13.2 Aansluiting KTY-sensor

(alleen FC 302)
KTY-sensoren worden met name gebruikt in servomotoren
met permanentmagneten (PM-motoren) voor dynamische
aanpassing van de motorparameters, als statorweerstand
(parameter 1-30 Statorweerstand (Rs)) voor PM-motoren en
tevens als rotorweerstand (parameter 1-31 Rotorweerstand
(Rr)) voor asynchrone motoren, afhankelijk van de
wikkelingstemperatuur. De berekening is als volgt:
Rs = Rs 20° C x 1 + α cu x Δ T Ω
56
VLT
Voedings-
Drempelwaarden
spanning
voor uitschakeling
10 V
< 800 Ω - > 2,7 kΩ
10 V
< 3,0 kΩ - > 3,0 kΩ
waarbij
α
cu = 0.00393
Danfoss A/S © Rev. 10/2014 Alle rechten voorbehouden.
®
AutomationDrive FC 301/302
KTY-sensoren zijn te gebruiken voor motorbeveiliging
(parameter 1-97 KTY-drempelwaarde).
De FC 302 kan werken met 3 typen KTY-sensoren, gedefi-
nieerd in parameter 1-95 KTY-sensortype. De actuele
sensortemperatuur kan worden uitgelezen via
parameter 16-19 KTY-sensortemperatuur.
4500
4000
3500
3000
2500
2000
1500
1000
500
0
-25
Afbeelding 3.15 KTY-type selecteren
KTY-sensor 1: 1 kΩ bij 100 °C (bijv. Philips KTY 84-1)
KTY-sensor 2: 1 kΩ bij 25 °C (bijv. Philips KTY 83-1)
KTY-sensor 3: 2 kΩ bij 25 °C (bijv. Infineon KTY-10)
LET OP
Als de temperatuur van de motor via een thermistor of
een KTY-sensor wordt gebruikt, wordt in geval van
kortsluitingen tussen motorwikkelingen en sensor niet
voldaan aan PELV. Om aan PELV te voldoen moet de
sensor extra zijn geïsoleerd.
3.3.13.3 ETR
Aan de hand van de berekening wordt bepaald of een
lagere belasting nodig is bij lagere toerentallen vanwege
minder koeling door de in de motor ingebouwde
ventilator.
0
25
50
75
100
Temperature [°C]
KTY type 1
KTY type 2
125
150
KTY type 3
MG33MJ10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave