Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Programmeerhandleiding pagina 62
Verberg thumbnails
Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
- Programmeerhandleiding (282 pagina's) ,
- Handleiding (203 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (98 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Parameterbeschrijving
LET OP
Het is nog steeds nodig om standaardparameters te
configureren (zoals parameter 4-19 Max. uitgangsfreq. en
dergelijke).
3
3
Toepassing
Toepassingen met lage
massatraagheid
I
/I
< 5
Load
Motor
Toepassingen met lage
massatraagheid
50 > I
/I
Load
Motor
Toepassingen met hoge
massatraagheid
I
/I
> 50
Load
Motor
Hoge belasting bij laag
toerental
< 30% (nominaal
toerental)
Tabel 3.10 Aanbevelingen voor VVC+-toepassingen
Verhoog 1-14 Verst. demping wanneer de motor bij een
bepaald toerental gaat oscilleren. Verhoog de waarde in
kleine stappen. Een goede waarde voor deze parameter
kan 10% of 100% hoger liggen dan de standaardwaarde;
dit hangt af van de motor.
Wijzig het startkoppel in 1-66 Min. stroom bij lage snelh..
100% geeft het nominale koppel als startkoppel.
60
Instellingen
Verhoog 1-17 Filtertijdconstante
spanning met een factor 5 tot 10
Reduceer 1-14 Verst. demping.
Reduceer 1-66 Min. stroom bij lage
snelh. (< 100%).
Handhaaf de berekende waarden.
> 5
Verhoog 1-14 Verst. demping,
parameter 1-15 Low Speed Filter Time
Const. en parameter 1-16 High Speed
Filter Time Const..
Verhoog 1-17 Filtertijdconstante
spanning.
Verhoog 1-66 Min. stroom bij lage
snelh. (> 100% gedurende langere
tijd kan leiden tot oververhitting van
de motor).
Danfoss A/S © Rev. 10/2014 Alle rechten voorbehouden.
®
VLT
AutomationDrive FC 301/302
Toepassing
Toepassingen met lage
massatraagheid
Toepassingen met hoge
massatraagheid
Hoge belasting bij laag
toerental
Tabel 3.11 Aanbevelingen voor diverse fluxtoepassingen
Wijzig het startkoppel in parameter 1-66 Min. stroom bij
lage snelh.. 100% geeft het nominale koppel als
startkoppel.
Instellingen
Handhaaf de berekende waarden.
Parameter 1-66 Min. stroom bij lage
snelh.
Verhoog het toerental tot een
waarde tussen de standaardwaarde
en de maximumwaarde, afhankelijk
van de toepassing.
Stel de relevante aan- en uitloop-
tijden voor de toepassing in. Een te
snelle aanloop veroorzaakt
overstroom/overkoppel. Een te
snelle uitloop veroorzaakt een
uitschakeling (trip) wegens
overspanning.
Parameter 1-66 Min. stroom bij lage
snelh.
Verhoog het toerental tot een
waarde tussen de standaardwaarde
en de maximumwaarde, afhankelijk
van de toepassing.
MG33MJ10
Advertenties
Inhoudsopgave
