Parameterbeschrijving
1-06 Richting rechtsom
Option:
Functie:
LET OP
Deze parameter kan niet worden
gewijzigd terwijl de motor loopt.
Deze parameter definieert de term 'Rechtsom'
die betrekking heeft op de richtingpijl op het
LCP. Is te gebruiken om de draairichting van
de as eenvoudig te wijzigen zonder
motordraden te verwisselen.
[0]
Normaal
De motoras draait rechtsom wanneer de
*
frequentieomvormer als volgt is aangesloten:
U ⇒ U, V⇒V, en W⇒W naar motor.
[1]
Geïnverteerd De motoras draait linksom wanneer de
frequentieomvormer als volgt is aangesloten:
U ⇒ U, V⇒V, en W⇒W naar motor.
1-07 Motor Angle Offset Adjust
Deze parameter geldt alleen voor de FC 302 en is alleen van
toepassing bij gebruik van een PM-motor in combinatie met
terugkoppeling.
Range:
Functie:
0
[Manual]
De functionaliteit van deze optie hangt af van
*
het type terugkoppelingsapparaat. Bij gebruik
van een apparaat voor absolute terugkop-
peling zorgt deze optie ervoor dat de
frequentieomvormer de in
parameter 1-41 Offset motorhoek ingestelde
offset van de motorhoek gebruikt.
Bij gebruik van een apparaat voor
incrementele terugkoppeling past de frequen-
tieomvormer de offset van de motorhoek
automatisch aan bij de eerste start na inscha-
keling of wanneer de motorgegevens worden
gewijzigd.
[1] Auto
De frequentieomvormer past de offset van de
motorhoek automatisch aan bij de eerste start
na inschakeling of wanneer de motorgegevens
worden gewijzigd, ongeacht het type
terugkoppelingsapparaat dat is geselecteerd.
Dit betekent dat de opties [0] en [1] identiek
zijn bij gebruik van een incrementele encoder.
[2] Auto Every
De frequentieomvormer past de offset van de
Start
motorhoek automatisch aan bij elke start of
wanneer de motorgegevens worden
gewijzigd.
[3] Off
Als u deze optie selecteert, wordt de automa-
tische aanpassing van de offset uitgeschakeld.
MG33MJ10
Programmeerhandleiding
3.3.2 1-1* Motorselectie
LET OP
De parameters in deze parametergroep kunnen niet
worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
3.3.3 Setup asynchrone motor
Voer de volgende motorgegevens in. Deze informatie is te
vinden op het motortypeplaatje.
1.
2.
3.
4.
5.
Bij gebruik van de fluxmodus of, voor optimale prestaties,
de VVC+-modus zijn extra motorgegevens nodig om de
volgende parameters in te stellen. De gegevens zijn te
vinden op het motordatablad (deze gegevens zijn
gewoonlijk niet beschikbaar op het motortypeplaatje). Voer
een volledige AMA uit via parameter 1-29 Autom.
aanpassing motorgeg. (AMA) [1] Volledige AMA insch. of stel
de parameters handmatig in. Parameter 1-36 Ijzerverlies-
weerstand (Rfe) wordt altijd handmatig ingevoerd.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Toepassingsspecifieke aanpassing bij gebruik van VVC+.
VVC+ is de meest robuuste regelmodus. Deze biedt in de
meeste situaties optimale prestaties zonder verdere
aanpassingen. Voer een volledige AMA uit voor de beste
prestaties.
Toepassingsspecifieke aanpassing bij gebruik van de
fluxmodus
De fluxmodus is de regelmodus bij uitstek voor optimale
asprestaties in dynamische toepassingen. Voer een AMA
uit, aangezien deze regelmodus nauwkeurige motorge-
gevens vereist. Afhankelijk van de toepassing kunnen
verdere aanpassingen noodzakelijk zijn.
Zie Tabel 3.4 voor toepassingsspecifieke aanbevelingen.
Toepassing
Toepassingen met lage
massatraagheid
Danfoss A/S © Rev. 10/2014 Alle rechten voorbehouden.
1-20 Motorverm. [kW] of 1-21 Motorverm. [PK]
1-22 Motorspanning
1-23 Motorfrequentie
1-24 Motorstroom
1-25 Nom. motorsnelheid
Parameter 1-30 Statorweerstand (Rs)
Parameter 1-31 Rotorweerstand (Rr)
Parameter 1-33 Statorlek-reactantie (X1)
Parameter 1-34 Rotorlekreactantie (X2)
Parameter 1-35 Hoofdreactantie (Xh)
Parameter 1-36 Ijzerverliesweerstand (Rfe)
Instellingen
Handhaaf de berekende waarden.
3
3
37