Parameterbeschrijving
2-13 Bewaking remvermogen
Option:
Functie:
[2]
Uitsch.
De frequentieomvormer wordt uitgeschakeld en
er wordt een alarm weergegeven wanneer het
berekende vermogen groter is dan 100% van de
bewakingslimiet.
[3]
Waarsch.
Beide bovengenoemde functies worden
en uitsch.
geactiveerd, inclusief waarschuwing, uitscha-
keling (trip) en alarm.
Als vermogensbewaking is ingesteld op [0] Uit of [1]
Waarsch., blijft de remfunctie actief, ook als de bewakings-
limiet wordt overschreden. Dit kan leiden tot thermische
overbelasting van de weerstand. Het is ook mogelijk om
een waarschuwing te genereren via een relais-/digitale
uitgang. De meetnauwkeurigheid van de vermogensbe-
waking is afhankelijk van de nauwkeurigheid van de
weerstand (beter dan ± 20%).
2-15 Remtest
Option:
Functie:
Parameter 2-15 Remtest is alleen actief bij
frequentieomvormers met een ingebouwde
dynamische rem.
Selecteer een test-/bewakingsfunctie om de
aansluiting naar de remweerstand te controleren,
of om te controleren of een remweerstand
aanwezig is, en vervolgens een waarschuwing of
alarm weer te geven in geval van een fout.
LET OP
De remtest wordt uitgevoerd bij inscha-
keling van de frequentieomvormer. De
rem-IGBT-test wordt echter uitgevoerd als
er niet wordt geremd. Een waarschuwing
of uitschakeling (trip) deactiveert de
remfunctie.
De testvolgorde is als volgt:
1.
De rimpelamplitude van de DC-
tussenkring wordt gemeten gedurende
300 ms zonder remmen.
2.
De rimpelamplitude van de DC-
tussenkring wordt gemeten gedurende
300 ms met geactiveerde rem.
3.
Als de rimpelamplitude van de DC-
tussenkring tijdens het remmen lager is
dan de rimpelamplitude van de DC-
tussenkring voorafgaand aan het
remmen + 1%: de remtest is mislukt en
heeft een waarschuwing of alarm
gegenereerd.
MG33MJ10
Programmeerhandleiding
2-15 Remtest
Option:
[0]
Uit
*
[1]
Waarsch.
[2]
Uitsch.
[3]
Stop en
uitsch.
[4]
AC-rem
[5]
Uit en
blokk.
LET OP
Om een waarschuwing in verband met [0] Uit of [1]
Waarsch. op te heffen, moet de netvoeding worden
afgeschakeld en opnieuw worden aangesloten. De fout
moet eerst worden opgeheven. Bij [0] Uit of [1] Waarsch.
blijft de frequentieomvormer werken, ook als er een fout
is gedetecteerd.
2-16 AC-rem max. stroom
Range:
100 %
Danfoss A/S © Rev. 10/2014 Alle rechten voorbehouden.
Functie:
4.
Als de rimpelamplitude van de DC-
tussenkring tijdens het remmen hoger is
dan de rimpelamplitude van de DC-
tussenkring voorafgaand aan het
remmen + 1%: de remtest is gelukt.
De remweerstand en rem-IGBT worden tijdens
bedrijf bewaakt op kortsluiting. Als er kortsluiting
optreedt, wordt waarschuwing 25 weergegeven.
De remweerstand en rem-IGBT worden bewaakt
op kortsluiting en bij inschakeling van de
frequentieomvormer wordt getest of de
remweerstand niet is ontkoppeld.
De remweerstand wordt op kortsluiting of
ontkoppeling bewaakt, of de rem-IGBT wordt op
kortsluiting bewaakt. Als er een fout optreedt, zal
de frequentieomvormer uitschakelen en een
alarm weergeven (uitschakeling met blokkering).
De remweerstand wordt op kortsluiting of
ontkoppeling bewaakt, of de rem-IGBT wordt op
kortsluiting bewaakt. Als er een fout optreedt, zal
de frequentieomvormer uitlopen tot vrijloop en
vervolgens uitschakelen (trip). Er wordt een
melding weergegeven wegens uitschakeling met
blokkering (waarschuwing 25, 27 of 28).
De remweerstand wordt op kortsluiting of
ontkoppeling bewaakt, of de rem-IGBT wordt op
kortsluiting bewaakt. Als er een fout optreedt,
voert de frequentieomvormer een gecontroleerde
uitloop uit. Deze optie is alleen beschikbaar voor
de FC 302.
Functie:
[ 0 - 1000.0 %] Voer de maximaal toegestane stroom
*
bij gebruik van een AC-rem in om
oververhitting van de motorwikkelingen
te voorkomen.
3
3
63