Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Parameters: 14-** Speciale Functies - Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Programmeerhandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving

3.15 Parameters: 14-** Speciale functies

3.15.1 14-0* Inverterschakeling
14-00 Schakelpatroon
3
3
Option:
[0]
60 AVM
[1]
SFAVM
*
LET OP
Het schakelpatroon kan door de frequentieomvormer
automatisch worden aangepast om uitschakeling (trip) te
voorkomen. Zie de toepassingsnotitie over reductie voor
meer informatie.
14-01 Schakelfrequentie
Stel de schakelfrequentie van de omvormer in. Het wijzigen van
de schakelfrequentie beperkt de akoestische ruis van de motor.
De standaardwaarden zijn afhankelijk van de vermogensklasse.
Option:
[0]
1,0 kHz
[1]
1,5 kHz
[2]
2,0 kHz
[3]
2,5 kHz
[4]
3,0 kHz
[5]
3,5 kHz
[6]
4,0 kHz
[7]
5,0 kHz
[8]
6,0 kHz
[9]
7,0 kHz
[10]
8,0 kHz
[11]
10,0 kHz
[12]
12,0 kHz
[13]
14,0 kHz
[14]
16,0 kHz
152
VLT
Functie:
Stel het schakelpatroon in: 60° AVM of SFAVM.
Functie:
Standaard schakelfrequentie voor
355-1200 kW [500-1600 pk], 690
V.
Standaard schakelfrequentie voor
250-800 kW [350-1075 pk], 400 V
en 37-315 kW [50-450 pk], 690 V.
Standaard schakelfrequentie voor
18,5-37 kW [25-50 pk], 200 V en
37-200 kW [50-300 pk], 400 V.
Standaard schakelfrequentie voor
5,5-15 kW [7,5-20 pk], 200 V en
11-30 kW [15-40], 400 V.
Standaard schakelfrequentie voor
0,25–3,7 kW [0,34-5 pk], 200 V en
0,37-7,5 kW [0,5-10 pk], 400 V.
Danfoss A/S © Rev. 10/2014 Alle rechten voorbehouden.
®
AutomationDrive FC 301/302
LET OP
De uitgangsfrequentiewaarde van de frequentieom-
vormer mag nooit hoger zijn dan 1/10 van de
schakelfrequentie. Pas de schakelfrequentie in
parameter 14-01 Schakelfrequentie aan terwijl de motor
draait, om de motorruis te minimaliseren.
LET OP
De frequentieomvormer kan de schakelfrequentie
automatisch aanpassen om een uitschakeling (trip) te
vermijden.
14-03 Overmodulatie
Option:
[0]
Uit
Selecteer [0] Uit als overmodulatie van de uitgangs-
spanning niet gewenst is, om koppelrimpels op de
motoras te voorkomen. Deze functie kan nuttig zijn
voor toepassingen zoals schuurmachines.
[1]
Aan Selecteer [1] Aan om de overmodulatiefunctie voor de
uitgangsspanning in te schakelen. Dit is de juiste
*
instelling wanneer de uitgangsspanning hoger moet
zijn dan 95% van de ingangsspanning (meestal bij een
oversynchrone werking). De uitgangsspanning wordt
verhoogd op basis van de mate van overmodulatie.
LET OP
Overmodulatie leidt tot een verhoogde
koppelrimpel doordat de harmonischen
toenemen.
Een regeling in fluxmodus biedt een uitgangsstroom
van maximaal 98% van de ingangsstroom, ongeacht
de instelling van parameter 14-03 Overmodulatie.
14-04 PWM Random
Option:
[0]
Uit
Het geluid van de motorschakeling wordt niet
*
gewijzigd.
[1]
Aan Wijzigt het geluid van de motorschakeling van een
heldere beltoon in een minder opvallende 'witte' ruis.
Dit wordt bereikt door op willekeurige wijze het
synchronisme van de door de pulsbreedte gemodu-
leerde uitgangsfasen iets te wijzigen.
14-06 Dead Time Compensation
Option:
[0]
Uit
[1]
Aan
*
Functie:
Functie:
Functie:
Geen compensatie.
Activeert de compensatie van dode tijd.
MG33MJ10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave