Parameterbeschrijving
Polen
~n
bij 50 Hz
n
2
2700-2880
4
1350-1450
6
700-960
3
3
Tabel 3.7 Aantal polen voor normale toerentalbereiken
Tabel 3.7 geeft het aantal polen weer voor normale toeren-
talbereiken voor verschillende typen motoren. Motoren die
voor andere frequenties zijn ontworpen, moeten
afzonderlijk worden gedefinieerd. De waarde voor de
motorpolen is altijd een even getal, omdat het verwijst
naar het totale aantal polen en niet naar het aantal paren.
De frequentieomvormer stelt parameter 1-39 Motorpolen in
eerste instantie in op basis van parameter 1-23 Motorfre-
quentie en parameter 1-25 Nom. motorsnelheid.
1-40 Tegen-EMK bij 1000 TPM
Range:
Size
[0 -
related
9000 V]
*
1-41 Offset motorhoek
Range:
0
[-32768 -
*
32767 ]
46
VLT
~n
bij 60 Hz
n
3250-3460
1625-1730
840-1153
Functie:
Stel de nominale tegen-EMK in voor een
motor die draait op 1000 tpm.
Tegen-EMK is de spanning die door een PM-
motor wordt gegenereerd wanneer er geen
frequentieomvormer is aangesloten en de as
extern wordt gedraaid. De tegen-EMK wordt
in specificaties meestal vermeld voor het
nominale motortoerental of voor een
motortoerental van 1000 tpm, gemeten
tussen 2 fasen. Als de waarde voor een
motortoerental van 1000 tpm niet
beschikbaar is, kunt u de juiste waarde als
volgt berekenen. Stel, de tegen-EMK is 320 V
bij 1800 tpm. De waarde bij 1000 tpm kan
dan als volgt worden berekend:
Voorbeeld
Tegen-EMK 320 V bij 1800 tpm. Tegen-EMK
= (spanning/tpm) * 1000 = (320/1800) * 1000
= 178.
Deze parameter is alleen actief als
parameter 1-10 Motorconstructie is ingesteld
op [1] PM, niet uitspr. SPM (permanentmag-
neetmotor).
Alleen FC 302.
LET OP
Bij gebruik van PM-motoren wordt
aangeraden om gebruik te maken van
remweerstanden.
Functie:
Stel de juiste offsethoek tussen de PM-motor en
de indexpositie (enkele winding) van de
aangesloten encoder of resolver in. Het waarde-
bereik van 0-32768 komt overeen met 0-2 * pi
Danfoss A/S © Rev. 10/2014 Alle rechten voorbehouden.
®
AutomationDrive FC 301/302
1-41 Offset motorhoek
Range:
1-44 d-axis Inductance Sat. (LdSat)
Range:
Size
related
1000
*
mH]
1-45 q-axis Inductance Sat. (LqSat)
Range:
Size
related
*
1-46 Position Detection Gain
Range:
100 %
[20 - 200
*
%]
Functie:
(radialen). De waarde voor de offsethoek is als
volgt te bepalen: Pas na het opstarten van de
frequentieomvormer een DC-houdstroom toe en
voer in deze parameter de waarde van
parameter 16-20 Motorhoek in.
Deze parameter is alleen actief als
parameter 1-10 Motorconstructie is ingesteld op
[1] PM, niet uitspr. SPM (permanentmag-
neetmotor).
Functie:
[0 -
Deze parameter komt overeen met de
inductantieverzadiging van Ld. In het ideale
geval heeft deze parameter dezelfde
waarde als parameter 1-37 Inductantie d-as
(Ld). Als de motorfabrikant een
inductiecurve heeft vermeld, voert u de
inductiewaarde bij 200% van de nominale
waarde in.
Functie:
[0 -
Deze parameter komt overeen met de
1000 mH]
inductantieverzadiging van Lq. In het
ideale geval heeft deze parameter
dezelfde waarde als parameter 1-38 q-axis
Inductance (Lq). Als de motorfabrikant een
inductiecurve heeft vermeld, voert u de
inductiewaarde bij 200% van de
nominale waarde in.
Functie:
Past de amplitude van de testpuls tijdens
positiedetectie bij het starten aan. Pas de
parameterwaarde aan om de positie-
meting te verbeteren.
MG33MJ10