Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Programmeerhandleiding pagina 85
Verberg thumbnails
Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
- Programmeerhandleiding (282 pagina's) ,
- Handleiding (203 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (98 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Parameterbeschrijving
Afbeelding 3.32 Aanp. waarsch.
4-50 Waarschuwing stroom laag
Range:
Functie:
0 A
[ 0 -
Voer de waarde voor I
*
par. 4-51
motorstroom lager wordt dan deze begrenzing,
A]
verschijnt op het display de melding Stroom
laag. De signaaluitgangen kunnen worden
geprogrammeerd voor het genereren van een
statussignaal via klem 27 of 29 (alleen FC 302)
en via relaisuitgang 01 of 02 (alleen FC 302). Zie
Afbeelding 3.32.
4-51 Waarschuwing stroom hoog
Range:
Functie:
Size
[ par.
Voer de waarde voor I
related
4-50 -
motorstroom deze begrenzing
*
par. 16-37
overschrijdt, verschijnt op het display de
A]
melding Stroom hoog. De signaaluit-
gangen kunnen worden geprogrammeerd
voor het genereren van een statussignaal
via klem 27 of 29 (alleen FC 302) en via
relaisuitgang 01 of 02 (alleen FC 302). Zie
Afbeelding 3.32.
4-52 Waarschuwing snelheid laag
Range:
Functie:
0 RPM
[ 0 - par.
Voer de waarde voor n
*
4-53
motortoerental deze begrenzing overschrijdt,
RPM]
verschijnt op het display de melding Snelh.
laag. De signaaluitgangen kunnen worden
geprogrammeerd voor het genereren van
een statussignaal via klem 27 of 29 (alleen FC
302) en via relaisuitgang 01 of 02 (alleen FC
302).
4-53 Waarschuwing snelheid hoog
Range:
Functie:
Size
[ par.
Voer de waarde voor n
related
4-52 -
het motortoerental deze waarde
*
MG33MJ10
Programmeerhandleiding
in. Wanneer de
LOW
in. Wanneer de
HIGH
in. Wanneer het
LOW
in. Wanneer
HIGH
Danfoss A/S © Rev. 10/2014 Alle rechten voorbehouden.
4-53 Waarschuwing snelheid hoog
Range:
Functie:
60000
overschrijdt, verschijnt op het display de
RPM]
melding Snelh. hoog. De signaaluitgangen
kunnen worden geprogrammeerd voor
het genereren van een statussignaal via
klem 27 of 29 en via relaisuitgang 01 of
02.
4-54 Waarsch: referentie laag
Range:
-999999.999
[ -999999.999
Stel de lage referentiebegrenzing
*
- par. 4-55 ]
in. Als de huidige referentie lager
wordt dan deze begrenzing,
verschijnt op het display de
melding Ref. laag. De signaaluit-
gangen kunnen worden
geprogrammeerd voor het
genereren van een statussignaal
via klem 27 of 29 (alleen FC 302)
en via relaisuitgang 01 of 02
(alleen FC 302).
4-55 Waarsch: referentie hoog
Range:
Functie:
999999.999
[ par. 4-54 -
Stel de hoge referentiebegrenzing
*
999999.999 ]
in. Als de huidige referentie hoger
wordt dan deze begrenzing,
verschijnt op het display de
melding Ref. hoog. De signaaluit-
gangen kunnen worden
geprogrammeerd voor het
genereren van een statussignaal via
klem 27 of 29 (alleen FC 302) en via
relaisuitgang 01 of 02 (alleen FC
302).
4-56 Waarsch: terugk. laag
Range:
-999999.999
[ -999999.999 -
ReferenceFeed-
par. 4-57
backUnit
ReferenceFeed-
*
backUnit]
Functie:
Functie:
Stel de lage terugkoppe-
lingsbegrenzing in. Als de
terugkoppeling lager wordt
dan deze begrenzing,
verschijnt op het display
de melding Terugk. laag.
De signaaluitgangen
kunnen worden
geprogrammeerd voor het
genereren van een status-
signaal via klem 27 of 29
(alleen FC 302) en via
relaisuitgang 01 of 02
(alleen FC 302).
83
3
3
Advertenties
Inhoudsopgave
