6.2.3
Schrijven van een parameter in TwinCAT via EtherCAT
Bij het schrijven van een parameter is de functie SDO-WRITE beschikbaar. Daarvoor is
de index van de te schrijven parameters vereist. De parameterindex kunt u opvragen in
het programma SHELL of in de parameterboom via de toetscombinatie [Ctrl + F1].
Voor de implementatie in TwinCAT is het functieblok FB_EcCoESdoWrite vereist.
U vindt dit functieblok in de bibliotheek TcEtherCAT
twee stappen integreren.
1. Aanmaken van een instance van het functieblok FB_EcCoESdoWrite
2. De ingang van het functieblok wordt als volgt toegewezen:
De uitgangsflags bBusy en bError geven de status van de instructie aan, nErrID toont
eventueel het foutnummer bij de betreffende flag bError.
®
Handboek – MOVIAXIS
Veldbusinterface XFE24A EtherCAT
– sNetID: weergave Net-ID van de EtherCAT
– nSlaveAddr: EtherCAT
worden geschreven.
– nIndex: weergave index van de geschreven parameter.
– nSubIndex: weergave subindex van de geschreven parameter.
– pDstBuf: Pointer naar het databereik waarin de te schrijven data zich bevinden.
– cbBufLen: Aantal fouten bij het verzenden van data in bytes.
– bExecute: een positieve flank start de schrijfprocedure.
– tTimeout: weergave time-outperiode van het functieblok.
Gedrag bij EtherCAT
Parameterinstelling via EtherCAT
®
®
®
-master.
®
-adres van het SEW-apparaat waarvan de data moeten
®
®
®
.lib. U kunt dit functieblok ook in
6
31