Benaderen via een cirkelbaan met tangentiële
aansluiting: APPR CT
De TNC verplaatst het gereedschap via een rechte van startpunt P
naar een hulppunt P
. Van daaruit benadert de TNC via een cirkelbaan,
H
die tangentieel in het eerste contourelement overgaat, het eerste
contourpunt P
.
A
De cirkelbaan van P
naar P
H
A
middelpuntshoek CCA. De rotatierichting van de cirkelbaan wordt door
het verloop van het eerste contourelement gegeven.
Willekeurige baanfunctie: startpunt P
Dialoog met toets APPR/DEP en softkey APPR CT openen:
Coördinaten van het eerste contourpunt P
Radius R van de cirkelbaan
Benaderen van de zijkant van het werkstuk, die
door de radiuscorrectie gedefinieerd is: R positief
invoeren
Verlaten van de zijkant van het werkstuk:
R negatief invoeren
Middelpuntshoek CCA van de cirkelbaan
CCA alleen positief invoeren
Maximale invoerwaarde: 360°
Radiuscorrectie RR/RL voor de bewerking
NC-voorbeeldregels
7 L X+40 Y+10 RO FMAX M3
8 APPR CT X+10 Y+20 Z-10 CCA180 R+10 RR F100
9 L X+20 Y+35
10 L ...
210
wordt vastgelegd door radius R en
benaderen
S
Y
35
S
P
20
RR
10
A
P
zonder radiuscorrectie benaderen
S
P
met radiuscorr. RR, radius R=10
A
Eindpunt van het eerste contourelement
Volgend contourelement
6 Programmeren: contouren programmeren
A
CCA=
180°
P
S
P
R0
H
RR
10
20
X
40