13.14 Begrenzingen van het
verplaatsingsbereik invoeren,
weergave van het nulpunt
Toepassing
Binnen het maximale verplaatsingsbereik kan de daadwerkelijke
productieve verplaatsing voor de coördinatenassen worden beperkt.
Toepassingsvoorbeeld: gedeelte van het apparaat tegen botsing
beveiligen.
Het maximale verplaatsingsbereik wordt d.m.v. software-
eindschakelaars begrensd. De daadwerkelijk productieve verplaatsing
wordt d.m.v. de MOD-functie VERPLAATSINGSBEREIK beperkt:
daarbij worden de maximale waarden in positieve en negatieve
richting van de assen gerelateerd aan het machinenulpunt ingevoerd.
Wanneer uw machine over meerdere verplaatsingsbereiken beschikt,
dan kan de begrenzing voor elk verplaatsingsbereik apart ingesteld
worden (softkey VERPLAATSINGSBEREIK (1) t/m
VERPLAATSINGSBEREIK (3)).
Werken zonder begrenzing van het
verplaatsingsbereik
Voor coördinatenassen die zonder begrenzingen van het
verplaatsingsbereik moeten worden verplaatst, wordt de maximale
verplaatsing van de TNC (+/- 99999 mm) als VERPLAATSINGSBEREIK
ingevoerd.
Maximaal verplaatsingsbereik bepalen en
invoeren
Digitale uitlezing REF kiezen.
Gewenste positieve en negatieve eindposities van de X-, Y- en Z-as
benaderen.
Waarden met voorteken noteren
MOD-functies kiezen: MOD-toets indrukken
Begrenzing van het verplaatsingsbereik invoeren:
softkey VERPLAATSINGSBEREIK indrukken.
Genoteerde waarden voor de assen als begrenzingen
invoeren.
MOD-functie verlaten: softkey EINDE indrukken
Bij begrenzingen van verplaatsingsbereiken wordt met
actieve gereedschapsradiuscorrecties geen rekening
gehouden.
Met begrenzingen van het verplaatsingsbereik en
software-eindschakelaars wordt rekening gehouden,
nadat de referentiepunten gepasseerd zijn.
HEIDENHAIN iTNC 530
Z
Z
max
Z
min
X
m in
Y
Y
m a x
Y
X
m in
m a x
X
637