FN16: F-PRINT: teksten en Q-parameterwaarden
geformatteerd uitgeven
Data-interface instellen: bij het menupunt PRINT resp.
PRINTTEST wordt het pad vastgelegd waaronder de TNC
het tekstbestand moet opslaan. Zie "Toewijzing", bladzijde
616.
Via de Ethernet-interface kunnen met FN16 geen
gegevens worden uitgevoerd.
U kunt met FN16 ook vanuit het NC-programma berichten
naar keuze op het beeldscherm laten weergeven. Deze
berichten worden door de TNC in een apart venster
weergegeven.
Met de functie FN 16: F-PRINT kunnen Q-parameterwaarden en
teksten geformatteerd via de data-interface uitgegeven worden, bijv.
naar een printer. Wanneer de waarden intern opgeslagen of naar een
computer uitgegeven worden, slaat de TNC de gegevens op in het
bestand dat in de FN 16-regel gedefinieerd werd.
Om geformatteerde tekst en de waarden van de Q-parameters uit te
geven, moet met de teksteditor van de TNC een tekstbestand
gemaakt worden waarin de formaten en de Q-parameters vastgelegd
worden.
Voorbeeld van een tekstbestand dat het uitgaveformaat vastlegt:
"MEETPROTOCOL ZWAARTEPUNT SCHOEPENRAD";
"DATUM: %2d-%2d-%4d",DAY,MONTH,YEAR4;
"TIJD: %2d:%2d:%2d",HOUR,MIN,SEC;
"————————————————————————"
"AANTAL MEETWAARDEN: = 1";
"*******************************************";#
"X1 = %9.3LF", Q31;
"Y1 = %9.3LF", Q32;
"Z1 = %9.3LF", Q33;
"******************************************";
552
11 Programmeren: Q-parameters