Download Print deze pagina

HEIDENHAIN iTNC 530 Gebruikershandboek pagina 308

Verberg thumbnails Zie ook voor iTNC 530:

Advertenties

Veiligheidsafstand Q200 (incrementeel): afstand
gereedschapspunt - werkstukoppervlak; waarde
positief invoeren
Selectie diepte/diameter (0/1) Q343: selectie of
op ingevoerde diameter of op ingevoerde diepte
moet worden gecentreerd. Wanneer op de
ingevoerde diameter moet worden gecentreerd,
moet de punthoek van het gereedschap in de kolom
T-ANGLE. van de gereedschapstabel TOOL.T
gedefinieerd worden
Diepte Q201 (incrementeel): afstand
werkstukoppervlak – bodem van de centrering (punt
van de centreerconus). Alleen actief als Q343=0
gedefinieerd is
Diameter (voorteken) Q344: centreerdiameter.
Alleen actief als Q343=1 gedefinieerd is
Aanzet diepteverplaatsing Q206:
verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het
centreren in mm/min
Stilstandtijd beneden Q211: tijd in seconden die het
gereedschap op de bodem van de boring stilstaat
Coörd. werkstukoppervlak Q203 (absoluut):
coördinaat werkstukoppervlak
2e veiligheidsafstand Q204 (incrementeel):
coördinaat spilas waarin een botsing tussen het
gereedschap en het werkstuk (spaninrichting)
uitgesloten is
308
Voorbeeld: NC-regels
10 L Z+100 R0 FMAX
11 CYCL DEF 240 CENTREREN
Q200=2
;VEILIGHEIDSAFSTAND
Q343=1
;SELECTIE DIEPTE/DIAM.
Q201=+0
;DIEPTE
Q344=-9
;DIAMETER
Q206=250
;AANZET DIEPTEVERPL.
Q211=0.1
;STILSTANDTIJD BENEDEN
Q203=+20
;COÖR. OPPERVLAK
Q204=100
;2E VEILIGHEIDSAFST.
12 CYCL CALL X+30 Y+20 Z+0 FMAX M3
13 CYCL CALL X+80 Y+50 Z+0 FMAX
14 L Z+100 FMAX M2
8 Programmeren: cycli

Advertenties

loading

Gerelateerde Producten voor HEIDENHAIN iTNC 530