Data-overdracht tussen TNC en TNCremoNT
Controleer of de TNC op de juiste seriële interface van uw computer
of op het netwerk is aangesloten.
Na het opstarten van de TNCremoNT ziet u bovenin het hoofdvenster
1
alle bestanden die in de actieve directory zijn opgeslagen. Via
<Bestand>, <Map wisselen> kan een willekeurig station of een
andere directory op uw computer worden gekozen.
Wanneer u de data-overdracht vanaf de PC wilt regelen, moet de
koppeling op de PC als volgt worden opgebouwd:
Kies <Bestand>, <Koppeling maken>. De TNCremoNT ontvangt nu
de bestands- en directorystructuur van de TNC en toont deze onder
aan het hoofdvenster
2
Om een bestand van de TNC naar de PC te zenden, kiest u het
bestand in het TNC-venster door er met de muis op te klikken, en
sleept u het gemarkeerde bestand, terwijl u de muisknop ingedrukt
houdt, naar het PC-venster
Om een bestand van de PC naar de TNC over te brengen, kiest u het
bestand in het PC-venster door er met de muis op te klikken, en
sleept u het gemarkeerde bestand, terwijl u de muisknop ingedrukt
houdt, naar het TNC-venster
Wanneer u de data-overdracht vanaf de TNC wilt regelen, moet de
koppeling op de PC als volgt worden opgebouwd:
Kies <Extra's>, <TNCserver>. De TNCremoNT start dan de
servermodus en kan gegevens van de TNC ontvangen of naar de
TNC zenden
Kies op de TNC de functies voor bestandsbeheer via de toets PGM
MGT (zie "Data-overdracht naar/van een externe gegevensdrager"
op bladzijde 109) en verzend de gewenste bestanden
TNCremoNT afsluiten
Kies menu-item <Bestand>, <Afsluiten>
Maak ook gebruik van de contextspecifieke helpfunctie
van TNCremoNT, waarin alle functies worden verklaard.
De helpfunctie wordt met behulp van de F1-toets
geactiveerd.
618
1
2
13 MOD-functies