Gebruik de functie PLANE SPATIAL wanneer uw machine is
uitgevoerd met rechthoekige rotatie-assen.SPA komt dan
overeen met de rotatie van de A-as, SPB met die van de B-
as en SPC met die van de C-as. Omdat u altijd alle drie
hoeken moet invoeren, definieert u de hoeken van de
assen waarvan uw machine niet is voorzien met 0.
Om de verschillen tussen de afzonderlijke definitiemogelijkheden
reeds vóór het selecteren van functies te verduidelijken, kunt u met de
softkey een animatie starten.
De parameterdefinitie van de PLANE-functie is in twee
stukken opgedeeld:
De geometrische definitie van het vlak, die voor elk van
de beschikbare PLANE-functies verschillend is
Het positioneergedrag van de PLANE-functie, dat
onafhankelijk van de definitie van de vlakken kan worden
waargenomen en voor alle PLANE-functies identiek is (zie
"Positioneergedrag van de PLANE-functie vastleggen"
op bladzijde 502)
De functie Actuele positie overnemen is niet mogelijk bij
een actief gezwenkt bewerkingsvlak.
Als u de PLANE-functie bij actieve functie M120 gebruikt,
heft de TNC de radiuscorrectie en dus ook de functie
M120 automatisch op.
HEIDENHAIN iTNC 530
487