11.7 Q-parameters controleren en
veranderen
Werkwijze
Q-parameters kunnen bij het maken, testen en afwerken in de
werkstanden Programmeren/bewerken, Programmatest,
Automatische programma-uitvoering en Programma-uitvoering regel
voor regel worden gecontroleerd en veranderd.
Eventueel Programma-uitvoering afbreken (bijv. externe STOP-toets
en softkey INTERNE STOP indrukken) resp. Programmatest stopp
en
Q-parameter-functies oproepen: toets Q resp. softkey
Q INFO in de werkstand Programmeren/bewerken
indrukken
De TNC maakt een lijst van alle parameters en de
bijbehorende actuele waarden. Kies met de
pijltoetsen of de softkeys de gewenste parameter
voor het per bladzijde verderbladeren
Wanneer de waarde moet worden veranderd, voer
dan een nieuwe waarde in en bevestig deze met de
ENT-toets
Wanneer de waarde niet moet worden veranderd, dan
moet de softkey ACTUELE WAARDE worden
ingedrukt of de dialoog met de END-toets worden
beëindigd
Door de TNC toegepaste parameters zijn van commentaar
voorzien.
546
11 Programmeren: Q-parameters