CILINDERMANTEL buitencontour frezen
(cyclus 39, software-optie 1)
Machine en TNC moeten door de machinefabrikant
voorbereid zijn.
Met deze cyclus kan een op de uitslag gedefinieerde open contour op
de mantel van een cilinder worden overgebracht. De TNC stelt het
gereedschap bij deze cyclus zo in, dat de wand van de gefreesde
contour bij actieve radiuscorrectie parallel aan de cilinderas verloopt.
Anders dan bij de cycli 28 en 29, definieert u in het contour-
subprogramma de werkelijk te vervaardigen contour.
1 De TNC positioneert het gereedschap boven het startpunt van de
bewerking. Het startpunt legt de TNC op een
gereedschapsdiameter afstand naast het eerste in het contour-
subprogramma gedefinieerde punt
2 Nadat de TNC op de eerste diepte-instelling heeft gepositioneerd,
benadert het gereedschap op een cirkelboog met freesaanzet Q12
tangentieel de contour. Eventueel wordt rekening gehouden met
overmaat voor kantnabewerking
3 Bij de eerste diepte-instelling freest het gereedschap met
freesaanzet Q12 langs de contour totdat de gedefinieerde
aaneengesloten contour helemaal is voltooid
4 Daarna verplaatst het gereedschap zich tangentieel van de wand
van de dam af, terug naar het startpunt van de bewerking
5 De stappen 2 t/m 4 worden herhaald totdat de geprogrammeerde
freesdiepte Q1 is bereikt
6 Ten slotte verplaatst het gereedschap zich in de gereedschapsas
terug naar veilige hoogte, of naar de laatste vóór de cyclus
geprogrammeerde positie (afhankelijk van machineparameter
7420)
HEIDENHAIN iTNC 530
421