8.9 Cycli voor
coördinatenomrekening
Overzicht
Met coördinatenomrekeningen kan de TNC een eenmaal
geprogrammeerde contour op verschillende plaatsen op het werkstuk
in een gewijzigde positie en grootte uitvoeren. De TNC beschikt over
de volgende coördinatenomrekeningscycli:
Cyclus
7 NULPUNT
Contouren direct in het programma
verschuiven of vanuit nulpunttabellen
247 REFERENTIEPUNT VASTLEGGEN
Referentiepunt tijdens de programma-
uitvoering vastleggen
8 SPIEGELEN
Contouren spiegelen
10 ROTATIE
Contouren in het bewerkingsvlak roteren
11 MAATFACTOR
Contouren verkleinen of vergroten
26 ASSPECIFIEKE MAATFACTOR
Contouren vergroten of verkleinen met
asspecifieke maatfactoren
19 BEWERKINGSVLAK
Bewerkingen in gezwenkt
coördinatensysteem uitvoeren voor
machines met zwenkkoppen en/of
draaitafels
Werking van de coördinatenomrekeningen
Begin van de werking: een coördinatenomrekening werkt vanaf haar
definitie – wordt dus niet opgeroepen. Zij werkt net zolang totdat ze
teruggezet of opnieuw gedefinieerd wordt.
Coördinatenomrekening terugzetten:
Cyclus met waarden voor de basisinstelling opnieuw definiëren,
bijv. maatfactor 1,0
Additionele functies M02, M30 of de regel END PGM uitvoeren
(afhankelijk van machineparameter 7300)
Nieuw programma kiezen
Additionele functie M142 Modale programma-informatie wissen
programmeren
HEIDENHAIN iTNC 530
Softkey
Bladzijde
Bladzijde 460
Bladzijde 465
Bladzijde 466
Bladzijde 468
Bladzijde 469
Bladzijde 470
Bladzijde 471
459