Details virtuele ingang
De details voor een virtuele ingang omvatten de huidige factorwaarde, de huidige waarden van de ingangen die in
de berekening worden gebruikt, alarmmeldingen, de status en het ingangstype.
Instellingen
Raak het Bewerk-pictogram aan om de instellingen voor de virtuele ingang te bekijken of te wijzigen.
Min Verstoring
Max Verstoring
Waarde bij Min Ver-
storing
Waarde bij Max Ver-
storing
Effeningsfactror
Schakel Verstorings-
kanelen Uit
Verstoring Ingang
Naam
Type
5.2.24 Virtuele ingang externe Modbus-sensor
ALLEEN BESCHIKBAAR ALS ER EEN MODBUS-CODEBESTAND IS GEÏMPORTEERD EN DE
COMM-STATUS IN HET MENU VOOR EXTERNE COMMUNICATIE IS INGESTELD OP MODBUS
De virtuele ingang voor Modbus Vanop Afstand wordt gebruikt om een sensor te simuleren door de sensorwaarde
van een Modbus-toepassing via Modbus TCP te verkrijgen. Deze informatie kan worden gebruikt om een regeluit-
gang te activeren, of worden opgeslagen in een logbestand of in een grafiek worden vastgelegd op precies dezelfde
manier als een fysieke sensor.
Ingangsdetails
De details voor dit type ingang omvatten de huidige waarde, alarmen, de minimum-, maximum- en gemiddelde
waarden over de laatste 24 uur, de status van de ingang, datum/tijd van de laatste update, cyclustijd, 24-uurs tijd,
totale tijd, datum/tijd van laatste reset totale tijd en het huidige type ingangsinstelling.
Instellingen
Raak het Bewerk-pictogram aan om de instellingen voor de virtuele ingang te bekijken of te wijzigen.
Alarmen
Dode Band
Voer de waarde in van de verstoringsingang waarbij de waarde van de berekende factor
de waarde van de min. verstoring is (hieronder ingesteld).
Voer de waarde in van de verstoringsingang waarbij de waarde van de berekende factor
de waarde van max. verstoring is (hieronder ingesteld).
Voer de waarde van de factor in die optreedt wanneer de verstoringsingang zich op de
min. verstoringswaarde bevindt.
Voer de waarde van de factor in die optreedt wanneer de verstoringsingang zich op de
max. verstoringswaarde bevindt.
Verhoog het percentage van de vereffeningsfactor om de reactie op veranderingen te
dempen. Met een vereffeningsfactor van 10% bijvoorbeeld zal de volgende uitlezing
bestaan uit een gemiddelde van 10% van de vorige waarde en 90% van de huidige
waarde.
Als een van de relais of digitale ingangen is geselecteerd, is de vermenigvuldigings-
waarde van de verstoringsingang ingesteld op 1.0. als het geselecteerde relais of de
digitale ingang actief is. Gewoonlijk wordt dit gebruikt om het gebruik van de versto-
ringsfunctie te stoppen in het geval van een verstoorde toestand.
Selecteer de echte sensoringang die gebruikt wordt om de regeluitgang aan te passen.
De naam die gebruikt wordt voor de ingang kan gewijzigd worden.
Selecteer het type ingang: hetzij Berekening, Redundant, Ruwe waarde, Verstoring of
Niet gebruikt.
De alarmmeldingsgrenzen Laag-Laag, Laag, Hoog en Hoog-Hoog kunnen worden
ingesteld.
Dit is de dode band van het alarm. Wanneer het Hoog-alarm bijvoorbeeld 7,00 is en
de dode band is 0,1, dan zal het alarm ingeschakeld worden bij 7,01 en uitgescha-
keld bij 6.90.
76