Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

5.2.4
pH
Instellingen
Raak het Bewerk-pictogram aan om de instellingen voor de sensor te bekijken of te wijzigen.
Alarmen
Dode Band
Alarm & datalog
onderdrukking
Effeningsfactror
Reset Kalibratie Waarden Open dit menu om de sensorkalibratie terug te zetten naar de standaardwaarden.
Kal Nodig Alarm
Buffers
Standaard Temp
Kabellengte
Ø Kabel
Elektrode
Naam
Type
5.2.5

Redox

Instellingen
Raak het Bewerk-pictogram aan om de instellingen voor de sensor te bekijken of te wijzigen.
Alarmen
Dode Band
Reset Kalibratie Waarden Open dit menu om de sensorkalibratie terug te zetten naar de standaardwaarden.
Kal Nodig Alarm
De alarmmeldingsgrenzen Laag-Laag, Laag, Hoog en Hoog-Hoog kunnen worden
ingesteld.
Dit is de dode band van het alarm. Wanneer het Hoog-alarm bijvoorbeeld 9.50 is en
de dode band is 0.05, dan zal het alarm ingeschakeld worden bij 9.51 en uitgescha-
keld bij 9.45.
Wanneer een van de relais of digitale ingangen geselecteerd wordt, worden eventu-
ele alarmmeldingen die betrekking hebben op deze ingang onderdrukt wanneer het
geselecteerde relais of de digitale ingang actief is. Tegelijkertijd tonen alle datalogs
en grafieken die de ingang bevatten, geen gegevens voor de duur van de activering.
Verhoog het percentage van de vereffeningsfactor om de reactie op veranderin-
gen te dempen. Met een vereffeningsfactor van 10% bijvoorbeeld zal de volgende
uitlezing bestaan uit een gemiddelde van 10% van de vorige waarde en 90% van de
huidige waarde.
Voor de weergave van een alarmbericht als herinnering om de sensor te kalibreren
volgens een regelmatig schema. Voer hiervoor het aantal dagen tussen de kalibraties in.
Stel deze op 0 in wanneer er geen herinneringen nodig zijn.
Selecteer of kalibratiebuffers handmatig worden ingevoerd of dat ze automatisch
worden gedetecteerd, en indien ja, welke set met buffers zal worden gebruikt. De
keuzes zijn Manueel, JIS/NIST-norm, DIN-technisch of Traceerbaar 4/7/10.
Als op enig moment het temperatuursignaal niet meer wordt gedetecteerd, gebruikt
de regelaar de ingestelde standaardtemperatuur voor de temperatuurcompensatie.
De regelaar compenseert automatisch voor fouten in de gemeten waarden die het
gevolg zijn van lengteverschillen in de gebruikte kabel.
De kabellengtecompensatie is afhankelijk van de diameter van de draad die wordt ge-
bruikt om de kabel te verlengen
Selecteer Glas voor een standaard pH-elektrode of Antimoon. pH-elektrodes van
antimoon hebben een standaardhelling van 49 mV/pH en een offset van -320 mV
bij pH 7.
De naam die gebruikt wordt voor de sensor kan gewijzigd worden.
Selecteer het type sensor dat moet worden aangesloten.
De alarmmeldingsgrenzen Laag-Laag, Laag, Hoog en Hoog-Hoog kunnen worden
ingesteld.
Dit is de dode band van het alarm. Wanneer het Hoog-alarm bijvoorbeeld 800 is en
de dode band is 10, dan zal het alarm ingeschakeld worden bij 801 en uitgescha-
keld bij 790.
Voor de weergave van een alarmbericht als herinnering om de sensor te kalibreren
volgens een regelmatig schema. Voer hiervoor het aantal dagen tussen de kalibraties in.
Stel deze op 0 in wanneer er geen herinneringen nodig zijn.
59

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave