Richtwaarde
Pomp Debiet
Pomp Instellingen
Soortelijk Gewicht
Hand Uitgang
Modus Uitgng UIT
Uitgang Fout
Ingang
I.F. Ingang
Laag I.F. Limiet
5.3.31
Analoge of regeluitgangen, Regelmodus PID
ALLEEN BESCHIKBAAR WANNEER DE REGELAAR VOORZIEN IS VAN ANALOGE-UITGANGSHARDWARE EN
HVAC-MODUS UITGESCHAKELD IS
De PID-algoritme regelt een analoge uitgang (4-20 mA) met behulp van een standaard Proportionele-Integrerende-Dif-
ferentiërende-regellogica. De algoritme zorgt voor een feedbackregeling op basis van een foutwaarde die continu
wordt berekend als het verschil tussen een gemeten procesvariabele en een gewenst instelpunt. Regelinstellingen
bepalen de reactie voor de proportionele (de grootte van de fout), integrerende (de tijd dat de fout aanwezig is) en dif-
ferentiërende (de mate van verandering voor de fout) parameters. Met de juiste afstelling kan de PID-regelalgoritme de
proceswaarde dicht bij het instelpunt houden waarbij overshoot en undershoot worden geminimaliseerd.
Genormaliseerde fout
De foutwaarde ten opzichte van het instelpunt die door de controller is berekend, wordt genormaliseerd en weergege-
ven als een percentage van de volledige schaal. Hierdoor zijn de regelparameters die door de gebruiker zijn ingevoerd
niet afhankelijk van de schaal van de procesvariabele en de PID-reactie met soortgelijke instellingen zal consistenter
zijn, ook als verschillende typen sensoringangen worden gebruikt.
De schaal die gebruikt wordt om de fout te normaliseren, is afhankelijk van het geselecteerde sensortype. Standaard
wordt het volledige nominale bereik van de sensor gebruikt. Dit bereik kan door de gebruiker worden bewerkt wanneer
een krappere regeling gewenst is.
PID-vergelijkingsformaten
De controller ondersteunt twee verschillende PID-vergelijkingsvormen zoals opgegeven in de instelling Versterkings-
vorm. Voor de twee vormen zijn verschillende eenheden nodig voor het invoeren van de PID-regelparameters.
Standaard
De standaardvorm is gebruikelijker in de branche omdat zijn op tijd gebaseerde instellingen voor de integrerende en
differentiërende coëfficiënten zinvoller zijn. Deze vorm wordt standaard geselecteerd.
Parameter
K
p
T
i
T
d
Voer het gewenste PPM-instelpunt voor het product in.
Voer het maximumdebiet voor de doseerpomp in.
Voer de instelling voor de slaglengte voor de doseerpomp in als percentage.
Voer het specifieke soortelijke gewicht in van het toe te voegen product.
Voer het gewenste uitgangspercentage in wanneer de uitgang in de modus Handmatig
staat.
Voer de gewenste mA-uitgangswaarde in wanneer de uitgang uitgeschakeld is of vergrendeld
of tijdens de kalibratie van de sensor die als ingang wordt gebruikt. Het toegestane bereik is 0
tot 21 mA.
Voer de gewenste mA-uitgangswaarde in wanneer de sensor geen geldig signaal naar de
regelaar stuurt. Het toegestane bereik is 0 tot 21 mA.
Selecteer de debietmeter die moet worden gebruikt als ingang voor dit regelrelais.
Selecteer de virtuele ingang die geprogrammeerd is als een verhoudingsberekening
van de systeemgeleidbaarheid/suppletiewatergeleidbaarheid of selecteer Geen.
Voer de lage limiet in voor concentratiecycli, mits van toepassing. De berekende aan-tijd
is beperkt tot een maximumwaarde wanneer de concentratiecycli te laag worden.
Beschrijving
Gain
Integratie Tijd
Differentiatie Gain
Eenheden
zonder eenheid
seconden of seconden/herha-
ling
seconden
112