Deze garantie geldt alleen bij normaal gebruik en onderhoud en wanneer de uitrusting gebruikt wordt conform de instructies van WALCHEM en voor het doel dat schriftelijk is vastgelegd op het moment van aankoop, indien van toepassing. De aansprakelijkheid van WALCHEM volgens deze garantie blijft beperkt tot de vervanging of reparatie FOB Holliston, MA, VS.
Pagina 5
6.0 BEDIENING via ethernet ...............104 6.1 Aansluiten op een LAN ..................... 104 6.1.1 Met behulp van DHCP ...................104 6.1.2 Met gebruik van een vast IP-adres ................104 6.2 Rechtstreeks aansluiten op een computer ............... 104 6.3 Door de webpagina’s bewegen ................105 6.4 Webpagina Grafieken ....................
1.0 INLEIDING Regelaars van de serie Walchem Intuition-6™ bieden veel flexibiliteit bij de regeling van toepassingen voor metaalaf- werking. Er zijn een of twee sensoringangen beschikbaar die compatibel zijn met verschillende sensoren: Enkelvoudig koper of nikkel plus enkelvoudig pH Dubbele analoge ingang (4-20 mA)
Pagina 7
Een optionele ethernetfunctie maakt toegang op afstand tot de programmering van de regelaar mogelijk via een recht- streeks aangesloten pc, via een local area network (LAN) of via de Walchem Fluent-accountmanagementserver. Daar- mee kunnen datalogbestanden (in .csv-indeling, compatibel met spreadsheets als Excel) en alarmen via e-mail worden verzonden naar maximaal acht e-mailadressen.
2.0 SPECIFICATIES Meetmogelijkheden Sensorspecificaties Koper Bereik 0,10 tot 99 g/l (afhankelijk van de te meten chemicalie) 0,10 tot 5,50 g/l typisch voor inductief koper Resolutie 0,01 g/l Precisie ± 0,01 g/l Nikkel Bereik 0,10 tot 25 g/l (afhankelijk van de te meten chemicalie) Resolutie 0,01 g/l Precisie...
Pagina 9
Temperatuur RTD 100 Ω Bereik 23 tot 500 °F (-5 tot 260 °C) Resolutie 0.1 °F (0,1 °C) Precisie ± 1% van waarde of ± 1 °C, welke van de twee het hoogst is Temperatuur RTD 1000 Ω Bereik 23 tot 500 °F (-5 tot 260 °C) Resolutie 0.1 °F (0,1 °C) Precisie...
Inductieve geleidbaarheid (niet beschikbaar op de combinatiesensor/analoge ingangskaart) OF Desinfectie Versterkte pH, Redox of ISE Vereist een voorversterkt signaal. Walchem WEL- of WDS-serie aanbevolen. ±5VDC-voeding beschikbaar voor externe voorversterkers. Elke sensoringangskaart bevat een temperatuuringang Temperatuur 100 of 1000 ohm RTD, 10K of 100K thermistor...
Pagina 11
Digitale ingangssignalen (6): Digitale ingangen - statustype Elektrisch: Optisch geïsoleerd en met een elektrisch geïsoleerde 9V-voe- ding met een nominale stroom van 2,3 mA wanneer de digitale inputscha- kelaar wordt gesloten Typische responsetijd: < 2 seconden Ondersteunde toestellen: alle geïsoleerde droge contacten (bijv. relais, reed-schakelaar) Typen: Vergrendeling Digitale ingangen –...
(100 – 240 VAC) dat gebouwen met een woonfunctie van stroom voorziet. Bedoeld gebruik De Walchem Intuition-6 is een op een microprocessor gebaseerd meet- en regelinstrument dat parameters voor waterkwali- teit en andere procesvariabelen meet in diverse toepassingen voor water- en rioolwaterzuivering. Als het instrument wordt gebruikt op een andere manier dan beschreven in deze instructies, kunnen de veiligheid en werking van het meetsysteem in gevaar komen, en daarom is dat niet toegestaan.
Variabelen en hun grenswaarden Sensoringangsinstellingen Lage grenswaarde Hoge grenswaarde Kalibratieoffset (alleen koper of nikkel) -10 g/l of oz/gal 10 g/l of oz/gal Stabilisatietijd (alleen koper of nikkel) 0:00 minuten 59:59 minuten Alarmgrenswaarden Ondergrens van sensor- Bovengrens van sensorbereik bereik Ingangsalarm dode band Ondergrens van sensor- Bovengrens van sensorbereik bereik...
Auto Dim Tijd 0 seconden 23:59:59 UU:MM:SS Grafiekinstellingen Lage grenswaarde Hoge grenswaarde Grenswaarde lage as Ondergrens van sensor- Bovengrens van sensorbereik bereik Grenswaarde hoge as Ondergrens van sensor- Bovengrens van sensorbereik bereik 3.0 UITPAKKEN & INSTALLATIE Het toestel uitpakken Inspecteer de inhoud van de doos. Attendeer de vervoerder onmiddellijk op tekenen van schade aan de regelaar of aan de onderdelen ervan.
Terwijl het positioneren van de sensor niet bepaald gevoelig is voor de tanklay-out, worden de volgende suggesties gegeven om de installatie te ondersteunen: • Plaats de sensor niet tussen de verwarmingen; wanneer oplossing niet meer stroomt, kan de bescherming van polypropyleen smelten.
Pagina 18
autonome bemonsteringspomp zijn (die gewoonlijk hoge-temperatuurbegrenzingen heeft) of een hogetemperatuur- pomp (wat gewoonlijk een aftakking van de recirculatiepomp is). De doorstroomsensor/bemonsteringslus moet worden geïnstalleerd volgens de volgende richtlijnen: • Monteer de sensor op een trillingsvrij, verticaal oppervlak, zodat de inlaataansluiting van de sensorbuis zich aan de onderzijde bevindt en de uitlaat aan de bovenzijde.
Pagina 19
dan is de max. vertragingstijd = 0,20 g/l = 0,60 minuten 4 x (0,08333 g/l /min) Dus 0,60 minuten is de maximale tijd die de oplossing mag gebruiken om de sensor te bereiken. Om de pompdoorstroomsnelheid te berekenen: Minimum pompdoorstroomsnelheid = inhoud van het systeem* Maximale vertragingstijd waarbij de inhoud van het systeem = π...
Installatie van andere sensor Raadpleeg de specifieke instructies die bij de sensor worden geleverd voor gedetailleerde aanwijzingen in verband met de montage. Algemene richtlijnen Breng de sensoren aan op een plaats waar een actieve bemonstering van het water mogelijk is en waar de senso- ren gemakkelijk kunnen worden verwijderd om ze te reinigen.
Pagina 21
De pH/desinfectiesensor moet zo dicht mogelijk bij de regelaar geplaatst worden, op een maximumafstand van ca. 30 m (100 ft). Een aftakdoos en afgeschermde verlengkabel zijn verkrijgbaar als de standaardlengte van 6 m (20 feet) niet volstaat. De sensor moet zodanig worden geïnstalleerd dat de meetvlakken altijd nat blijven.
Pagina 22
IMMERSIBLE SENSOR 20 FT (80 FT MAX.) POWER PLATING BATH FORMAL- STABILIZER COPPER CAUSTIC DEHYDE WCU WITH IMMERSIBLE SENSOR (TYPICAL ELECTROLESS COPPER APPLICATION) CONVEYORIZED SPRAY EQUIPMENT WASTE TREATMENT W A L C H E M 80 FT. MAX. METERING PUMPS POWER MANUAL CIRCULATING...
Pagina 23
Figuur 2 WNI met doorstroomsensor en ontgasser (typi- sche inductieve nikkeltoepassing)
Pagina 24
Figuur 3 WNI met doorstroomsensor zonder ontgasser (typische inductieve nikkeltoepassing)
Het is noodzakelijk dat dit product correct wordt geaard. Elke poging om de aardingsfunctie te omzeilen, brengt de veiligheid van personen en goederen in gevaar. Het gebruik van dit product op een manier die niet door Walchem gespecificeerd is, kan de door de uitrusting geboden bescherming nadelig beïnvloeden.
Pagina 26
Power Cord Sensors Ethernet Power Switch Digital Inputs Relays Analog Outputs Figuur 4 Bekabeling leidingwerk...
Pagina 27
Figuur 5 Identificatie van onderdelen...
Pagina 28
Optional Temperature Cu/Ni Compensation TEMP– WHT/GRN TEMP– TEMP+ GRN/WHT TEMP+ IN– WHT/ORN IN– ORN/WHT –5V WHT/BLU –5V BLU/WHT WHT/BLU pH electrode ORN/WHT GRN/WHT BLU/WHT +2.5V WHT/GRN +2.5V SHIELD SHIELD Cu/Ni SHIELD USE TB3 #12 Shield to TB 3#12 TB1 (for Sensor 1) or TB2 (for optional Sensor 2) Figuur 6 Bedrading koper/nikkel + sensoringang pH-kaart...
Pagina 29
SENSOR INPUT CARD LABEL pH/ORP ECOND CCOND TEMP– WHT TEMP– TEMP– TEMP– TEMP+ TEMP+ TEMP+ TEMP+ GRN IN– R-SHLD BLACK RCV– Conductivity RCV+ Electrode SHIELD X-SHLD SHIELD SHIELD GRN WHT RED BLK –5V High Pressure XMT+ XMT– TB1 (for Sensor 1) or TB2 (for optional Sensor 2) General Purpose (wiring is typical of all...
Pagina 34
SENSOR LABEL TB1 (for Sensor 1) or CCOND pH/ORP TB2 (for optional Sensor 2) 2 Wire 2 Wire 3 Wire 4 Wire Loop Pwrd TEMP– TEMP– 24V(-) COM(–) LITTLE DIPPER 4 WIRE +24V +24V +24V XMTR– XMTR– XMTR– XMTR+ XMTR+ XMTR+ SHIELD or use DI SHIELD (TB3 7-12) CCOND pH/ORP 2 Wire...
Pagina 35
DIG IN 3+ DIG IN 3– +9 VDC SIGNAL DIG IN 4+ IN – DIG IN 4– POWER +9V +9 VDC SENSOR 1 SENSOR 2 LABEL LABEL FLOW SWITCH Contact Closure: SHIELD Polarity not critical Hall Effect FLOW METER DIG IN 1+ 13 DIG IN 5+ 13 DIG IN 2+ DIG IN 1–...
Pagina 38
External Power – External – Power GRN 120V Fused GRN/YEL 240V External BLK 120V WHT 120V BRN 240V Power BLU 240V Source BLK 120V BRN 240V GRN 120V Fused GRN/YEL 240V External WHT 120V BLU 240V Power BLK 120V Source BRN 240V ALARM WHT 120V...
Pagina 39
External Power – External – Power External – Power External – Power GRN 120V Fused GRN/YEL 240V External WHT 120V WHT 120V BLU 240V Power BLU 240V ALARM BLK 120V Source BRN 240V BLK 120V BRN 240V Power Supply (115 VAC or 230 VAC) Figuur 17 W640 Bedrading wisselspanning &...
Pagina 40
DIG IN 3+ DIG IN 3– +9 VDC DIG IN 4+ DIG IN 4– +9 VDC SENSOR 1 SENSOR 2 LABEL LABEL SHIELD DIG IN 1+ 13 DIG IN 5+ 13 DIG IN 2+ DIG IN 1– 14 DIG IN 5– 14 DIG IN 2–...
4.0 FUNCTIEOVERZICHT Frontpaneel Padlock Loop USB Port System Status LED Alarm LED Figuur 19 Frontpaneel Aanraakscherm Als de regelaar aan staat, wordt op het display het hoofdscherm (“Home”) getoond. Bovenaan het scherm staan tab- bladen voor elke grote menugroep: Home, Ingangen, Uitgangen, Grafiek, HUA (bediening Hand - Uit - Automatische uitgang), Configuratie en Alarmen.
Pagina 42
Menu HUA Menu Grafiek Startpagina Filter In de menuschermen kunnen andere pictogrammen voorkomen. Het Kalibratie-pictogram wordt weergegeven in de sensoringangsmenu’s en opent het kalibratie- menu Het Grafiek-pictogram wordt in menu's Ingangen weergegeven en opent het menu Grafiek met die ingang Het Bewerk-pictogram wordt in de menu met informatie voor Ingang en Uitgang weergegeven en de instellingen kunnen ermee worden bewerkt Het Informatie-pictogram wordt in het menu voor Ingang en Uitgang weergegeven in plaats van...
De Omhoog- en Omlaag-pictogrammen worden in de Bewerk Home Scherm Layout weergege- ven en gebruikt om een parameter omhoog of omlaag op het scherm te verplaatsen Het Verwijderen-pictogram wordt in de Bewerk Home Scherm Layout weergegeven en gebruikt om alle inhoud in dat deel van het scherm Home te wissen <task_delete> Het Terug-pictogram wordt in HUA Instellingen in het menu Uitgang weergegeven en zorgt dat u terug naar de lijst met instellingen voor die uitgang gaat.
Opstarten Eerste keer opstarten Nadat u de behuizing hebt gemonteerd en de bedrading hebt aangebracht, is de regelaar klaar voor gebruik. Steek de stekker van de regelaar in en zet de voedingsschakelaar aan, zodat de regelaar van stroom wordt voorzien. Op het display verschijnt even het logo .
Pagina 45
Wanneer de andere ingangskaart een kaart met een dubbele analoge ingang (4-20mA-signaal) is, selecteert u het type sensor dat moet worden aangesloten. Selecteer AI-monitor wanneer het apparaat zelfstandig kan worden gekalibreerd en de W600-kalibratie alleen in mA-eenheden plaatsvindt. Selecteer Zender wanneer het aangeslo- ten apparaat niet zelfstandig kan worden gekalibreerd en de W600 moet worden gebruikt om de engineeringmee- teenheden te kalibreren.
Instellingen voor het scherm Home (zie deel 5.4.9) Wanneer de regelaar voor de juiste functie is geprogrammeerd, kunnen de parameters op het scherm Home, en hun grootte en positie worden aangepast. Standaard worden de eerste twee sensoringangen links op de eerste pagina weergegeven, met de status van acht relais aan de rechterzijde, met niets op de optionele tweede of derde pagina.
CONFIG MENU Comm Instellingen Veeg voor aanvullende instellingen voor Comm Instellingen: Toestel ID Netwerk Comm Status Data Formaat Data Poort Verbose Logging Algemene Instellingen Veiligheidsinstellingen Ethernetinstellingen Ethernet Details Bestand Hulpprogramma Veeg voor aanvullende instellingen voor Bestand Comm Instellingen Email Rapport Instellingen Hulpprogramma: Display-instellingen Bestand Hulpprogramma...
Menu Alarmmeldingen Raak het Alarmen-pictogram aan om een lijst met actieve alarmen weer te geven. Als er meer dan zes actieve alarmen zijn, wordt het PageDown-pictogram getoond; raak dit pictogram aan om de volgende pagina met alarmen te laten weergeven. Raak het Hoofdmenu-pictogram aan om terug te gaan naar het vorige scherm.
voor beide metingen en referentiegolflengten. Als de kalibratie mislukt is, kunt u opnieuw proberen, of annuleren. Zie hoofdstuk 8 voor het opsporen en verhelpen van mislukte kalibraties. Hervat Sturing Breng de sensor opnieuw aan in het proces en raak Bevestigen aan zodra u klaar bent om de regeling te hervatten.
Spoel Sensor Haal de sensor uit het proces, spoel hem af en plaats hem in de bufferoplossing. Raak Bevestigen aan wanneer u klaar bent. Raak Bevestigen aan wanneer u klaar bent. Stabiliseren Wanneer de temperatuur (indien van toepassing) en het signaal van de sensor stabiel zijn, gaat de regelaar au- tomatisch door naar de volgende stap.
Voer de waarde in van de gebruikte buffer Elektrode spoelen Haal de sensor uit het proces, spoel hem af en plaats hem in de bufferoplossing. Raak Bevestigen aan wanneer u klaar bent. Raak Bevestigen aan wanneer u klaar bent. Stabiliseren Wanneer de temperatuur (indien van toepassing) en het signaal van de sensor stabiel zijn, gaat de regelaar automa- tisch door naar de volgende stap.
Ingangswaarde Voer de mA-waarde in die de zender zal versturen. Raak Bevestigen aan om door te gaan of Annuleren om af te breken. Stel ingangssignaal in op de aangegeven waarde Controleer of de zender het gewenste mA-signaal verstuurt. Raak Bevestigen aan om door te gaan of Annuleren om af te breken.
Reset Kalibratie Waar- Open dit menu om de sensorkalibratie terug te zetten naar de standaardwaarden. Kal Nodig Alarm Voor de weergave van een alarmbericht als herinnering om de sensor te kalibreren volgens een regelmatig schema. Voer hiervoor het aantal dagen tussen de kalibraties in.
Comp-factor Het menu verschijnt alleen wanneer Lineaire temp-comp. is geselecteerd. Wijzig de %/graden C op basis van het chemische materiaal dat gemeten wordt. Standaardwa- ter is 2%. Eenheden Selecteer de meeteenheden voor de geleidbaarheid. Naam De naam die gebruikt wordt voor de sensor kan gewijzigd worden. Type Selecteer het type sensor dat moet worden aangesloten.
5.2.4 Temperatuur Instellingen Raak het Instellingen-pictogram aan of wijzig de instellingen die verbonden zijn aan de sensor. Alarmen De alarmmeldingsgrenzen Laag-Laag, Laag, Hoog en Hoog-Hoog kunnen worden ingesteld. Dode Band Dit is de dode band van het alarm. Wanneer het Hoog-alarm bijvoorbeeld 100 is en de dode band is 1, dan zal het alarm ingeschakeld worden bij 100 en uitgeschakeld bij 99.
Kabellengte De regelaar compenseert automatisch voor fouten in de gemeten waarden die het gevolg zijn van lengteverschillen in de gebruikte kabel. Ø Kabel De kabellengtecompensatie is afhankelijk van de diameter van de draad die wordt ge- bruikt om de kabel te verlengen Elektrode Selecteer Glas voor een standaard pH-elektrode of Antimoon.
Kal Nodig Alarm Voor de weergave van een alarmbericht als herinnering om de sensor te kalibreren volgens een regelmatig schema. Voer hiervoor het aantal dagen tussen de kalibraties in. Stel deze op 0 in wanneer er geen herinneringen nodig zijn. Alarm &...
Effeningsfactror Verhoog het percentage van de vereffeningsfactor om de reactie op veranderin- gen te dempen. Met een vereffeningsfactor van 10% bijvoorbeeld zal de volgende uitlezing bestaan uit een gemiddelde van 10% van de vorige waarde en 90% van de huidige waarde. Kabellengte De regelaar compenseert automatisch voor fouten in de gemeten waarden die het gevolg zijn van lengteverschillen in de gebruikte kabel.
5.2.10 Fluorometer-ingang Instellingen Raak het Instellingen-pictogram aan of wijzig de instellingen die verbonden zijn aan de sensor. Alarmen De alarmmeldingsgrenzen Laag-Laag, Laag, Hoog en Hoog-Hoog kunnen worden ingesteld. Dode Band Dit is de dode band van het alarm. Wanneer het Hoog-alarm bijvoorbeeld 7,00 is en de dode band is 0,1, dan zal het alarm ingeschakeld worden bij 7,01 en uitgeschakeld bij 6.90.
Kal Nodig Alarm Voor de weergave van een alarmbericht als herinnering om de sensor te kalibreren volgens een regelmatig schema. Voer hiervoor het aantal dagen tussen de kalibraties in. Stel deze op 0 in wanneer er geen herinneringen nodig zijn. Alarm &...
5.2.13 Debietmeter, type met contactor Ingangsdetails De gegevens voor dit type sensoringang omvatten het totale geaccumuleerde volume door de debietmeter, alarmmel- dingen en het huidige type ingangsinstelling. Instellingen Raak het Instellingen-pictogram aan of wijzig de instellingen die verbonden zijn aan de sensor. Totalisator Alrm Er kan een hoge grenswaarde worden ingesteld voor het totale geaccumuleerde water- volume.
Debiet totaal instellen Dit menu wordt gebruikt om het totale volume in te stellen dat in de controller wordt opgeslagen, zodat het overeenkomt met het register in de debietmeter. Voer de gewens- te waarde in. Geplande Reset Kies deze optie voor het automatisch resetten van het debiettotaal en stel tevens de interval in: dagelijks, maandelijks of jaarlijks.
Pagina 69
het aantal geregistreerde pulsen teruggezet naar nul wanneer er geen afzonderlijke pulsen optreden tijdens de tijds- duur Debiet Alarm Vertraging. Op deze manier worden willekeurige, afzonderlijke pulsen verspreid over een lange tijdsduur niet verzameld en wordt een Debietverificatie-alarm gewist voordat de productdosering feitelijk wordt hersteld.
Stel Debiet Totaal In Dit menu wordt gebruikt om het totale geaccumuleerde volume dat in de regelaar is ingesteld overeen te laten komen met een opgegeven volume. Geplande Reset Kies deze optie voor het automatisch resetten van het debiettotaal en stel tevens de interval in: dagelijks, maandelijks of jaarlijks Totaal Alarm Modus Kies Vergrendeling of Aanhouden voor de regeling van de gekoppelde pomp terwijl het...
Dode Band Dit is de dode band van het alarm. Wanneer het Hoog-alarm bijvoorbeeld 100 is en de dode band is 1, dan zal het alarm ingeschakeld worden bij 100 en uitgeschakeld bij 99 Totalisator Alrm Er kan een hoge grenswaarde worden ingesteld voor het totale aantal contactsluitingen. Alarm &...
Alarmen De alarmmeldingsgrenzen Laag-Laag, Laag, Hoog en Hoog-Hoog kunnen worden ingesteld. Dode Band Dit is de dode band van het alarm. Wanneer het Hoog-alarm bijvoorbeeld 7,00 is en de dode band is 0,1, dan zal het alarm ingeschakeld worden bij 7,01 en uitgeschakeld bij 6.90.
de virtuele ingangswaarde. Dat is zinvol wanneer een defecte sensor gewoonlijk een lage afwijking heeft. Details virtuele ingang De details voor een virtuele ingang omvatten het huidige berekende verschil, de huidige waarden van de ingangen die in de berekening worden gebruikt, alarmmeldingen, de status en het ingangstype. Instellingen Raak het Bewerk-pictogram aan om de instellingen voor de virtuele ingang te bekijken of te wijzigen.
Alarm & datalog Wanneer een van de relais of digitale ingangen geselecteerd wordt, worden eventuele onderdrukking alarmmeldingen die betrekking hebben op deze ingang onderdrukt wanneer het ge- selecteerde relais of de digitale ingang actief is. Tegelijkertijd tonen alle datalogs en grafieken die de ingang bevatten, geen gegevens voor de duur van de activering.
Naam De naam die gebruikt wordt voor het relais kan gewijzigd worden. Modus Selecteer de gewenste regelmodus voor de uitgang. 5.3.2 Relais, aan/uit-regelmodus Uitgangsgegevens De details voor dit type uitgang omvatten de aan/uit-toestand van het relais, HUA-modus of vergrendelstatus, geaccumuleerde aan-tijd, alarmen die betrekking hebben op deze uitgang, huidige cyclus op tijd, relaistype en de huidige instelling van de regelmodus.
Arbeidscyclusperiode Met behulp van een arbeidscyclus kan overshoot van het instelpunt worden voorkomen in toepassingen waar de reactie van de sensor op chemische toevoegingen langzaam is. Geef de tijdsduur voor de cyclus aan en het percentage van de cyclustijd dat het relais bekrachtigd blijft.
Sturing Selecteer het relais dat moet worden gebruikt om dit relais te activeren. 5.3.5 Relais, regelmodus "Percentage timer" Uitgangsgegevens De details voor dit type uitgang omvatten de aan/uit-toestand van het relais, HUA-modus of vergrendelstatus, cyclustijd, geaccumuleerde aan-tijd, alarmen die betrekking hebben op deze uitgang, aan-tijd huidige cyclus, relaistype en de huidige regelmodusinstelling.
Instelpunt Voer de proceswaarde in, waarop het relais gedurende de hele bemonsteringsperiode uit moet zijn. Proportionele Band Voer de afstand in tussen de proceswaarde en het instelpunt waarop het relais bekrach- tigd zal zijn gedurende de hele bemonsteringsperiode. Bemonsterperiode Voer de tijdsduur van de bemonsteringsperiode in. Ingang Selecteer de sensor die door dit relais moet worden gebruikt.
De PID-algoritme regelt een solid-state-relais met behulp van een standaard Proportionele-Integrerende-Differen- tiërende-regellogica. De algoritme zorgt voor een feedbackregeling op basis van een foutwaarde die continu wordt berekend als het verschil tussen een gemeten procesvariabele en een gewenst instelpunt. Regelinstellingen bepalen de reactie voor de proportionele (de grootte van de fout), integrerende (de tijd dat de fout aanwezig is) en differen- tiërende (de mate van verandering voor de fout) parameters.
Beheer van de integrerende waarde Om de integrerende actie van de PID-berekening te bepalen, moet de controllersoftware het totaal bijhouden van het geaccumuleerde gebied onder de foutcurve (huidige integrerende actie). Het waardesymbool dat aan de geaccu- muleerde huidige integrale actie tijdens elke cyclus wordt toegevoegd kan positief of negatief zijn, afhankelijk van de huidige Richting-instelling evenals de relatieve waarden van de huidige procesuitlezing en het instelpunt.
Proportionele Gain Wanneer Parallel is ingesteld als de versterkingsvorm, wordt de waarde zonder eenheid vermenigvuldigd met de genormaliseerde fout (huidige proceswaarde t.o.v. instelpunt) om het proportionele element van het berekende uitgangspercentage te bepalen. Integratie Tijd Wanneer Standaard is ingesteld als de versterkingsvorm, wordt deze waarde verdeeld in de integrerende component van de genormaliseerde fout (gebied onder de foutcurve) en vervolgens vermenigvuldigd met de versterking om de integrerende component te bepalen van het berekende uitgangspercentage.
Instelpunt 2 Voer de proceswaarde voor de tweede sensor in waarbij het relais wordt bekrachtigd. Dode Band Voer de proceswaarde van de sensor afwijkend van het instelpunt in waarbij het relais moet deactiveren. Arbeidscyclusperiode Met behulp van een arbeidscyclus kan overshoot van het instelpunt worden voorkomen in toepassingen waar de reactie van de sensor op chemische toevoegingen langzaam is.
Pagina 83
Uitgangsgegevens De details voor dit type uitgang omvatten de aan/uit-toestand van het relais, HUA-modus of vergrendelstatus, geaccumuleerde aan-tijd, alarmen die betrekking hebben op deze uitgang, aan-tijd huidige cyclus, relaistype en de huidige regelmodusinstelling. Het huidige weeknummer en de dag van de week worden getoond (zelfs als er geen procedure met herhaling over verschillende weken is geprogrammeerd).
Ingang Selecteer de te spoelen sensor. Ingang 2 Selecteer de tweede sensor, mits van toepassing, die moet worden gespoeld. Sensormodus Selecteer het effect dat de sondespoelingsgebeurtenis zal hebben op even- tuele regeluitgangen die gebruikmaken van de sensor(en) die wordt/worden gespoeld. De opties zijn Sensoruitlezingen uitschakelen (schakelt de regel- uitgang uit) of Sensoruitlezing vasthouden op de laatste geldige sensoruitle- zing voorafgaand aan de start van de sondespoelingsgebeurtenis.
5.3.14 Relais, regelmodus Piek Basiswerking timerfunctie Deze algoritme wordt gewoonlijk gebruikt om een basishoeveelheid chloor voor desinfectie te leveren en periodiek het systeem te laten schrikken met een grotere dosering. Tijdens normaal bedrijf reageert het relais op de sensor om een instelpunt binnen een programmeerbare dode band aan te houden, zoals beschreven in de regelmodus Aan/Uit hierboven.
Arbeidscyclusperiode Met behulp van een arbeidscyclus kan overshoot van het instelpunt worden voor- komen in toepassingen waar de reactie van de sensor op chemische toevoegingen langzaam is. Geef de tijdsduur voor de cyclus aan en het percentage van de cyclus- tijd dat het relais bekrachtigd blijft.
5.3.16 Relaisuitgang, regelmodus Debiet-proportioneel ALLEEN BESCHIKBAAR WANNEER DE CONTROLLER OVER PULSE-UITGANGSHARDWARE BE- SCHIKT Overzicht In de regelmodus Debiet-proportioneel bewaakt de regelaar het debiet door een analoge of digitale debietmeter en past continu de proportionele band aan om een richtwaarde PPM-niveau te bereiken. De gebruiker voert de richtwaarde PPM en de noodzakelijke gegevens in om de proportionele band te berekenen (het waterdebiet waarbij de maximum pulssnelheid plaatsvindt) die nodig is om de richtwaarde PPM te bereiken bij dat waterdebiet.
Instellingen Raak het Instellingen-pictogram aan of wijzig de instellingen die verbonden zijn aan het relais. Doseertijd Voer de tijdsduur in hoelang het relais bekrachtigd moet blijven zodra het geaccumu- leerde aantal ingestelde contactsluitingen is bereikt. Geaccumuleerd in- Voer het aantal contactsluitingen in dat nodig is om de relaisbekrachtiging te activeren. stelpunt Ingang Selecteer de ingang die moet worden gebruikt voor de regeling van deze uitgang.
Voorbeeld: R1 is een aan/uit-relais, R2 staat ingesteld op cascademodus met een hoofduitgang voor R1. R3 is inge- steld als een extra relais met cascademodus met een hoofduitgang voor R2. Hierdoor ontstaat een geordende keten van drie relais in de hoofdcascadegroep (R1←R2←R3). Nadat de groep gedefinieerd is, werkt de hoofduitgang (R1) met de standaard aan/uit-regelfunctie.
Pagina 90
Uitgeschakeld Het Debietverificatie-alarm wordt nooit geactiveerd en de hoofdcascadegroep wordt niet beïnvloed door de status van de PosiFlow-ingang. Vergrendeling Wanneer een Debietverificatie-alarm geactiveerd is, wordt de bijbehorende uitgang onmiddellijk uitgeschakeld; indien beschikbaar, worden andere uitgangen in de hoofdcascadegroep in plaats daarvan geactiveerd. Aanhouden Wanneer een Debietverificatie-alarm geactiveerd is, worden andere uitgangen in de hoofdcascadegroep in plaats daarvan geactiveerd, mits deze beschikbaar zijn;...
Pagina 91
Percentage Aantal relais Relais 60,0% 47,4% 41,5% 38,4% 36,5% 40,0% 31,6% 27,7% 25,6% 24,4% 21,1% 18,5% 17,1% 16,2% 12,3% 11,4% 10,8% 7,6% 7,2% 4,8% Uitgangsinschakelmodi Afhankelijk van de keuze van de huidige regelmodus voor de hoofduitgang kunnen er extra instellingen beschik- baar zijn binnen de instellingenlijst van de laatste uitgang van de groep voor extra optie(s) om het gedrag van de hoofdcascadefunctie te optimaliseren.
een dode band van 0,20. De vertragingstijd is uitgeschakeld (ingesteld op 0:00 minuten). Slijtagecompensatie is uitgeschakeld. Wanneer de pH de waarde van 8,50 overschrijdt, wordt R1 ingeschakeld. Wanneer de pH-waarde hoger blijft dan 9,00, wordt R2 ingeschakeld. En wanneer de pH-waarde boven 9,50 stijgt, wordt R3 ingeschakeld. Wanneer de pH-waarde onder 9,30 daalt, schakelt R3 uit.
Pagina 93
Voorbeeld: in een scenario met twee pompen is de hoofduitgang (R1) ingesteld als aan/uit-regeling van de pH-waarde met een instelpunt van 8,50, een dode band van 0,20 en een regelrichting "geforceerd omlaag". De cascade-uitgang (R2) heeft een instelpunt van 9,00 en een dode band van 0,20. De slijtagecompensatie Ongelijke tijdsduur (80/20) wordt geselecteerd met een cyclustijd van 15 minuten.
Pagina 94
Slijtagecompensatie* Selecteer het te gebruiken slijtagecompensatieschema. Raadpleeg de gedetailleerde beschrijving hierboven. Slijtagecyclustijd* Deze instelling verschijnt alleen wanneer de slijtagecompensatiefunctie Gelijke tijds- duur of Ongelijke tijdsduur hierboven is geselecteerd. Voer de hoeveelheid verstreken tijd in, voordat de totale aan-tijden voor elke uitgang opnieuw worden geëvalueerd voor slijtagecompensatie.
Min Relais Cyclus Voer het aantal seconden in voor de minimumhoeveelheid tijd die elk relais in de groep in actieve of inactieve toestand is. Gewoonlijk wordt dit ingesteld op 0, maar als een gemotoriseerde kogelklep wordt ge- bruikt die tijd nodig heeft om te openen en te sluiten, stelt u deze waarde hoog genoeg in zodat de klep tijd heeft om zijn beweging te voltooien.
20 mA Waarde Voer de proceswaarde in, die overeenkomt met een 20mA-uitgangssignaal. Hand Uitgang Voer het gewenste uitgangspercentage in wanneer de uitgang in de modus Handmatig staat. Uitgang Fout Voer het gewenste uitgangspercentage in wanneer het ingangssignaal ongeldig is (Fout-modus). Ingang Selecteer de sensoringang die moet worden doorgestuurd.
Pagina 97
daard wordt het volledige nominale bereik van de sensor gebruikt. Dit bereik kan door de gebruiker worden be- werkt wanneer een krappere regeling gewenst is. PID-vergelijkingsformaten De controller ondersteunt twee verschillende PID-vergelijkingsvormen zoals opgegeven in de instelling Verster- kingsvorm. Voor de twee vormen zijn verschillende eenheden nodig voor het invoeren van de PID-regelparameters. Standaard De standaardvorm is gebruikelijker in de branche omdat zijn op tijd gebaseerde instellingen voor de integrerende en differentiërende coëfficiënten zinvoller zijn.
Pagina 98
stig zal de toename van de integrerende regelactie worden uitgesteld wanneer de uitgang vergrendeld wordt en weer worden hervat nadat de vergrendeling verwijderd is. Schokvrije overdracht Wanneer de uitgang van Hand-modus in Auto-modus wordt geschakeld, berekent de controller een waarde voor de huidige integrerende actie op basis van de huidige fout om hetzelfde uitgangspercentage te genereren als de instelling van de Hand-modus.
Differentiatie Tijd Wanneer Standaard is ingesteld als de versterkingsvorm, wordt deze waarde vermenig- vuldigd met de verandering in de fout tussen de huidige uitlezing en de vorige uitlezing en vervolgens vermenigvuldigd met de versterking om de differentiërende component van het berekende uitgangspercentage te bepalen. Differentiatie Gain Wanneer Parallel is ingesteld als de versterkingsvorm, wordt deze waarde vermenig- vuldigd met de verandering in de fout tussen de huidige uitlezing en de vorige uitlezing...
past continu de proportionele band van de analoge uitgang aan om een richtwaarde PPM-niveau te bereiken. De gebruiker voert de richtwaarde PPM en de noodzakelijke gegevens in om de proportionele band te berekenen (het waterdebiet waarbij de maximum pulssnelheid plaatsvindt) die nodig is om de richtwaarde PPM te bereiken bij dat waterdebiet.
Uitgeschakeld (er worden geen webpagina's verwerkt). SSL-certificaat Dit wordt alleen weergegeven als de webserver-modus HTTPS is. Selecteer tussen Standaardcertificaat (een zelfontwikkeld Walchem-certificaat) of PEM uploaden (waarmee de beheerder van het IT-netwerk een zelf gekozen certificaat kan opgeven).
SSL-bestand met Dit wordt alleen weergegeven als de webserver-modus HTTPS is en PEM uploaden is persoonlijke sleutel geselecteerd. importeren Sluit een USB-stick aan waarop het gewenste persoonlijke-sleutelbestand staat. De bestanden moeten als naam "private.key" hebben en in de hoofdmap van de stick zijn opgeslagen.
DNS Server Toont het DNS-serveradres dat de regelaar momenteel gebruikt. MAC Adres Toont het MAC-adres van de ethernetkaart. Laatste VT Config Toont de datum en tijd van de laatste poging om configuratiegegevens naar de Fluent-server te sturen. Laatste VT Data Toont de datum en tijd van de laatste poging om gegevens naar de Fluent-server te sturen.
Pagina 104
(niet -01) EN de softwareversie 3.31 of hoger is (TLS/SSL) of 3.37 (Wal- chem Fluent) is. Zie het menu Config - Regelaar Details voor de softwareversie van de netwerkkaart. SMTP Server Wordt niet weergegeven als Email Server is Walchem Fluent. Voer het adres van de SMTP-server in, hetzij numeriek of de naam.
ASMTP en poort 465 voor TLS/SSL Vanaf adres Voer het e-mailadres van de regelaar in. Als Walchem Fluent is geselecteerd als e-mailserver, voert u alleen het deel van het adres in dat voor het symbool @ staat. Alle e-mails komen van @ walchem-fluent.net ASMTP Gebruikers- Voer de gebruikersnaam in die nodig is voor verificatie.
Toetstoon Selecteer inschakelen om een pieptoon weer te geven wanneer op een pictogram wordt gedrukt, of uitschakelen om het geluid te dempen 5.4.8 Bestand Hulpprogramma Het menu Bestand Hulpprogramma wordt gebruikt om logbestanden en software-upgradebestanden over te zetten met behulp van de lokale en USB-flashdrive of met behulp van een netwerkverbinding en browser. Wanneer een USB-station wordt gebruikt, moet een kwaliteitsproduct worden gekozen, met een capaciteit van min- der 16 MB een FAT-bestandssysteem.
5.4.9 Regelaar Details Regelaar Toont de naam voor de gebruikte groep standaardinstellingen, zoals gebouwd Product Naam Toont het model van de regelaar, zoals gebouwd Serienummer Toont het serienummer van de regelaar Controlerkaart Toont het versienummer van de printplaat van het frontpaneel Software Ver Toont de softwareversie op de regelaarkaart Spanningskaart...
het relais op dat moment hoog of laag was. In deze weergave worden de pictogrammen <pijl links> en <pijl rechts> weergegeven; als u deze aanraakt, wordt de verticale lijn verplaatst met één gegevenspunt in dit richting. Raak het Afslui- ten-pictogram aan om terug naar de normale grafiekweergave te gaan. Als u de pictogrammen aanraakt, wordt de grafiek vooruit of achteruit in de tijd gegenereerd, in stappen van één tijdbereik.
8 uur 6 minuten Wekelijks ½ dag 10 minuten Wekelijks 1 Dag 20 minuten Wekelijks ½ week 1 uur Maandelijks 1 week 2 uur Maandelijks 2 weken 4 uur Maandelijks 4 weken 8 uur Maandelijks 6.0 BEDIENING via ethernet Exact dezelfde instellingen die beschikbaar zijn met behulp van het aanraakscherm zijn ook beschikbaar met behulp van een browser die is verbonden met het ethernet-IP-adres van de regelaar.
Onderaan bevindt zich de handmatige afmelding. Onder de hoofdmenukoppelingen kunnen zich koppelingen bevinden naar de handleiding, Walchem-website en Wal- chem Fluent-website die van pas kunnen komen als de regelaar verbonden is met het internet.
Om te zien wat de rapportinstellingen zijn, klikt u op de knop Rapportinstellingen laden. De grafiek e-mail bevat een html-bijlage waarop de grafieken zijn weergegeven. De knop Grafiek exporteren kan worden gebruikt om de grafieken op te slaan als afbeelding die naar een document kan worden gekopieerd. Dezelfde knop is ook rechtstreeks vanuit de webpagina Grafieken beschikbaar.
Kalibratie van de externe sensor Voor elke sensoringang is een sensorkalibratie beschikbaar op de webpagina van de ingang. Om een sensorkalibratie te starten, klikt u op de knop eenpunts-proceskalibratie. Er wordt een pop-up geopend waarin de huidige waarde voor die ingang wordt getoond en de nieuwe waarde kan worden ingevoerd.
De frequentie van reiniging en kalibratie varieert sterk afhankelijk van de toepassing, de hierboven ver- melde factoren, evenals de regelnauwkeurigheid die u nodig hebt. De beste manier om het optimale aantal dagen tussen kalibraties te bepalen, is het periodiek verwijderen van de elektrode uit het proces (wekelijks in schoonwatertoepassingen, dagelijks in vuile of hete toepassingen) waarna u de nauwkeurigheid in een bufferoplossing controleert.
8.1.2 pH-sensoren De kalibratie mislukt als de aanpassing van de versterking (“gain”) buiten het bereik 0,2 – 1,2 ligt, of als de bere- kende offset buiten het bereik -140 tot 140 ligt. Mogelijke oorzaak Correctieve maatregelen Vuile elektrode Reinig de elektrode Fout in de bedrading tussen de sensor en de regelaar Correcte bedrading Onjuiste temperatuur uitgelezen of ingesteld...
8.1.6 Desinfectiesensoren De kalibratie mislukt als de aanpassing van de versterking (“gain”) buiten het bereik 0,2 – 10,0 ligt, of als de bere- kende offset buiten het bereik -40 tot 40 ligt. Mogelijke oorzaak Correctieve maatregelen Ontoereikende conditionering Wacht zolang als voorgeschreven vooraleer u een nieuwe kali- bratiepoging onderneemt.
Pagina 116
Overtollige lucht in bemonsteringsleiding Ontlucht de bemonsteringsleiding. Controleer op lekkages. Con- troleer de stand van de sensor. Zorg ervoor dat de ingang van de bemonsteringsleiding niet op een plek is geplaatst waar zich lucht of gas in de tank bevindt. Vervuiling van het bad Een chemische stof in het bad kan de referentiegolflengte absorbe- ren.
Pagina 117
Regeluitgang is in de stand “HAND” gebleven. Zet terug in de stand “AUTO”. Dit kan een normaal onderdeel van het proces zijn. Geen maatregelen nodig. AANGEPASTE MELDING TOESTAND DIGITALE INGANG (“DI STATE”) Een digitale ingang van het “DI State type” kan zodanig worden ingesteld dat een alarmmelding wordt gegenereerd bij open of geslo- ten toestand.
Pagina 118
ALARM i.v.m. BEREIK (voor sensoringangen) Deze alarmmelding geeft aan dat het sensorsignaal buiten het normale bereik ligt. Deze foutsituatie heeft tot gevolg dat geen enkele uitgang die de sensor gebruikt, de regeling nog kan beïnvloeden. Dit voorkomt dat de regeling wordt voortgezet op basis van een foute sensorwaarde.
Pagina 119
NETWERKKAART DEFECT Dit alarm doet zich voor wanneer de ethernetkaart defect is Mogelijke oorzaak Correctieve maatregelen Ethernetkaart vergrendeld Probeer de spanning uit en weer in te schakelen om de kaart te resetten Netwerkkaart niet correct ingestoken Verwijder de netwerkkaart en sluit deze opnieuw aan Defecte ethernetkaart Vervang de ethernetkaart WEB SERVER STORING...
Pagina 120
Slechte verbinding optionele kaart Verwijder en bouw de kaart opnieuw in, schakel voeding uit en in Defecte kaart Stuur de controller terug voor reparatie CONTROLLER, POWER, SENSOR, DISPLAY, NETWORK OR ANALOG OUTPUT BOARD VARIANT Dit alarm wordt geactiveerd wanneer het gedetecteerde kaarttype geen geldig type is Mogelijke oorzaak Correctieve maatregelen Slechte verbinding van de lintkabel...
De FRAM werkt of werkte niet Wanneer een foutmelding vanzelf verdwijnt, is ingrijpen niet nodig. Wanneer de foutmelding niet verdwijnt, spanning uit- en inschake- len. Wanneer de foutmelding niet verdwijnt, de controllerkaart vervan- gen. Procedure voor evaluatie van de geleidbaarheidselektrode Probeer eerst de elektrode te reinigen (raad paragraaf 7.1).
Pagina 122
Sensorkaart niet correct ingestoken Verwijder de kaart en sluit deze opnieuw aan Defecte sensorkaart Vervang de sensorkaart LED OP ETHERNETKAART Geeft de status van de softwaretoepassing aan. Normale werking is dat 5 seconden na inschakeling de led 5 seconden brandt en ver- volgens 5 seconden dooft.
10.0 Servicebeleid Walchem-controllers hebben een garantie van 2 jaar op elektronische componenten en een garantie van 1 jaar op me- chanische onderdelen en elektroden. Zie de Beperkte garantie-verklaring voorin de handleiding voor de details. Walchem-controllers worden ondersteund door een wereldwijd netwerk van geautoriseerde hoofddistributeurs. Neem contact op met uw geautoriseerde Walchem-distributeur voor hulp bij het oplossen van storingen, reserveonderdelen en service.