Inhoudsopgave
Advertenties
ca. 30 m (100 ft). Een aftakdoos en afgeschermde verlengkabel zijn verkrijgbaar als de standaardlengte van 6
m (20 feet) niet volstaat. De sensor moet zodanig worden geïnstalleerd dat de meetvlakken altijd nat blijven.
Als het membraan uitdroogt, zal het gedurende 24 uur traag reageren op veranderingen van het gehalte aan
desinfectiemiddel. Als het membraan herhaaldelijk uitdroogt, zal het minder lang meegaan dan normaal. De
doorstroomcel moet aan de afvoerzijde van een circulatiepomp of stroomafwaarts van een zwaartekrachttoevoer
worden geplaatst. De toestroom naar de cel moet komen van de onderzijde waarop de ¾" × ¼" NPT verloopbus
is gemonteerd. Deze verloopbus zorgt voor de stroomsnelheid die nodig is voor een nauwkeurige meting, en mag
niet worden verwijderd! Er moet een U-sifon worden geïnstalleerd, zodat de sensor ondergedompeld blijft, ook
als de vloeistofstroom stilvalt. De uitlaatopening van de doorstroomcel moet in verbinding staan met de open at-
mosfeer, tenzij de systeemdruk 1 atmosfeer of minder bedraagt. Als de stroming door de leiding niet kan worden
gestopt voor reiniging of kalibratie van de sensor, dan moet het in een by-passleiding worden geplaatst met isola-
tiekleppen zodat de sensor kan worden verwijderd. Installeer de sensor verticaal met het meetoppervlak omlaag
gericht, tenminste 5 graden boven horizontaal. De regeling van de doorstroomsnelheid moet stroomopwaarts van
de sensor gebeuren, want elke doorstroombelemmering stroomafwaarts van de sensor zou de druk tot boven de
atmosferische druk kunnen brengen, waardoor de membraankap beschadigd zou kunnen worden!
De corrosiesensor moet zo dicht mogelijk bij de regelaar geplaatst worden, op een maximumafstand van ca.
30 m (100 ft). Een aftakdoos en afgeschermde verlengkabel (art.nr. 100084) zijn verkrijgbaar als de standaard-
lengte van 3 m (6 ft) of 6 m (20 ft) niet volstaat. De sensor mag alleen worden geïnstalleerd wanneer O-ringen/
elektroden aan de stalen draadstangen worden bevestigd die overeenkomen met de te onderzoeken metallurgie.
Standaard corrosie-elektroden hebben een oppervlak van 5 cm2. Raak de metalen elektroden niet aan; ze moeten
schoon zijn en vrij van krassen, olie of vervuiling om de corrosie nauwkeurig te kunnen meten. De sensor moet
horizontaal worden geïnstalleerd zodat de meetvlakken altijd volledig nat blijven. Idealiter moet de sensor wor-
den geïnstalleerd in de zijtak van een T-stuk van 1"- of ¾", waarbij de stroom het T-stuk via de bovenste aftak-
king instroomt en wegstroomt via de onderzijde van de sensor naar de punten van de elektroden. Een constante
doorstroomsnelheid is vereist, minimaal 5,7 l/m (1,5 gpm), terwijl de ideale doorstroomsnelheid 19 l/m (5 gpm)
is. Wanneer meerdere metalen worden gebruikt, moet het meest edele metaal als eerste worden gebruikt.
14
Advertenties
Inhoudsopgave
