Inhoudsopgave
Advertenties
Het monster is verontreinigd met een molecule die de
meting verstoort (zie de gevoeligheidsspecificatie in
de instructies bij de sensor)
8.1.6 Analoge ingangen
De kalibratie mislukt als de aanpassing van de versterking ("gain") buiten het bereik 0,5 – 2,0 ligt, of als de bere-
kende offset buiten het bereik -2 tot 2 mA ligt.
Mogelijke oorzaak
Fout in de bedrading tussen de sensor en de regelaar
Defecte sensor
8.1.7
Temperatuursensoren
De kalibratie mislukt als de berekende offset buiten het bereik -10 tot 10 ligt.
Mogelijke oorzaak
Fout in de bedrading tussen de sensor en de regelaar
Temperatuuringang is ingesteld op het verkeerde element
Defecte sensor
8.1.8
Corrosie-ingangen
De kalibratie mislukt wanneer de corrosiesnelheid of de ingevoerde onbalanswaarde buiten het bereik van 0 tot 5
keer de instelling Bereik voor de corrosiesnelheid ligt.
Mogelijke oorzaak
Fout in de bedrading tussen de sensor en de regelaar
Instellingen van Bereik zijn te laag
Elektrodepunten zijn niet lang genoeg geconditioneerd
Oude elektroden
Elektrodes zitten los
Elektrodes zij niet volledig ondergedompeld
8.2
Alarmmeldingen
ALARMMELDING HOOG of HOOG-HOOG
Dit alarm wordt gemeld als de sensormeetwaarde stijgt tot boven de ingestelde bovengrenswaarden. Als uw regelaar is geprogram-
meerd voor een alarmrelaisuitgang, dan wordt het alarmrelais bekrachtigd. De regelaar gaat door met het meten van de sensorwaar-
de, en de uitgangen die gebruik maken van de sensor blijven actief.
Mogelijke oorzaak
Het proces is verder buiten de regeling gegaan dan normaal.
De chemicaliënvoorraad is op.
De pomp, de klep of de toevoerleiding is defect.
Het verkeerde chemische product wordt geregeld.
De sensor reageert niet op wijzigingen.
De doseerpomp werkt als een hevel – lekkende klep.
Regeluitgang is in de stand "HAND" gebleven.
Dit kan een normaal onderdeel van het proces zijn.
Verwijder de vervuilingsbron
Correctieve maatregelen
Correcte bedrading
Vervang de sensor
Correctieve maatregelen
Correcte bedrading
Programmeer opnieuw om af te stemmen op het aangesloten
temperatuurelement
Vervang de sensor
Correctieve maatregelen
Correcte bedrading
Verhoog de instelling Bereik
Geef de elektroden de tijd om te conditioneren
Vervang de elektroden en overweeg een herinnering in te
stellen voor Elektrode-alarm
Elektrodes vastdraaien
Installeer een sensor in de zijtak van een t-stuk, niet in het
bovenstuk
Correctieve maatregelen
Het kan nodig zijn om het debiet van de chemicaliën te verhogen.
Vul de chemicaliënvoorraad bij.
Repareer of vervang de regelaar.
Vervang door het correcte chemische product.
Repareer of vervang de sensor. Evalueer de menging of recirculatie.
Repareer of vervang de regelaar of leg de leidingen om.
Zet terug in de stand "AUTO".
Geen maatregelen nodig.
133
Advertenties
Inhoudsopgave
