Pagina 1
WCT/WBLW100 Controllers voor Koeltorens en Ketels Bedieningshandleiding Five Boynton Road Hopping Brook Park Holliston, MA 01746 USA TEL: 508-429-1110 WEB: www.walchem.com...
Deze garantie geldt alleen bij normaal gebruik en onderhoud en wanneer de uitrusting gebruikt wordt conform de instructies van WALCHEM en voor het doel dat schriftelijk is vastgelegd op het moment van aankoop, indien van toepassing. De aansprakelijkheid van WALCHEM volgens deze garantie blijft beperkt tot de vervanging of reparatie F.O.B.
1.0 INLEIDING De controllers uit de Walchem WCT/WBL100-reeks bieden een hoog niveau van flexibiliteit bij de regeling van de toepassingen voor waterbehandeling voor koeltorens en ketels. Er is één sensoringang beschikbaar, die compatibel is met een diversiteit aan sensoren: Sensor met lage celconstante voor contactgeleidbaarheid van condensaat voor koeltorens en ketels...
2.0 SPECIFICATIES Meetmogelijkheden 0.1 Meting van de geleidbaarheid via contact met cel Bereik 0–3.000 µS/cm Resolutie 0,1 µS/cm; 0,0001 mS/cm; 0,01 mS/m; 0,0001 S/m; 0,1 ppm Precisie ± 1% van de afgelezen waarde 1.0 Meting van de geleidbaarheid via contact met cel Bereik 0–30.000 µS/cm Resolutie...
Elektrisch: input/output Ingangsvermogen 100 – 240 VAC, 50 of 60 Hz, maximaal 7A. Zekering: 6,3 A Ingangssignalen Meting van de geleidbaarheid via contact celconstante 0,1; 1,0; of 10,0 Temperatuur 100 of 1000 ohm RTD, 10K of 100K thermistor Digitale ingangen (2) Digitale ingangen –...
Goedkeuringen door officiële instellingen Veiligheid UL 61010–1:2012 3e Ed. CSA C22.2 Nr. 61010–1:2012 3e Ed. IEC 61010–1, 2010 3e Ed. EN 61010–1:2010 3e Ed. IEC 61326–1:2012 EN 61326–1:2013 NB: De controller voldoet aan de prestatiecriteria B volgens EN61000–4–6, EN61000–4–3. *Apparatuur van categorie A: Uitrusting geschikt voor gebruik in andere toepassingen dan huishoudelijke, en apparaten die rechtstreeks aangesloten zijn op het laagspanningsnet (100 –...
Druk vs. Temperatuur 24.1 20.7 17.2 pH/ORP 13.8 10.3 Cond HP Cond/Steel HP pH/ORP/Steel °F °C Variabelen en hun limieten Lage grenswaarde Hoge grenswaarde Sensoringangsinstellingen Geleidbaarheidsalarm – grenswaarden 30.000 Geleidbaarheidsalarm – dode band 30.000 Celconstante 0,01 Effeningsfactor Comp.-factor (alleen geleidbaarheid lineaire ATC) Installatiefactor (alleen Inductieve geleidbaarheid) Lengte van de kabel 3.000...
Pagina 10
Arbeidscyclus Periode (aan/uit, dubbele-instelpunt- 0:00 minuten 59:59 minuten modi) Arbeidscyclus (aan/uit, dubbele-instelpuntmodi) 100% Dode band Ondergrens van sensorbereik Bovengrens van sensorbereik Tijdsduur toevoer (stand “Toevoer op watermeter”) 0 seconden 86.400 seconden Geaccumuleerd volume (stand “Toevoer op watermeter”) 0 1.000.000 Toevoerpercentage (stand “Aftappen gevolgd door 100% toevoer”) Tijdslimiet toevoerblokkering (standen “Aftappen &...
3.0 UITPAKKEN & INSTALLATIE Het toestel uitpakken Inspecteer de inhoud van de doos. Maak de vervoerder onmiddellijk attent op tekenen van schade aan de controller of aan de onderdelen ervan. Neem contact op met uw verdeler (dealer) als er onderdelen ontbreken. De verpakking moet een W100 Controller en een bedieningshandleiding bevatten.
Pagina 12
Belangrijke aanwijzingen in verband met de installatie van de ketel: (zie figuur 3 en 4) Zorg ervoor dat het minimumwaterpeil in de ketel minstens 10 tot 15 cm boven de afschuimaflaatleiding ligt. Als de afschuimerleiding dichter bij het oppervlak van de vloeistof ligt, dan kan er stoom aangezogen worden in plaats van ketelwater.
Pagina 13
verstopt is, kan deze worden geopend om het vuil te verwijderen. Naderhand kan de klep dan weer in de vorige positie gezet worden. Als een plaat met gekalibreerde opening wordt gebruikt, moet u voor heel wat toepassingen stroomafwaarts van de opening een klep aanbrengen om het debiet nauwkeurig te kunnen regelen en extra tegendruk te voorzien.
Het is noodzakelijk dat dit product correct wordt geaard. Elke poging om de aardingsfunctie te omzeilen brengt de veiligheid van personen en goederen in gevaar. Het gebruik van dit product op een manier die niet door Walchem gespecificeerd is, kan de door de uitrusting geboden bescherming nadelig beïnvloeden.
Pagina 16
KOELTOREN ELEKTROMAGNETISCHE KLEP DOSEERPOMPEN WARMTEWISSELAAR CIRCULATIEPOMP 22.5" (571.5 mm) 21.5" (546.1 mm) ø0.25" (6.35 mm) 11.8" (299.7 mm) 10.8" (274.3 mm) Figuur 2 Typische installatie met koeltoren...
Pagina 17
Maximaal 10 ft met minimaal Diameter aftapleiding min. aantal kleppen, bochten en verbindingen 3/4" tot elektrode GELEIDBAARHEID Afsluiter met ELEKTRODE volledige Debietregelkraan doorlaa of gekalibreerde T-stuk 3/4" T-stuk 3/4" smoorlopening 2 ft. 1 Naar 3 ft. Gemotoriseerde Minimale Maximaal kogelkraan of elektromagnetische klep Manuele aftapkraan...
Pagina 18
Diameter aftapleiding min. Gemotoriseerde kogelkraan of 3/4" tot elektrode Debietregelkraan elektromagnetische of gekalibreerde klep smoorlopening Afsluiter met GELEIDBAARHEID volledige ELEKTRODE doorlaa T-stuk 3/4" Debietregelkraan of gekalibreerde Naar de smoorlopening riolering Manuele aftapkraan (normaal gesloten) Naar de riolering Breng de hulpstukken Naar de riolering horizontaal of verticaal aan volgens de...
Typische installatie Dompelelektrode Koeltoren Naar uitgang 110 Volt AC (OPTIE "B") Sonde Klep X Y Z X Open Chemicaliënpomp reservoir Naar sanitaire gebruiker Circulatiepomp Klep (OPTIE"A") Naar sanitaire gebruiker (X) wartelkoppelingen aangebracht voor Noot: de plaats van de elektromagnetische de vervanging van de elektromagnetische klep bij optie A of B hangt af van de klep of zeef systeemconfiguratie...
4.0 FUNCTIEOVERZICHT Frontpaneel Figuur 13 Frontpaneel Display Als de controller aan staat, wordt op het display het hoofdscherm (“Home”) getoond. Dit display toont de sensor- waarden, de actieve alarmmeldingen en een rij pictogrammen waarmee u naar andere schermen kunt navigeren. Toetsenblok Het toetsenblok omvat 5 dynamische toetsen plus een HOME-toets waarmee u terugkeert naar het hoofdscherm.
Pagina 28
Menu Configuratie/Instellingen In de menuschermen kunnen andere pictogrammen voorkomen. De kalibratietoets verschijnt in sensoringangmenu’s en activeert het kalibratiemenu De annulatietoets Het PageDown-pictogram schuift omlaag naar een nieuwe pagina in een lijst met opties. Het PageUp-pictogram schuift omhoog naar een nieuwe pagina in een lijst met opties. Het Bevestig-pictogram accepteert een keuze en gaat voort naar de volgende stap in de kalibratie Het Terug/Return-pictogram doet het display terugkeren naar het vorige scherm De toets “Teken hoger maken”...
Relais-stand Hand/Off/Auto Gebruik de toetsen “Cursor verplaatsen – Links” en “Cursor verplaatsen – Rechts” om de gewenste bedieningsstand voor het relais te selecteren. In de stand “Hand” (manueel) wordt het relais gedurende een bepaalde tijd AAN geforceerd. Wanneer die tijd om is, keert het relais terug naar de vorige stand. In de stand “Off” (uit) is het relais altijd UIT, tot het in een andere stand wordt gezet, en in de stand “Auto”...
Pagina 30
CONFIG Alarmen (1) Algemene Instellingen Sensor (S1) Temp (S2) Veiligheidsinstellingen CONFIG Aanvullende instellingen: Scherm Instellingen Bestand Hulpprogramma Regelaar Details Aanvullende Algemene Instellingen : Algemene Instellingen Algemene Eenh. Datum 2017-Mar-22 Temp Eenheden Tijd 15:49:16 Alarm Vertraging HVAC Modi Taal Aanvullende Veiligheidsinstellingen : Veiligheidsinstellingen Locaal Paswoord Uitloggen...
Ingangen (zie paragraaf 5.2) Programmeer de instellingen voor elke ingang De sensoringang S1 wordt gemarkeerd. Druk op de toets “ENTER” om naar het scherm “Details” te gaan. Druk op de Instellingen-toets. Wanneer de naam van de sensor niet het aangesloten type sensor beschrijft, drukt u op de toets “Omlaag bewegen”...
Uitschakelen Om de controller uit te schakelen, moet u gewoon de voeding uitzetten. Het programma blijft in het geheugen. 5.0 BEDIENING Deze apparaten regelen voortdurend, zolang ze van stroom worden voorzien. Het programmeren gebeurt door middel van het toetsenblok en display van de controller. Druk op de HOME-toets om de toetsen van het hoogste niveau van de menustructuur op het display te brengen.
Eenpuntsbufferkalibratie, geleidbaarheid – luchtkalibratie Kalibratie schakelt regeling uit Druk op Bevestig om door te gaan of Annulatie om af te breken Buffertemperatuur (verschijnt alleen als er geen temperatuursensor wordt gedetecteerd wordt voor sensortypes die automatische temperatuurcompensatie toepassen) Voer de buffertemperatuur in en druk op Bevestig. Bufferwaarde (verschijnt alleen voor eenpuntskalibratie uitgezonderd wanneer automatische bufferherkenning wordt gebruikt) Voer de waarde in van de gebruikte buffer...
Elektrode spoelen Haal de sensor uit het proces, spoel hem af en plaats hem in de bufferoplossing. Druk op Bevestig als u klaar bent. Stabilisatie Wanneer de temperatuur (indien van toepassing) en het signaal van de sensor stabiel zijn, gaat de controller automatisch door naar de volgende stap.
5.2.2 Inductieve geleidbaarheid Instellingen... Druk op de Instellingen-toets om de instellingen voor de sensor te bekijken of te veranderen. Alarmen (Alarmmeldingen) De alarmgrenswaarden laag-laag, laag, hoog en hoog-hoog kunnen worden ingesteld. Dode Band Dit is de “dode band” voor het alarm. Bijvoorbeeld, als het hoog alarm is ingesteld op 3000 en de dode band op 10, dan wordt het alarm geactiveerd bij 3000 en weer gedeactiveerd bij 2990.
5.2.3 Temperatuur Instellingen... Druk op de Instellingen-toets om de instellingen voor de sensor te bekijken of te veranderen. Alarmen (Alarmmeldingen) De alarmgrenswaarden laag-laag, laag, hoog en hoog-hoog kunnen worden ingesteld. Dode Band Dit is de “dode band” voor het alarm. Bijvoorbeeld, als het hoog alarm is ingesteld op 100 en de dode band op 1, dan wordt het alarm geactiveerd bij 100 en weer gedeactiveerd bij 99.
5.2.5 Impuls Waterteller Ingangsgegevens De gegevens voor dit type sensoringang omvatten het totale geaccumuleerde volume dat door de debietmeter is ge- gaan, en de alarmmeldingen. Instellingen... Druk op de Instellingen-toets om de instellingen voor de sensor te bekijken of te veranderen. Totalisator Alrm Er kan een bovengrens worden ingesteld voor het totale geaccumuleerde watervolume.
Menu Uitgangen Druk op de toets onder het pictogram Uitgangen om naar de lijst van alle relais- en analoge uitgangen te gaan. Met het PageDown-pictogram doorloopt u de lijst van uitgangen van boven naar onder. Met het PageUp-pictogram gaat u naar boven in de lijst.
Setpunt (Instelpunt) Voer de proceswaarde in, waarop u het relais wilt bekrachtigen. Dode Band Voer de sensorproceswaarde afwijkend van het instelpunt in waarbij het relais moet deactiveren. Arbeidscyclus Periode Het gebruik van een inschakelduur helpt het overschrijden van het instelpunt te voor- komen in toepassingen waar de reactie van de sensor op chemische aanvullingen langzaam is.
Dos Tijdslimiet (Toevoertijdslimiet) Voer de maximale toevoertijdsduur per aftapprocedure in Reset Timer Gebruik dit menu om de huidige voedingscyclus te annuleren. Spui (Aftappen) Selecteer het relais dat gebruikt moet worden voor aftappen/aflaten 5.3.6 Relais, bedieningsmodus “Percentage-timer” Uitgangsgegevens De gegevens voor dit type uitgang omvatten de huidige aan/uit-toestand van het relais, de HOA-modus of vergren- delingsstatus, de cyclustijd, de gecumuleerde AAN-tijd en alarmmeldingen.
het biocide). Een alarm “Overgeslagen event” wordt ook opgeslagen wanneer het relais biocide toevoegen nooit inschakelt tijdens biocide toevoegen vanwege een blokkeringsvoorwaarde. Het alarm wordt gewist wanneer het relais wordt geactiveerd voor een willekeurige reden (de volgende tim- er-event of HAND-modus of geforceerde-voorwaarde “Bekrachtigen met”). Uitgangsgegevens De gegevens voor dit type uitgang omvatten de huidige aan/uit-toestand van het relais, de HOA-modus of vergren- delingsstatus, geaccumuleerde Aan-tijd, alarmmeldingen, huidige cyclus volgens tijd en relaistype.Het huidige week-...
Uitgangsgegevens De gegevens voor dit type uitgang omvatten de aan/uit-toestand van het relais, de relaisstatus (HOA-modus, ver- grendelingsstatus, cyclustijd van de periodieke bemonstering enz.), resterende tijd voor de actieve cyclusstap van de periodieke bemonstering, alarmmeldingen, huidige cyclus volgens tijd en relaistype. Instellingen...
Proportionele Band Voer de afstand in tussen de proceswaarde en het instelpunt vanaf waar de uitgang pulsen zal geven op het maximumoutputpercentage dat hieronder wordt ingesteld. Wanneer het instelpunt bijvoorbeeld 2000 uS/cm is en de proportionele band is 200 uS/cm, dan zal bij een geleidbaarheid van meer dan 2200 uS/cm de aflaatklep worden geopend gedurende de maximale aflaatduur die hieronder staat beschreven.
Pagina 48
Vergrendelingsvoorwaarden Vergrendelingen hebben een hogere prioriteit dan de relaisregeling, maar veranderen niet de werking van de timerregeling. Een digitale ingangs- of uitgangsvergrendelingsvoorwaarde vertraagt niet de relaisbekrachtiging. De duurtimer van de relaisbekrachtiging loopt ook door wanneer het relais vanwege een vergrendelingsvoorwaarde is uitgeschakeld. Daarmee wordt vertraging van gebeurtenissen voorkomen die mogelijk problemen kunnen veroorzaken wanneer ze niet op het juiste tijdstip plaatsvinden.
5.3.15 Analoge uitgang, bedieningsmodus “Doorsturen” Uitgangsgegevens De gegevens voor dit type uitgang omvatten het percentage van de uitgang, de HOA-modus of vergrendelingsstatus, geaccumuleerde Aan-tijd, alarmmeldingen, huidige cyclus volgens tijd en relaistype. Instellingen.. Druk op de Instellingen-toets om de instellingen voor de analoge uitgang te bekijken of te veranderen. 4 mA Waarde Voer de proceswaarde in, die overeenkomt met een 4 mA-uitgangssignaal.
Alarmvertraging Voer de tijdsduur in die moet worden afgewacht na inschakeling van de controller voordat de alarmvoorwaarden als geldig worden beschouwd. HVAC-modi Schakel HVAC-modi voor de koeltoren- en keteltoepassingen in wanneer de relais- regelingsmodi voor Biocide-timer, Aftappen en toevoeren, Aftappen dan toevoeren en Sporadische bemonstering noodzakelijk zijn.
Exporteer Config Bestand Het gebruikersconfiguratiebestand bevat alle instellingen voor de controller. Open dit menu om de controllerinstellingen op een USB-stick op te slaan om op een later tijdstip de instellingen van de controller te herstellen of om andere controllers met dezelfde instellingen als deze te programmeren.
6.0 ONDERHOUD De controller zelf vereist erg weinig onderhoud. Veeg schoon met een vochtige doek. De controller niet afsproeien als de klep van de behuizing niet gesloten en vergrendeld is. Schoonmaken van de geleidbaarheidssensor OPMERKING: Na het schoonmaken van de sensor moet de controller opnieuw worden gekalibreerd. Frequentie De sensor moet regelmatig schoongemaakt worden.
Waarschuwing: Het gebruik van niet-goedgekeurde zekeringen kan de veiligheidsgoedkeuringen in het gedrang brengen. De specificaties zijn hieronder weergegeven. Om te verzekeren dat productveiligheidscertificaties behouden blijven, is het aanbevolen een Walchem-zekering te gebruiken. F1 Zekering Walchem P/N 5 ×...
Onjuiste temperatuur uitgelezen of ingesteld Zorg dat de temperatuurgegevens correct zijn Onjuiste instelling van kabellengte of kabelkaliber Stel de juiste waarden in Defecte sensor Vervang de sensor Alarmmeldingen Alarmmeldingen bevatten altijd de Naam van de ingang of uitgang zoals gedefinieerd in het menu Instellingen, de betreffende hardware (type en nummer: S voor sensoringang, D voor digitale ingang, R voor relaisuitgang, A voor analoge uitgang), en het betreffende alarmtype.
Pagina 55
Defecte debietschakelaar/kabel Controleer met ohmmeter. Defecte controller Controleer door de digitale ingang in de controller te kortsluiten. TOTAAL-Alarm Deze alarmmelding wordt gegeven als de totaalteller-alarmgrenswaarde wordt overschreden. Mogelijke oorzaak Correctieve maatregelen Normale werking Stel het totaal terug op nul om het alarm op te heffen Wisselstroom gekoppeld op debietmeterkabel Leg de kabel van de debietmeter ten minste 15 cm van enige wisselspanning...
Pagina 56
SYSTEEMTEMPERATUUR TE LAAG Deze alarmmelding geeft aan dat de temperatuur binnen in de controller lager is dan –10°C. Mogelijke oorzaak Correctieve maatregelen Te lage omgevingstemperatuur Voorzie verwarming voor de controller SYSTEEMTEMPERATUUR TE HOOG Deze alarmmelding geeft aan dat de temperatuur binnen in de controller hoger is dan 75°C. Mogelijke oorzaak Correctieve maatregelen Hoge omgevingstemperaturen...
Pagina 57
FRAM BESTAND SYSTEEM FOUT Dit alarm wordt geactiveerd wanneer de FRAM niet gedetecteerd wordt tijdens het opstarten Mogelijke oorzaak Correctieve maatregelen De FRAM werkt of werkte niet Wanneer een foutmelding vanzelf verdwijnt, is ingrijpen niet nodig. Wanneer de foutmelding niet verdwijnt, spanning uit- en in- schakelen.
9.0 SERVICEBELEID Walchem-controllers hebben een garantie van 2 jaar op elektronische componenten en een garantie van 1 jaar op me- cha-nische onderdelen en elektroden. Zie de Beperkte garantie-verklaring voorin de handleiding voor de details. Walchem-controllers worden ondersteund door een wereldwijd netwerk van geautoriseerde hoofddistributeurs. Neem contact op met uw geautoriseerde Walchem-distributeur voor hulp bij het oplossen van storingen, reserveonderdelen en service.
Pagina 63
FIVE BOYNTON ROAD HOPPING BROOK PARK HOLLISTON, MA 01746 USA TEL: 508-429-1110 Web: www.walchem.com...