Tijdens het verversen van de olie moet de transmissie altijd met de eerder gebruikte
soort olie worden gevuld. Mengen van verschillende soorten olie of oliën van
verschillende producenten is niet toegestaan. Met name mag synthetische olie op
basis van polyglycol niet met synthetische olie op PAObasis of met andere minerale
olie worden gemengd. Bij de omschakeling naar een andere soort olie en/of op een
andere producent moet de transmissie eventueel met de nieuwe oliesoort worden
doorgespoeld. Spoelen is niet nodig, als de verdraagbaarheid van de nieuwe
bedrijfsolie met de oude bedrijfsolie in alle opzichten gegeven is. De
verdraagbaarheid moet door de olieleverancier worden bevestigd. Siemens raadt u
aan bij een omschakeling van de soort olie de transmissie altijd met de nieuwe
bedrijfsolie te spoelen.
Tijdens het verversen van de olie moeten het huis en de olietoevoerinstallatie (indien
aanwezig) door een oliespoeling grondig van oliedrab, slijpsel en oude olieresten worden
ontdaan. Hiervoor moeten dezelfde soorten olie worden gebruikt, die ook voor het bedrijf van
de transmissie worden gebruikt. Stroperige olie moet eerst met geschikte middelen worden
verwarmd. Pas als alle resten zijn verwijderd, mag de verse olie worden gevuld.
•
Onder het olieaftappunt van het huis van de transmissie een geschikte opvangbak zetten.
•
Aan de bovenkant van het huis het luchtfilter inclusief reduceerbout eruit draaien.
•
Olieaftapplug eruit draaien of olieaftapkraan openen en de olie in de bak aftappen.
•
De olie uit de olietoevoerinstallatie aftappen (zie gebruiksaanwijzing van de olietoevoerinstallatie).
Door de hitte van uitlopende olie bestaat er gevaar voor verbrandingen.
Veiligheidshandschoenen dragen!
Eventueel gemorste olie moet onmiddellijk met oliebindmiddel worden verwijderd.
Toestand van de afdichtingsring controleren (de afdichtingsring is op de olieaftapplug
vastgevulkaniseerd), indien nodig nieuwe olieaftapplug gebruiken.
•
Olieaftapplug erin schroeven of olieaftapkraan sluiten.
•
Oliefilter in het oliekoelsysteem reinigen (zie gebruiksaanwijzing olietoevoerinstallatie).
•
Luchtfilter schoonmaken (zie punt 10.2.3).
•
Luchtfilter inclusief reduceerbout weer erin schroeven.
•
Transmissie met verse olie vullen (zie punt 7.1.2).
10.2.3 Luchtfilter reinigen
Indien een stoflaag is ontstaan, dient de luchtfilter vóór het verstrijken van de minimale periode
van 3 maanden te worden gereinigd.
•
Luchtfilter inclusief reduceerbout eruit draaien.
•
Luchtfilter met wasbenzine of een dergelijk reinigingsmiddel uitwassen.
•
Luchtfilter drogen en/of met perslucht uitblazen.
Extra voorzichtigheid is bij het uitblazen met perslucht geboden.
Veiligheidsbril dragen!
Er dient te worden vermeden, dat vreemde delen in de transmissie binnendringen.
BA 5010 NL 06/2010
88 / 94