Inhoudsopgave
Advertenties
4
5
Afb. 39: Opbouw van de transmissie met hoofd en hulpaandrijving
1
Hoofdtransmissie
2
Hulptransmissie
3
Tussenflens
De toerentalcontrole moet zo geschakeld worden, dat bij een toerental "> nul" op de uitgaande as van de
hulpaandrijving de hoofdaandrijving automatisch wordt uitgeschakeld. Om veiligheidsredenen moet een
controle van de uitschakelfunctie met regelmatige tussenpozen worden uitgevoerd, minimaal één keer per
kwartaal. Ter controle van de uitschakelfunctie wordt de hulpaandrijving ingeschakeld. Schakelt de
toerentalsensor in controle bijv. via waarschuwingslampje dan functioneert de toerentalcontrole goed.
Deze toerentalcontrole is om veiligheidsredenen beslist noodzakelijk, aangezien
anders bij een defect van het askoppelingssysteem de hulpaandrijving door te hoge
toerentallen explosief onherstelbaar kan worden beschadigd.
5.16.2 Hulpaandrijving, uitgevoerd als lastaandrijving
Anders dan bij onderhoudsaandrijving worden hier voor de hulpaandrijving MOTOXkegeltransmissies
met rechte tandwielen van de types KF en KZ gebruikt. De motoren van de hulpaandrijvingen zijn zo
bemeten, dat een correct beladen transportinstallatie met een laag toerental in dezelfde draairichting kan
worden gebruikt.
Verder gelden de voorwaarden in punt 5.16.1.
2
7
"X"
4
Aandrijfas van
de hoofdtransmissie
5
Teruglooprem
BA 5010 NL 06/2010
7
3
"X"
6
1
"X"
7
46 / 94
2
3
6
5
1
4
6
Askoppeling
7
Impulsgever
toerentalcontrole
Advertenties
Inhoudsopgave
