Inhoudsopgave
Advertenties
Om de krimpschijf te transporteren en op te heffen dient een geschikt hefwerktuig te
worden gebruikt!
Een eraf glijden van de krimpschijf moet zeker worden verhinderd.
Nooit de spanbouten (5) vastdraaien, voordat de steekas ook is ingebouwd.
•
De spanbouten (5) moeten met meerdere slagen één voor één met een ¼ slag worden vastgedraaid.
•
Alle spanbouten (5) moeten zo lang vast worden gedraaid, tot de kopse vlakken van de binnenring (3)
en de buitenring (4) precies aansluitend zijn en het max. aanhaalmoment van de spanbouten bereikt
is. Het goed aansluiten moet met een liniaal worden gecontroleerd. De toelaatbare tolerantie
bedraagt ± 0.2 mm.
De correcte spanningstoestand kan zo derhalve visueel worden gecontroleerd.
Om een overbelasting van de afzonderlijke bouten te voorkomen mag het maximaal
aanhaalmoment (zie tabel 18) niet worden overschreden. Als er tijdens het
vastdraaien van de spanbouten met het max. aanhaalmoment geen precieze
aansluiting van binnen en buitenring wordt bereikt, dan is er overleg met Siemens
noodzakelijk.
Tabel 18: Max. aanhaalmomenten van de spanbouten
Schroefdraad van
de spanbouten
M 8
M 10
M 12
M 14
M 16
De krimpschijf is op de buitenring (4) gemarkeerd. Bij vragen moet deze aanduiding worden
aangegeven.
Om veiligheidsoverwegingen moet een beschermkap ter bescherming tegen
aanraking worden gemonteerd!
Na afloop van alle werkzaamheden aan de krimpschijf moet deze beschermkap
worden aangebracht.
Uitsluitend de door de producent geleverde, complete krimpschijven mogen worden
gebruikt. Het combineren van de componenten van verschillende krimpschijven is
niet toegestaan.
Het aandraaien van de spanbouten met een slagschroevendraaier is niet toegestaan!
max. aanhaalmoment
per bout
Sterkteklasse 12.9
Nm
35
70
120
193
295
BA 5010 NL 06/2010
64 / 94
Schroefdraad van
de spanbouten
M 20
M 24
M 27
M 30
M 33
max. aanhaalmoment
per bout
Sterkteklasse 12.9
Nm
570
980
1450
1970
2650
Advertenties
Inhoudsopgave
