Inhoudsopgave
Advertenties
De elementen moeten snel op de as worden getrokken en zo ver erop worden geschoven als staat vermeld
in de van de order afhankelijke tekening met afmetingen.
Koppeling met behulp van een opspaninrichting opspannen. Het erop drijven door
slaan of stoten is niet toegestaan, aangezien hierdoor schade in de transmissie kan
ontstaan (zie ook punt 6.8).
De asafdichtringen en loopvlakken van de as mogen bij het monteren van de
koppelingsdelen niet worden beschadigd.
Tijdens het opstellen van de aandrijvingen moet erop worden gelet, dat de
afzonderlijke componenten precies op elkaar worden ingesteld. Ontoelaatbaar grote
richtfouten van de te verbinden aseinden door hoek en/of asverplaatsingen leiden tot
vroegtijdige slijtage en/of materiaalschade.
Te zachte basisframes of onderconstructies kunnen ook tijdens het bedrijf tot radiale
en/of axiale verplaatsingen leiden, die bij stilstand niet kunnen worden gemeten.
Transmissies, waarvoor op grond van hun gewicht het gebruik van hefwerktuigen nodig zijn,
moeten worden aangeslagen zoals in hoofdstuk 4, "Transport en opslag", weergegeven. Moet
de transmissie samen met aangebouwde componenten getransporteerd worden, kan het
nodig zijn, dat er extra aanslagpunten beschikbaar zijn. De positie van deze ophangpunten zijn
in de orderafhankelijke documentatie van de transmissie te vinden.
6.3.2.1 Instelvlakken, instelschroefdraad
Voor het instellen van de transmissie (grootte 3 tot 12) in horizontale richting dienen de vlakken van het
inspectie en/of montagedeksel.
Instelvlak:
De exacte positie van de instelvlakken moet in de tekeningen in de documentatie van de transmissie
worden nagezien.
Met deze instelvlakken moet de transmissie horizontaal worden ingesteld, zodat een perfect draaien van
de transmissie gegarandeerd is.
De in de instelvlakken ingeslagen waarden moeten in ieder geval in acht worden
genomen.
Afb. 40: Instelvlakken bij transmissies tot grootte 12
1
BA 5010 NL 06/2010
50 / 94
1
Advertenties
Inhoudsopgave
