10.2.8 Luchtoliekoeler controleren
•
De opmerkingen in de punten 5.10.3, 7.1.2 en 10.1 dienen in acht te worden genomen!
•
Afsluitkleppen in de koelmiddeltoe en afvoerleidingen sluiten.
•
Vuil op het koelerblok verwijderen.
•
Toestand van de schroefverbindingen controleren, indien nodig vervangen.
10.2.9 Wateroliekoeler controleren
•
De opmerkingen in de punten 5.10.4, 7.1.2 en 10.1 dienen in acht te worden genomen!
•
Afsluitkleppen in de koelmiddeltoe en afvoerleidingen sluiten.
•
Koeler op lekkage van de met water gevulde leidingen controleren.
•
Toestand van de schroefverbindingen controleren, indien nodig vervangen.
10.2.10 Slangleidingen controleren
Ook bij deskundige opslag en toelaatbare belasting zijn slangleidingen aan een natuurlijke veroudering
onderworpen. Daardoor is de gebruiksduur ervan beperkt.
De gebruiksduur van de slangleidingen mag 6 jaar, gemeten van de opgedrukte
productiedatum, niet overschrijden.
Rekening houdend met de gebruiksvoorwaarden kan met behulp van deze keurings en
ervaringswaarden de gebruiksduur worden bepaald.
De exploitant van de installatie dient ervoor zorg te dragen, dat slangleidingen in passende
tijdsbestekken worden vervangen, ook als er geen veiligheidsrelevante gebreken aan de
slangleiding te zien zijn.
Slangleidingen dienen vóór de eerste ingebruikneming van de installatie –en daarna minstens
een maal per jaar door een deskundige op arbeidsveiligheid te worden gecontroleerd.
Worden bij de controles gebreken geconstateerd, dienen ze onmiddellijk te worden
verwijderd of moeten geschikte maatregelen worden getroffen.
10.2.11 Olie bijvullen
•
De opmerkingen in punt 7.1.2 dienen in acht te worden genomen!
•
Alleen de eerder gebruikte soort olie mag worden gebruikt (zie ook punt 10.2.2).
10.2.12 Frictievoeringen van de koppelbegrenzende teruglooprem controleren
•
De opmerkingen in punt 5.9 dienen in acht te worden genomen!
10.2.13 Hulpaandrijving controleren
•
De opmerkingen in punt 5.16 dienen in acht te worden genomen!
•
Voor het gebruik en het onderhoud moet de meegeleverde gebruiksaanwijzing voor de
hulptransmissie in acht te worden genomen.
10.2.14 Controle of bevestigingsbouten goed vastzitten
•
De opmerkingen in punt 10.1 dienen in acht te worden genomen!
•
Afsluitkleppen in de koelmiddeltoe en afvoerleidingen sluiten (bij transmissies met koelslang of
wateroliekoelsysteem).
•
Controleren of alle bevestigingsbouten goed vastzitten.
Onbruikbaar geworden bouten moeten door nieuwe bouten van dezelfde sterkteklasse en
uitvoering worden vervangen.
BA 5010 NL 06/2010
90 / 94