Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Tandwieltransmissie
H.SH, H.VH, H.HH, H.DH, H.KH, H.FH, H.HM,
H.DM, H.KM, H.FM, H.PH, B.SH, B.VH, B.HH,
B.DH, B.KH, B.FH, B.HM, B.DM, B.KM, B.FM,
T.SH, T.HH, T.KH, T.DH, T.FH
Grootte 1 tot 22
Montage­instructies en gebruiksaanwijzing
BA 5010 NL 06/2010
FLENDER gear units

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Siemens Flender H SH Series

  • Pagina 1 Tandwieltransmissie H.SH, H.VH, H.HH, H.DH, H.KH, H.FH, H.HM, H.DM, H.KM, H.FM, H.PH, B.SH, B.VH, B.HH, B.DH, B.KH, B.FH, B.HM, B.DM, B.KM, B.FM, T.SH, T.HH, T.KH, T.DH, T.FH Grootte 1 tot 22 Montage­instructies en gebruiksaanwijzing BA 5010 NL 06/2010 FLENDER gear units...
  • Pagina 2 Technische gegevens Tandwieltransmissie Algemene opmerkingen Veiligheidstips H.SH, H.VH, H.HH, H.DH, H.KH, H.FH, H.HM, H.DM, H.KM, H.FM, H.PH, B.SH, B.VH, B.HH, B.DH, B.KH, B.FH, B.HM, B.DM, B.KM, B.FM, Transport en opslag T.SH, T.HH, T.KH, T.DH, T.FH Grootte 1 tot 22 Technische beschrijving Montage­instructies en Montage gebruiksaanwijzing...
  • Pagina 3: Gekwalificeerd Personeel

    Opmerkingen en symbolen in deze montage­instructies en gebruiksaanwijzing Opmerking: Voor de term "montage­ en gebruiksaanwijzing" wordt onderstaand ook kort "instructies" of "handboek" gebruikt. Rechtelijke opmerkingen Concept van de waarschuwingen Dit handboek bevat opmerkingen, die u met het oog op uw persoonlijke veiligheid alsmede ter vermijding van materiële schade in acht moet nemen.
  • Pagina 4: Uitsluiting Van Aansprakelijkheid

    Bedoeld gebruik van Siemens­producten Neem het volgende in aanmerking: Siemens­producten mogen uitsluitend voor de in de catalogus en in de bijbehorende technische documentatie voorziene toepassingen worden gebruikt. Worden vreemde producten en componenten gebruikt, moeten deze door Siemens aanbevolen of goedgekeurd zijn. Voorwaarde voor het correcte en veilige gebruik van de producten is juist transport, juiste opslag, opstelling, montage, installatie, inbedrijfstelling, bediening en instandhouding.
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Technische gegevens ..........Algemene technische gegevens .
  • Pagina 6 5.11 Verwarming ............... . 5.12 Controle olietemperatuur .
  • Pagina 7 6.13 Transmissie met koelslang ............6.14 Transmissies met aanbouwcomponenten .
  • Pagina 8 Onderhoud en instandhouding ........10.1 Algemene onderhoudsgegevens .
  • Pagina 9: Technische Gegevens

    Technische gegevens Algemene technische gegevens Het typeplaatje van de transmissie bevat de belangrijkste technische gegevens. Deze gegevens alsmede de tussen Siemens en de besteller schriftelijk overeengekomen afspraken ten aanzien van de transmissie definiëren de grenzen van het bedoeld gebruik ervan. ①...
  • Pagina 10: Uitvoeringen En Gewichten

    Gegevens over de gewichten en over het meetvlak­geluidsdrukniveau van de diverse transmissietypes vindt u in punt 1.2.2 en/of 1.2.3. Verdere technische gegevens vindt u in de tekeningen in de documentatie van de transmissie. Uitvoeringen en gewichten 1.2.1 Uitvoeringen B.SH H.SH B.VH H.VH T.SH...
  • Pagina 11: Gewichten

    1.2.2 Gewichten Tabel 1: Gewichten (richtwaarden) ongeveer gewicht (kg) voor grootte Type H1SH ‐ 1515 H2PH ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ 1360 ‐ H2.H ‐ ‐ 1335 1615 H2.M ‐ ‐ H3.H ‐ ‐ 1020 1400 1675 H3.M ‐...
  • Pagina 12 Tabel 2: Totale gewichten (richtwaarden) voor transmissie inclusief hulpaandrijving (onderhoudsaandrijving) ongeveer gewicht (kg) voor grootte Type T3.H 1015 1135 1595 1860 B3.H 1055 1185 1665 1940 ongeveer gewicht (kg) voor grootte Type B3.H 2700 3070 4110 4335 5370 5875 6740 7450 9080 9840...
  • Pagina 13: Meetvlak­geluidsdrukniveau

    Het geluidsdrukniveau geldt voor een warmgelopen transmissie en aandrijftoerental n en uitgaand vermogen P overeenkomstig het typeplaatje, bij meting op een Siemens­proefbank. Bij meerdere gegevens gelden het hoogste toerental en het hoogste vermogen. meetvlak­geluidsdrukniveau zijn...
  • Pagina 14: Meetvlak­geluidsdrukniveau Voor Kegeltransmissie Met Rechte Tandwielen (B

    1.2.3.2 Meetvlak­geluidsdrukniveau voor kegeltransmissie met rechte tandwielen (B...) zonder ventilator Tabel 5: Meetvlak­geluidsdrukniveau L in dB(A) voor kegeltransmissie met rechte tandwielen zonder ventilator Grootte van de transmissie Type 1/min 1500 1000 1500 1000 1500 1000 22.4 12.5 1500 1000 31.5 35.5 1500 1000 1500...
  • Pagina 15: Meetvlak­geluidsdrukniveau Voor Transmissie Met Rechte Tandwielen (H

    1.2.3.3 Meetvlak­geluidsdrukniveau voor transmissie met rechte tandwielen (H...) met ventilator Tabel 6: Meetvlak­geluidsdrukniveau L in dB(A) voor transmissie met rechte tandwielen met ventilator Grootte van de transmissie Type 1/min 1.25 1500 1000 2.24 1500 1000 3.55 1500 1000 1500 1000 11.2 1500 1000 1500...
  • Pagina 16: Meetvlak­geluidsdrukniveau Voor Transmissie Met Rechte Tandwielen (H

    1.2.3.4 Meetvlak­geluidsdrukniveau voor transmissie met rechte tandwielen (H...) zonder ventilator Tabel 7: Meetvlak­geluidsdrukniveau L in dB(A) voor transmissie met rechte tandwielen zonder ventilator Grootte van de transmissie Type 1/min 1.25 1500 1000 2.24 1500 1000 3.55 1500 1000 1500 1000 11.2 1500 1000 1500...
  • Pagina 17: Algemene Opmerkingen

    De transmissie is volgens de nieuwste stand van de techniek gebouwd en wordt veilig geleverd. De transmissie mag uitsluitend in het kader van de in het prestatie- en leveringscontract tussen Siemens en de besteller vastgelegde voorwaarden worden toegepast en geëxploiteerd.
  • Pagina 18: Veiligheidstips

    Veiligheidstips Het betreden van de transmissie tijdens het bedrijf is niet toegestaan! Betreden voor onderhouds­ of reparatiewerkzaamheden is uitsluitend bij stilstaande transmissie toegestaan! Voorzichtig, gevaar van struikelen! Eigenhandige veranderingen zijn niet toegestaan. geldt voor veiligheidsinrichtingen die als bescherming tegen aanraking zijn aangebracht. Fundamentele plichten •...
  • Pagina 19: Milieubescherming

    De in verband met montage­ of demontage­werkzaamheden onbruikbaar geworden bouten moeten door nieuwe van dezelfde sterkteklas en uitvoering worden vervangen. • Reserveonderdelen moeten altijd van Siemens worden betrokken (zie ook hoofdstuk 11). Milieubescherming • Eventueel aanwezig verpakkingsmateriaal volgens de voorschriften afvoeren of in het recycling­circuit terugbrengen.
  • Pagina 20: Transport En Opslag

    Leveringsomvang De inhoud van de levering staat in de expeditiepapieren. De volledigheid moet onmiddellijk bij ontvangst worden gecontroleerd. Over beschadigingen en/of ontbrekende onderdelen moet Siemens onmiddellijk schriftelijk melding worden gemaakt. Bij zichtbare beschadigingen mag de transmissie niet in werking worden gesteld.
  • Pagina 21 H... B... Afb. 3: Aanslagpunten op transmissies van de types H... en B... Bij aandrijfeenheden met extra op de transmissie aangebouwde componenten, zoals aandrijfmotor, opgezette koppeling enz. kan een extra aanslagpunt door de daaruit resulterende verplaatsing van het zwaartepunt noodzakelijk zijn. Bij aanslaan aan de oogbouten mag de eenheid niet scheef komen te hangen.
  • Pagina 22: Opslaan Van De Transmissie

    Afb. 7: Aanslagpunten op transmissies van de types B3.H / T3.H met hulpaandrijving De exacte afbeelding van de transmissie vindt u in de tekeningen in de documentatie van de transmissie. Opslaan van de transmissie De transmissie moet op een tegen weersinvloeden beschermde plaats in gebruikspositie op een trillingsvrije en droge onderbouw worden opgeslagen en worden afgedekt.
  • Pagina 23: Standaardcoating En ­Conservering

    Standaardcoating en ­conservering De transmissie moet van een inwendige conservering, de vrije aseinden moeten van een beschermende conservering worden voorzien. De eigenschappen van de buitenlaag hangen af van de omgevingsvoorwaarden ten aanzien van transportweg en gebied van toepassing zoals in de order gespecificeerd. De transmissie wordt in regel compleet gereed, met grondverf en afwerklaag uitgeleverd.
  • Pagina 24: Inwendige Conservering Met Conserveringsmiddel

    Bij opslagtijden van meer dan 24 maanden moet de transmissie opnieuw worden geconserveerd. Bij opslagtijden van meer dan 36 maanden is vooraf overleg met Siemens noodzakelijk. Tabel 9: Duur van de houdbaarheid en maatregelen voor de inwendige conservering bij gebruik van synthetische olie op PG­basis...
  • Pagina 25: Technische Beschrijving

    Uitzonderingen vormen hier uitvoeringen van de transmissie met een teruglooprem of een vrijloopkoppeling. Mocht voor deze uitvoeringen de draairichting omgekeerd moeten worden, dan is overleg met Siemens noodzakelijk. Er zijn diverse plaatsingen van de as (uitvoeringen en bepalingen van de draairichting) mogelijk, die...
  • Pagina 26: Uitgangsuitvoeringen

    Uitvoering Type Type B4SH B4HM B4HH B4DM B4DH B4KM B4KH B4FM B4FH B4VH Bij het aanbouwen van een hulptransmissie (als onderhouds­ en/of lastaandrijving) is de betrekking tussen de draairichting en de uitvoering in de tekening met afmetingen gedefinieerd. De transmissies onderscheiden zich door een gunstig geluidsniveau, dat door conische en rechte wielen met een hoge overlappingsgraad en een geluiddempend huis wordt bereikt.
  • Pagina 27 Afb. 9: Uitrusting van de transmissie bij transmissies van het type H..H ≤ 12 alleen voor H1SH 3 14 Afb. 10: Uitrusting van de transmissie bij transmissies van het type H..H ≥ 13 3 14 Afb. 11: Uitrusting van de transmissie bij transmissies van het type H..M ≥ 13 BA 5010 NL 06/2010 27 / 94...
  • Pagina 28 Afb. 12: Uitrusting van de transmissie bij transmissies van de types B..H en T..H ≤ 12 3 14 Afb. 13: Uitrusting van de transmissie bij transmissies van het type B..H ≥ 13 3 14 Afb. 14: Uitrusting van de transmissie bij transmissies van het type B..M ≥ 13 Huis Typeplaatje Transportogen...
  • Pagina 29 18 16 Afb. 15: Uitrusting van de transmissie bij transmissies van de types B3.H / T3.H ≤ 12 Afb. 16: Uitrusting van de transmissie bij transmissies van het type B3.H ≥ 13 Hoofdtransmissie Transmissiebevestiging Transportogen Instelvlakken Asafdichtingen Instelschroefdraad Oliepeilstok Hulptransmissie Huisbe­...
  • Pagina 30: Vertande Delen

    Vertande delen De buiten vertande delen van de transmissie zijn gecementeerd. De rechte tandwielen zijn geslepen. Door de voortreffelijke kwaliteit van de vertanding worden het geluidsniveau van de transmissie geminimaliseerd en het veilig lopen gewaarborgd. De tandwielen zijn door perspakkingen en inlegspieën of krimppassingen met de assen verbonden. De verbindingen brengen de optredende draaimomenten met grote betrouwbaarheid over.
  • Pagina 31: Lagering Van De Assen

    transmissies aangebouwde olietoevoerinstallatie moet voor 0.5 bar inbedrijfstelling ieder geval Naargelang drukregelaar correct functionerend behoefte als worden aangesloten. opener of sluiter aan te sluiten. Afhankelijk van de order kan in bepaalde gevallen in plaats van de flenspomp een motorpomp aangebracht zijn. Voor gebruik en onderhoud van de componenten van de olietoevoerinstallatie moeten de gebruiksaanwijzingen van de componenten in acht worden genomen.
  • Pagina 32: Taconite­dichting

    5.7.3 Taconite­dichting Taconite­afdichtingen zijn speciaal voor toepassingen in een stoffige omgeving ontworpen. Het binnendringen stof wordt door combinatie drie afdichtingselementen (radiale­asafdichtingsring, lamellenafdichting en met vet gevulde nasmeerbare labyrintafdichting) voorkomen. Afb. 21: Taconite­dichting Radiale­asafdichtingsring Labyrintdichting met vet gevuld, nasmeerbaar Lamellendichting Flenssmeernippel AM10x1 conform DIN 3404 Bij de Taconite­afdichtingen wordt er verschil gemaakt tussen de volgende uitvoeringsvarianten: Taconite "E"...
  • Pagina 33: Tacolab­dichting

    Tabel 12: Beschrijving van varianten Taconite­dichting Taconite­ uitvoerings­ Toepassingsgebied Opmerkingen variant Alle aandrijfassen "E" met of zonder ventilator Uitgaande as Nasmeerbaar labyrint Bouwvorm S (Massieve as) "F" Bouwvorm V (Massieve as versterkt) Bouwvorm F (Flensas) Aan beide zijden nasmeerbaar labyrint, Uitgaande as inclusief stofdichte beschermkap als Bouwvorm H (Holle as met gleuf)
  • Pagina 34: Teruglooprem

    Afvoer voor restolie Door het omdraaien van de kooi kan de remrichting van de teruglooprem worden gewijzigd. Is een wijziging van de remrichting gewenst, dan is in ieder geval overleg met Siemens noodzakelijk. Om schade aan de teruglooprem of aan de transmissie te voorkomen, mag de motor niet tegen de remrichting van de transmissie in worden bewogen.
  • Pagina 35: Koppelbegrenzende Teruglooprem (Speciale Uitvoering)

    Door het omdraaien van de kooi kan de remrichting van de teruglooprem worden gewijzigd. Is een wijziging van de remrichting gewenst, dan is in ieder geval overleg met Siemens noodzakelijk. Het slipkoppel werd in de fabriek op de juiste waarde ingesteld; bijstellen tijdens de inbedrijfstelling is niet toegestaan.
  • Pagina 36: Koeling

    5.10 Koeling Al naar behoefte is de transmissie met een ventilator, een koelslang, een aangebouwde olietoevoerinstallatie met oliekoeler of een apart toegevoegde olietoevoerinstallatie uitgerust. Bij gebruik van een apart toegevoegde olietoevoerinstallatie moet er ook rekening worden gehouden met de speciale gebruiksaanwijzing van deze olietoevoerinstallatie.
  • Pagina 37: Koelslang

    5.10.2 Koelslang De transmissie kan met een koelslang in het oliecarter uitgerust zijn. Deze wordt via een wateraansluiting van koelwater voorzien. De exploitant moet hiervoor zorgen. Als koelwater kan zoet­, zee­ of brak water worden gebruikt. Tijdens het doorstromen van de koelslang wordt een bepaalde hoeveelheid warmte aan de tandwielolie onttrokken en aan het koelwater afgegeven.
  • Pagina 38: Aangebouwde Olietoevoerinstallatie Met Lucht­oliekoeler

    Tabel 13: Vereiste koelwaterhoeveelheid (l/min) Type 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 tot 22 H1SH H2.H H2.M H3.H H3.M B2.H B3.H B2.M B3.M op aanvraag Aansluitmaten kunnen in de afhankelijk van de order opgemaakte maattekening worden nagezien.
  • Pagina 39 H1.. / H2.. ≤ 12 H1.. / H2.. ≥ 13 Afb. 28: Lucht­oliekoelinstallatie bij transmissies van de types H1.. en H2.. B2.. ≤ 12 B2.. ≥ 13 Afb. 29: Lucht­oliekoelinstallatie bij transmissies van de types B1.. en B2.. Flenspomp Dubbelschakelfilter Drukregelaar (schakelschema zie punt 5.5.2) Lucht­oliekoeler Grof filter...
  • Pagina 40: Aangebouwde Olietoevoerinstallatie Met Water­oliekoeler

    5.10.4 Aangebouwde olietoevoerinstallatie met water­oliekoeler Voor de types H1.., H2.. en B2.. kan afhankelijk van de order een olietoevoerinstallatie met water­oliekoeler worden gebruikt. Deze is vast op de transmissie gemonteerd. Componenten: • een pomp • een water­oliekoeler • pijpleidingen Afhankelijk van grootte en der order kan de olietoevoerinstallatie met water­oliekoeler bovendien de volgende componenten hebben: •...
  • Pagina 41: Pomp

    Om een optimale koeling te bereiken, moet de opgegeven doorstroomrichting van de water­oliekoeler in acht worden genomen. Koelwatertoe­ en ­afvoer mogen niet worden verwisseld. De koelwaterdruk mag max. 8 bar bedragen. Bij vorstgevaar en langdurige stilstand van de transmissie moet het koelwater worden afgetapt.
  • Pagina 42: Controle Olietemperatuur

    H... / B... / T3.. ≤ 12 H... / B... ≥ 13 Afb. 32: Verwarming op transmissies van de types H..., B... en T3.. Verwarmingsstaaf Temperatuursensor De precieze afbeelding van de transmissie en de positie van de aparte onderdelen kan in de tekeningen in de documentatie van de transmissie worden nagezien.
  • Pagina 43: Controle Van Het Oliepeil

    H... / B... / T3.. ≤ 12 H... / B... ≥ 13 Afb. 33: Olietemperatuurmeting op transmissies van de types H..., B... en T3.. Weerstandsthermometer Pt 100 De precieze afbeelding van de transmissie en de positie van de aparte onderdelen kan in de tekeningen in de documentatie van de transmissie worden nagezien.
  • Pagina 44: Controle Van De Lagers

    De transmissie kan ook voor bewaking van de temperatuur op de lagerplaatsen voorbereid zijn. In de transmissie zijn dan draadgaten voor het inzetten van weerstandsthermometers van het type Pt 100 aangebracht. Voor deze afwijking is overleg met Siemens noodzakelijk. "...
  • Pagina 45: Hulpaandrijving

    5.16 Hulpaandrijving Voor bepaalde toepassingen kan de transmissie naast de hoofdaandrijving met een hulpaandrijving worden uitgerust. Hierdoor kan de hoofdtransmissie met een lager uitgaand toerental met dezelfde draairichting worden gebruikt. De hulpaandrijving is door een askoppeling met de hoofdtransmissie verbonden. De fundamentele aandrijfstructuur is in afbeelding 38 te zien. Fundamentele opbouw van de transmissie met hoofd­...
  • Pagina 46: Hulpaandrijving, Uitgevoerd Als Lastaandrijving

    "X" "X" "X" Afb. 39: Opbouw van de transmissie met hoofd­ en hulpaandrijving Hoofdtransmissie Aandrijfas van Askoppeling Hulptransmissie de hoofdtransmissie Impulsgever Tussenflens Teruglooprem toerentalcontrole De toerentalcontrole moet zo geschakeld worden, dat bij een toerental "> nul" op de uitgaande as van de hulpaandrijving de hoofdaandrijving automatisch wordt uitgeschakeld.
  • Pagina 47: Askoppeling

    5.16.3 Askoppeling Als de transmissie naast de hoofdaandrijving van een hulpaandrijving wordt voorzien, vindt de koppeling met behulp van een askoppeling plaats. Deze laat bij aandrijving via de hulpaandrijving een torsieoverbrenging in een draairichting toe, terwijl bij de aandrijving via de hoofdaandrijving een "vrijloopmodus"...
  • Pagina 48: Montage

    Montage De opmerkingen in hoofdstuk 3, "Veiligheidstips", moeten in acht worden genomen. Algemene montagetips Tijdens het transport van de transmissie moeten de opmerkingen in hoofdstuk 4, "Transport en opslag", in acht worden genomen. De montage moet met grote zorgvuldigheid door geautoriseerde, opgeleide en getrainde vakmensen geschieden.
  • Pagina 49: Uitpakken

    Uitpakken De inhoud van de levering staat in de expeditiepapieren aangegeven. De volledigheid moet onmiddellijk bij ontvangst worden gecontroleerd. Over beschadigingen en/of ontbrekende onderdelen moet Siemens onmiddellijk schriftelijk melding worden gemaakt. De verpakking mag niet geopend of beschadigd worden, als deze deel van de conservering uitmaakt! •...
  • Pagina 50: Instelvlakken, Instelschroefdraad

    De elementen moeten snel op de as worden getrokken en zo ver erop worden geschoven als staat vermeld in de van de order afhankelijke tekening met afmetingen. Koppeling met behulp van een opspaninrichting opspannen. Het erop drijven door slaan of stoten is niet toegestaan, aangezien hierdoor schade in de transmissie kan ontstaan (zie ook punt 6.8).
  • Pagina 51: Montage Op Een Funderingsframe

    Bij transmissie van de grootte 13 tot 22 zijn verder op het bovenste gedeelte van de transmissie speciale instelvlakken voor het instellen van de transmissie voorzien. Voor het vergemakkelijken van het instellen zijn de transmissies van deze groottes van instelschroefdraden in de voet van het huis voorzien. Afb.
  • Pagina 52: Montage Op Een Betonnen Fundament Met Steenschroeven Of Funderingsblokken

    6.3.2.3 Montage op een betonnen fundament met steenschroeven of funderingsblokken • Onderkant van de voeten van de transmissie reinigen. Gebruik van steenbouten: • Steenbouten met onderlegschijven en zeskantmoeren in de fundamentbevestigingen aan het transmissiehuis ophangen (zie afbeelding 42). Het aanhalen van de zeskantmoeren mag pas na het uitharden van het beton geschieden.
  • Pagina 53: Montage Op Een Betonnen Fundering Met Ankerbouten

    Zeskantmoeren steenbouten bevestigingsbouten funderingsblokken na het uitharden van het beton met voorgeschreven aanhaalmoment (zie punt 6.23) vastdraaien. transmissie tijdens vastdraaien zeskantmoeren bevestigingsbouten niet onder spanning raken. 6.3.2.4 Montage op een betonnen fundering met ankerbouten • Onderkant van de voeten van de transmissie reinigen. •...
  • Pagina 54: Montage Van Een Opsteektransmissie Met Holle As En Gleuf Voor Inlegspie

    Ankerbout Onderlaag Grondplaat Schijf Zeskantmoer Voet van het huis Fijn beton Ruw fundament Afb. 45: Ankerbout Vóór het spannen van de ankerbouten moet het fijne beton ten minste 28 dagen uitgehard zijn. • Ankerbouten door aandraaien van de moer met de hand op positie houden. •...
  • Pagina 55: Montage

    6.4.2 Montage • Roestwerende laag met geschikt reinigingsmiddel (bijv. benzine) uit de holle as en van de machineas verwijderen. Hierbij moet beslist ieder contact van het reinigingsmiddel (bijv. benzine) met de asafdichtingen worden vermeden. Voor voldoende ventilatie zorgen. Niet roken. Er bestaat explosiegevaar! •...
  • Pagina 56: Demontage

    6.4.3 Demontage • Axiale borging van de holle as verwijderen. • Bij het ontstaan van passingroest op de zittingvlakken kan het lostrekken van de transmissie door het gebruik van roestoplosser worden vergemakkelijkt. Het inbrengen van de roestoplosser kan door de drukolieaansluiting (zie afbeelding 46) bij voorbeeld met een pomp geschieden.
  • Pagina 57 De hulpschijf voor het eruit drukken behoort niet tot de omvang van onze levering. Afb. 50: Holle as met gleuf voor inlegspie *) 2 schroefdraden 180° versprongen Tabel 15: Draadgaten aan de kopse kanten van de holle assen van de transmissie Grootte Grootte van de...
  • Pagina 58: Opsteektransmissie Met Holle As En Tandnaafprofiel Conform Din 5480

    Opsteektransmissie met holle as en tandnaafprofiel conform DIN 5480 Het aseinde van de werkmachine moet met een tandnaafprofiel conform DIN 5480 uitgevoerd zijn . Verder dient aan de kopse kant een centrering conform DIN 332 vorm DS (met schroefdraad) aanwezig te zijn (voor aansluitmaten van het aseinde van de werkmachine zie tekening met afmetingen in de documentatie van de transmissie).
  • Pagina 59: Opspannen Met Een Ingebouwde Du­bus

    6.5.2.1 Opspannen met een ingebouwde DU­bus • Transmissie met behulp van moer en draadstang opspannen. Ondersteunen geschiedt via de holle as. Daarbij moet de holle as met de machineas in één lijn liggen, zodat kantelen uitgesloten is. Tijdens het opspannen moet op de juiste tandstand tussen machineas en holle as worden gelet.
  • Pagina 60: Demontage

    6.5.3 Demontage • Axiale borging van de holle as verwijderen. • Bij het ontstaan van passingroest op de zittingvlakken kan het lostrekken van de transmissie door het gebruik van roestoplosser worden vergemakkelijkt. Het inbrengen van de roestoplosser kan door de drukolieaansluiting (zie afbeelding 53) bij voorbeeld met een pomp geschieden.
  • Pagina 61: Opsteektransmissie Met Holle As En Krimpschijf

    Er moet op worden gelet, dat tijdens het eraf trekken kantelen wordt voorkomen. De hulpschijf voor het eruit drukken behoort niet tot de omvang van onze levering. Wordt hierbij zoals in afbeelding 53 weergegeven, niet alleen op de holle as gesteund, maar bovendien ook het huis ingebonden, dan mogen de in de volgende tabel 17 vermelde afdrukkrachten niet worden overschreden.
  • Pagina 62: Opspannen Met Een Ingebouwde Du­bus

    6.6.1.1 Opspannen met een ingebouwde DU­bus • Transmissie met behulp van moer en draadstang opspannen. Ondersteunen geschiedt via de holle as. Daarbij moet de holle as met de machineas in één lijn liggen, zodat kantelen uitgesloten is. Afb. 55: Holle as met krimpschijfuitvoering, opspannen met DU­bus Machineas Moer Eindschijf...
  • Pagina 63: Krimpschijf

    Krimpschijf Met behulp van de krimpschijf wordt er een persverbinding tussen een holle as en een steekas / machineas (in het vervolg "steekas" genoemd) gecreëerd. De persverbinding kan koppels, buigingsmomenten en krachten overbrengen. Van wezenlijk belang voor de koppel­ en/of krachtoverbrenging is de door de krimpschijf gegenereerde krimpspanning tussen holle as en steekas.
  • Pagina 64 (zie tabel 18) niet worden overschreden. Als er tijdens het vastdraaien van de spanbouten met het max. aanhaalmoment geen precieze aansluiting van binnen­ en buitenring wordt bereikt, dan is er overleg met Siemens noodzakelijk. Tabel 18: Max. aanhaalmomenten van de spanbouten max.
  • Pagina 65: Demontage Van De Krimpschijf

    6.7.2 Demontage van de krimpschijf • De beschermkap demonteren. • Eventueel op de as en de holle as aanwezige roest verwijderen. In geen geval mogen de spanbouten er na elkaar worden uitgedraaid. • Alle spanbouten na elkaar met ca. 1/4 slag losdraaien. De opgeslagen energie van de buitenring wordt bij het demonteren langzaam via de los te draaien bouten gereduceerd.
  • Pagina 66: Hermontage Van De Krimpschijf

    ─ Er dient een vaste­stof­smeerpasta met een hoog molybdeendisulfietgehalte op basis MoS te worden gebruikt, die bij de montage niet mag verschuiven en de volgende eigenschappen moet hebben: ─ wrijvingswaarde “μ” = 0.04 ─ drukvast tot een maximale persing van 300 N/mm ─...
  • Pagina 67: Koppelingen

    Te zachte basisframes of onderconstructies kunnen ook tijdens het bedrijf tot radiale en/of axiale verplaatsingen leiden, die bij stilstand niet kunnen worden gemeten. De toegestane richtfouten vindt u bij door Siemens geleverde koppelingen in de betreffende aanwijzingen van de koppelingen.
  • Pagina 68: Opsteektransmissie Met Flensas

    Afb. 58: Instellen met als voorbeeld een elastische koppeling Liniaal Voelermaat Meetpunten De maximaal toegestane verplaatsingen zijn in de gebruiksaanwijzing van de koppeling na te zien en mogen tijdens het gebruik in geen geval worden overschreden. Hoekverplaatsing en radiale verplaatsing kunnen gelijktijdig optreden. De som van beide verplaatsingen mag de maximaal toegestane waarde van de hoekverplaatsing en radiale verplaatsing niet overschrijden.
  • Pagina 69: Opsteektransmissie Met Losse Flens

    6.10 Opsteektransmissie met losse flens Het kopse bereik van de losse flens moet absoluut vetvrij zijn. Hiervan hangt in grote mate de zekerheid van de torsieoverbrenging af. Verontreinigde oplosmiddelen en poetsdoeken zijn voor het ontvetten ongeschikt. De spanbouten kruiselings met het volle aanhaalmoment vastdraaien. De verbindingsbouten moeten met het voorgeschreven aanhaalmoment worden vastgedraaid.
  • Pagina 70: Montage Van De Draaimomentsteun Voor Het Huis Van De Transmissie

    355M 17 ... 18 355M 19 ... 22 op aanvraag Grotere motoren mogen alleen in overleg met Siemens worden gemonteerd. • Voor uitvoering van de fundering voor de bevestiging van de draaimomentsteun, zie punt 6.3.1, “Fundering”. • Bij montage van een door de klant beschikbaar gestelde draaimomentsteun dient de verbinding met het fundament via een elastisch element te worden gemaakt.
  • Pagina 71: Montage Van De Steun Voor De Transmissiecoulisse

    17 ... 18 400M 355L 19 ... 22 op aanvraag Grotere motoren mogen alleen in overleg met Siemens worden gemonteerd. • Voor uitvoering van de fundering voor de bevestiging van de draaimomentsteun, zie punt 6.3.1, “Fundering”. • Bij montage van een door de klant beschikbaar gestelde draaimomentsteun dient de verbinding met het fundament via een elastisch element te worden gemaakt.
  • Pagina 72: Transmissie Met Koelslang

    6.13 Transmissie met koelslang • Voor het aansluiten van de koelslang de sluitdoppen uit de aansluitmoffen van de koelslang verwijderen. • Koelslang doorspoelen (om eventuele verontreinigingen te verwijderen). • Koelwatertoe­ en ­afvoerleidingen aansluiten (positie van de aansluitingen kunnen in de tekening met afmetingen worden nagezien).
  • Pagina 73: Afsluitende Werkzaamheden

    6.22 Afsluitende werkzaamheden • Na het opstellen van de transmissie controleren, dat alle schroefverbindingen goed vast zitten. • Controle van de uitrichting na het aanhalen van de bevestigingselementen (de uitrichting mag niet veranderd zijn). • Controleren of alle voor het transport gedemonteerde apparaten weer gemonteerd zijn. Hiertoe dienen de gegevens in het blad met de technische gegevens, de lijst met apparaten en de bijbehorende tekeningen in acht te worden genomen.
  • Pagina 74: Aanhaalmomenten En Voorspankrachten

    6.23.2 Aanhaalmomenten en voorspankrachten De aanhaalmomenten gelden voor wrijvingswaarden van μ = 0.14. De wrijvingscoëfficiënt totaal μ = 0.14 staat hier voor licht geoliede bouten van staal, zwartgehard of gefosfateerd, en totaal droge, gesneden tegenschroefdraad in staal of gietijzer. Het gebruik van een smeermiddel dat de wrijvingswaarde verandert, is niet toegestaan en zou een overbelasting van de schroefverbinding tot gevolg kunnen hebben.
  • Pagina 75: Inbedrijfstelling

    Nominale Sterkte­ Voorspankracht voor Aanhaalmoment voor schroef­ klasse de schroefverbindingsklasse de schroefverbindingsklasse draaddoor­ van de bout cf. tabel 24 cf. tabel 24 snede M min. 1190000 760000 475000 21500 18500 16500 M80x6 10.9 1690000 1100000 675000 30500 26400 23400 12.9 1980000 1360000 790000...
  • Pagina 76 B... / T... ≤ 12 Afb. 62: Vullen met olie/olieaftappen transmissie B... ≥ 13 Afb. 63: Vullen met olie/olieaftappen transmissie Inspectie­ en montagedeksel Teruglooprem Oliepeilstok Sluitdeksel teruglooprem Olievulling Sluitschroef olievulpunt teruglooprem Olieaftapplug Sluitschroef afvoer voor restolie teruglooprem Ontluchtings­ en sluitschroef Afb.
  • Pagina 77: Met Smeermiddel Vullen

    7.1.2 Met smeermiddel vullen • Bevestigingsbouten van het inspectie­ en/of montagedeksel losdraaien en deksel erafnemen. • Deksel inclusief pakking van het huis afhalen (pakking wordt later weer benodigd). Transmissie met gebruik van een vulfilter (filterfijnheid max. 25 μm) met verse olie opvullen, tot de MAX­streep op de oliepeilstok of het midden van het oliekijkglas is bereikt.
  • Pagina 78: Hoeveelheden Olie

    7.1.2.1 Hoeveelheden olie Tabel 26: Richtwaarden voor benodigde hoeveelheden olie bij horizontale montage van de transmissie met radiale-asafdichtingsringen en Taconite­dichtingen Hoeveelheid olie (richtwaarde) in liter voor grootte Type H1SH H2.H H2.M H3.H H3.M H4.H H4.M B2.H B2.M B3.H B3.M B4.H B4.M Hoeveelheid olie (richtwaarde) in liter voor grootte Type...
  • Pagina 79: Inbedrijfstelling

    Tabel 27: Richtwaarden voor benodigde hoeveelheden olie bij horizontale montage van de transmissie met labyrintdichtingen Hoeveelheid olie (richtwaarde) in liter voor grootte Type 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 H1SH ‐ ‐ ‐ ‐...
  • Pagina 80: Transmissie Met Teruglooprem

    De maximaal toegestane temperatuur van het oliecarter bedraagt 90 °C (voor minerale olie) of 100 °C (synthetische olie). Bij hogere temperaturen dient de transmissie onmiddellijk te worden stilgezet en dient overleg met de klantenservice van Siemens te worden gepleegd. BA 5010 NL 06/2010 80 / 94...
  • Pagina 81: Controle Van Het Oliepeil

    7.2.6 Controle van het oliepeil Deze controle is als stilstandcontrole (transmissiestilstand) ontworpen en controleert daardoor het oliepeil vóór het starten van de transmissie. Bij het signaal "oliepeil te laag" moet het signaal zo worden bedraad, dat de aandrijfmotor niet start en er een waarschuwing wordt gegeven.
  • Pagina 82: Inwendige Conservering Bij Een Langdurige Buitenbedrijfstelling

    7.3.1 Inwendige conservering bij een langdurige buitenbedrijfstelling Naargelang de soort smering en/of asafdichting kunnen de volgende inwendige conserveringen worden uitgevoerd: 7.3.1.1 Inwendige conservering met tandwielolie Transmissie met spatsmering en aanrakende asafdichtingen kunnen met de gevulde soorten olie tot net onder het luchtfilter worden gevuld. 7.3.1.2 Inwendige conservering met conserveringsmiddel Transmissies met oliedruksmering, oliecirculatiekoeling en/of aanrakingsvrije asafdichtingen moeten met conserveringsmiddel voor een langdurig opslaan in de vrijloop in bedrijf worden gezet.
  • Pagina 83: Bedrijf

    Bedrijf De opmerkingen in hoofdstuk 3, "Veiligheidstips", in hoofdstuk 9, "Storingen, oorzaken en verhelpen", en in hoofdstuk 10, "Onderhoud en instandhouding", dienen in acht te worden genomen! Algemeen Om een foutloos gebruik zonder storingen van de installatie te bereiken, moeten de in hoofdstuk 1, "Technische gegevens", gespecificeerde bedrijfswaarden en eventueel de gegevens uit de gebruiksaanwijzing van de olietoevoerinstallatie in acht worden genomen.
  • Pagina 84: Storingen, Oorzaken En Verhelpen

    Bij niet bedoeld gebruik van de transmissie, met Siemens niet afgesproken modificaties aan de transmissie of gebruik van niet­originele reserveonderdelen van Siemens kan Siemens voor het verdere gebruik van de transmissie geen garantie geven. Tijdens het verhelpen van storingen moet de transmissie altijd worden stilgezet.
  • Pagina 85 Storingen Oorzaken Verhelpen Olie lekt uit de transmissie. Onvoldoende afdichting van het Pakkingen controleren, indien nodig deksel van het huis en/of van de vervangen. Scheidingsvoegen scheidingsvoegen. afdichten. Radiale asafdichtingsringen defect. Radiale asafdichtingsringen controleren, evt. vervangen. Olie schuimt in de transmissie. Conserveringsmiddel niet volledig Olie verversen.
  • Pagina 86: Onderhoud En Instandhouding

    Onderhoud en instandhouding De opmerkingen in hoofdstuk 3, "Veiligheidstips", en in hoofdstuk 9, "Storingen, oorzaken en verhelpen", dienen in acht te worden genomen! 10.1 Algemene onderhoudsgegevens Alle onderhouds­ en reparatiewerkzaamheden moeten zorgvuldig en alleen door goed opgeleid personeel worden uitgevoerd. Voor alle werkzaamheden conform punt 10.2 geldt: Transmissie en aangebouwde componenten buiten bedrijf stellen.
  • Pagina 87: Algemene Oliegebruiksduren

    Maatregelen Termijnen Opmerkingen Slangleidingen vervangen 6 jaar, gerekend vanaf de Zie punt 10.2.10 opgedrukte fabricagedatum Koelslang controleren Iedere 2 jaar Zie punt 10.2.7 Frictievoeringen van de koppelbe­ Ten minste één keer per jaar zie punt 5.9 grenzende teruglooprem controleren Hulpaandrijving controleren zie punt 5.16 Controleren of bevestigingsbouten Na de eerste olieverversing,...
  • Pagina 88: Luchtfilter Reinigen

    Spoelen is niet nodig, als de verdraagbaarheid van de nieuwe bedrijfsolie met de oude bedrijfsolie in alle opzichten gegeven is. De verdraagbaarheid moet door de olieleverancier worden bevestigd. Siemens raadt u aan bij een omschakeling van de soort olie de transmissie altijd met de nieuwe bedrijfsolie te spoelen.
  • Pagina 89: Reiniging Van De Ventilator En Transmissie

    Voordat deze reinigingsmiddelen kunnen worden gebruikt, is een controle van de verdraagbaarheid van het middel met de materialen van de koelslang noodzakelijk (overleg met Siemens noodzakelijk). Voor het gebruik van de diverse reinigingsmiddelen moeten de toepassingstips van de producent in acht worden genomen.
  • Pagina 90: Lucht­oliekoeler Controleren

    10.2.8 Lucht­oliekoeler controleren • De opmerkingen in de punten 5.10.3, 7.1.2 en 10.1 dienen in acht te worden genomen! • Afsluitkleppen in de koelmiddeltoe­ en ­afvoerleidingen sluiten. • Vuil op het koelerblok verwijderen. • Toestand van de schroefverbindingen controleren, indien nodig vervangen. 10.2.9 Water­oliekoeler controleren •...
  • Pagina 91: Afsluitende Werkzaamheden

    De kwaliteit van de gebruikte olie moet aan de eisen van de separaat bijgevoegde gebruiksaanwijzing BA 7300 NL voldoen, anders komt de garantie van Siemens te vervallen. Wij raden dringend aan, een van de in de gebruiksaanwijzing BA 7300 NL vernoemde oliën te gebruiken, daar deze voor deze toepassing zijn gekeurd en aan de gestelde eisen voldoen.
  • Pagina 92: Onderdelenvoorraad, Klantenservice

    Type, grootte Onderdeelnummer Aantal 11.2 Adressen voor onderdelen en adressen van de klantenservice Bij bestellingen van onderdelen of een aanvraag van een servicemonteur gelieve u zich tot Siemens te wenden (zie hoofdstuk 2). BA 5010 NL 06/2010 92 / 94...
  • Pagina 93: Verklaringen

    12.1 Inbouwverklaring Inbouwverklaring conform Richtlijn 2006/42/EG, Bijlage II 1 B De fabrikant, Siemens AG, 46393 Bocholt, verklaart voor de niet voltooide machine Tandwieltransmissie H.SH, H.VH, H.HH, H.DH, H.KH, H.FH, H.HM, H.DM, H.KM, H.FM, H.PH, B.SH, B.VH, B.HH, B.DH, B.KH, B.FH, B.HM, B.DM, B.KM, B.FM, T.SH, T.HH, T.KH, T.DH, T.FH...
  • Pagina 94 Siemens AG Subject to modifications Industry Sector Mechanical Drives © Siemens AG 2010 Alfred-Flender-Straße 77 46395 Bocholt GERMANY www.siemens.com/drivetechnology...

Inhoudsopgave