Bij
olietoevoerinstallatie
inbedrijfstelling
drukregelaar
worden aangesloten.
Afhankelijk van de order kan in bepaalde gevallen in plaats
van de flenspomp een motorpomp aangebracht zijn.
Voor gebruik en onderhoud van de componenten van de olietoevoerinstallatie moeten de
gebruiksaanwijzingen van de componenten in acht worden genomen.
Technische gegevens zijn te vinden in het blad met technische gegevens en/of de lijst met
apparaten.
5.6
Lagering van de assen
Alle assen zijn in wentellagers gelagerd.
5.7
Asafdichtingen
Afhankelijk
van
Taconitedichtingen of Tacolabdichtingen op de asopeningen, dat olie uit de transmissie kan uittreden of
verontreinigingen in de transmissie kunnen binnendringen.
5.7.1
Radialeasafdichtingsringen
Radialeasafdichtingsringen worden over het algemeen als standaardafdichting gebruikt. Ze zijn bij
voorkeur van een extra stoflip ter bescherming van de eigenlijke afdichtingslip tegen verontreinigingen van
buiten voorzien.
Indien er veel stof optreedt, is een toepassing niet mogelijk.
Afb. 19: Radialeasafdichtingsring
5.7.2
Labyrintafdichtingen
Labyrintafdichtingen als contactloze afdichtingen voorkomen slijtage op de assen, zijn daarom
onderhoudsvrij en zorgen voor een gunstig temperatuurniveau. Ze kunnen alleen bij bepaalde
overbrengingsverhoudingen en minimale toerentallen worden toegepast.
Of de transmissie van labyrintafdichtingen is voorzien, kunt u in de reserveonderdeeltekening en in de lijst
van vervangingsonderdelen nazien.
Afb. 20: Labyrintafdichtingsring
Deze afdichtingen vereisen voor een veilig gebruik een stationaire, horizontale
opstelling, waarbij geen vuil water of veel stof optreedt. Te vol maken van de
transmissie kan tot lekkage leiden, hetzelfde geldt voor olie met te hoog
schuimpercentage.
transmissies
met
moet
in
ieder
correct
de
eisen
voorkomen
BA 5010 NL 06/2010
aangebouwde
voor
de
geval
de
functionerend
radiale
asafdichtingsringen,
31 / 94
0.5 bar
Naargelang
behoefte als
opener of sluiter
aan te sluiten.
labyrintafdichtingen
of