6.2
Uitpakken
De inhoud van de levering staat in de expeditiepapieren aangegeven. De volledigheid moet onmiddellijk
bij ontvangst worden gecontroleerd. Over beschadigingen en/of ontbrekende onderdelen moet Siemens
onmiddellijk schriftelijk melding worden gemaakt.
De verpakking mag niet geopend of beschadigd worden, als deze deel van de conservering
uitmaakt!
•
Verpakking en transportvoorzieningen verwijderen en conform voorschriften afvoeren.
•
Visuele controle op beschadiging en verontreiniging uitvoeren.
Bij zichtbare beschadigingen mag de transmissie niet in werking worden gesteld. De
informatie in hoofdstuk 4, "Transport en opslag" moet in acht worden genomen.
6.3
Montage van de transmissie met een voet voor het huis
6.3.1
Fundering
De fundering moet horizontaal en vlak zijn. De transmissie mag tijdens het vastdraaien
van de bevestigingsbouten niet gespannen worden.
Het fundament moet zo worden uitgevoerd, dat geen resonantietrillingen ontstaan en geen trillingen van
naburige funderingen kunnen worden doorgegeven. De constructie van de fundering, waarop de
transmissie moet worden gemonteerd, moet torsiestijf zijn. De constructie moet overeenkomstig het
gewicht en het draaimoment worden uitgevoerd, rekening houdend met de op de transmissie inwerkende
krachten.
Er dient een zorgvuldige instelling op de in en uitgaande aggregaten te worden uitgevoerd. Indien van
toepassing moeten optredende elastische vervormingen door bedrijfskrachten in aanmerking worden
genomen.
Bevestigingsbouten of moeren moeten met het voorgeschreven aanhaalmoment
worden vastgedraaid. Het aanhaalmoment kan in punt 6.23 worden nagezien. Er
moeten bouten met een sterkteklasse van minstens 8.8 worden toegepast.
Als externe krachten op de transmissie inwerken, is het zinvol om door zijdelingse aanslagen een
verschuiving te voorkomen.
Afmetingen, benodigde ruimte en plaats van de toevoeraansluitingen kunnen in de tekeningen
in de documentatie van de transmissie worden nagezien.
6.3.2
Beschrijving van de montagewerkzaamheden
•
Corrosiebescherming aan de assen met een geschikt reinigingsmiddel (bijv. benzine) verwijderen.
Hierbij moet beslist ieder contact van het reinigingsmiddel (bijv. benzine) met de
asafdichtingen worden vermeden.
Voor voldoende ventilatie zorgen. Niet roken.
Er bestaat explosiegevaar!
•
In en uitgaande elementen (bijv. koppelingsdelen) op assen trekken en vastzetten.
Moeten deze elementen warm erop gezet worden, dan moeten de vereiste voegtemperaturen in de
tekeningen met afmetingen worden nagezien.
Het verwarmen kan, indien niet anders voorgeschreven, inductief, met een brander of in de oven
geschieden.
Tegen verbranding door hete onderdelen beschermen!
Asafdichtingsringen tegen beschadiging en verhitting boven + 100 °C beschermen
(hitteschilden tegen stralingswarmte gebruiken).
BA 5010 NL 06/2010
49 / 94