Pagina 1
Transmissie met conische tandwielen K1N en K1A Grootte 1 tot 9 Montageinstructies en gebruiksaanwijzing BA 5230 nl 04/2011 FLENDER gear units...
Pagina 2
Technische gegevens Transmissie Algemene opmerkingen met conische tandwielen Veiligheidstips K1N en K1A Transport en opslag Grootte 1 tot 9 Technische beschrijving Montageinstructies en gebruiksaanwijzing Montage Vertaling van de originele montageinstructies en gebruiksaanwijzing Inbedrijfstelling Bedrijf Storingen, oorzaken en verhelpen Onderhoud en instandhouding Onderdelenvoorraad, klantenservice...
Opmerkingen en symbolen in deze montageinstructies en gebruiksaanwijzing Opmerking: Voor de term "montage en gebruiksaanwijzing" wordt onderstaand ook kort "instructies" of "handboek" gebruikt. Rechtelijke opmerkingen Concept van de waarschuwingen Dit handboek bevat opmerkingen, die u met het oog op uw persoonlijke veiligheid alsmede ter vermijding van materiële schade in acht moet nemen.
Bedoeld gebruik van Siemensproducten Neem het volgende in aanmerking: Siemensproducten mogen uitsluitend voor de in de catalogus en in de bijbehorende technische documentatie voorziene toepassingen worden gebruikt. Worden vreemde producten en componenten gebruikt, moeten deze door Siemens aanbevolen of goedgekeurd zijn. Voorwaarde voor het correcte en veilige gebruik van de producten is juist transport, juiste opslag, opstelling, montage, installatie, inbedrijfstelling, bediening en instandhouding.
Technische gegevens Algemene technische gegevens Het typeplaatje van de transmissie bevat de belangrijkste technische gegevens. Deze gegevens alsmede de tussen Siemens en de besteller schriftelijk overeengekomen afspraken ten aanzien van de transmissie definiëren de grenzen van het bedoeld gebruik ervan. ①...
Het geluidsdrukniveau geldt voor een warmgelopen transmissie en aandrijftoerental n en uitgaand vermogen P overeenkomstig het typeplaatje, bij meting op een Siemensproefbank. Bij meerdere gegevens gelden het hoogste toerental en het hoogste vermogen. meetvlakgeluidsdrukniveau zijn...
De transmissie is volgens de nieuwste stand van de techniek gebouwd en wordt veilig voor gebruik geleverd. De transmissie mag uitsluitend in het kader van de in het prestatie en leveringscontract tussen Siemens en de besteller vastgelegde voorwaarden worden toegepast en geëxploiteerd.
Veiligheidstips Het betreden van de transmissie en de aangebouwde delen is niet toegestaan! Voorzichtig, gevaar van struikelen! Eigenhandige veranderingen zijn niet toegestaan. geldt voor veiligheidsinrichtingen die als bescherming tegen aanraking zijn aangebracht. Fundamentele plichten • De exploitant moet ervoor zorgen dat iedereen die met werkzaamheden aan de transmissie belast is, de aanwijzing gelezen en begrepen heeft en ze in alle punten in acht neemt, om: ─...
• De in verband met montage of demontagewerkzaamheden onbruikbaar geworden bouten moeten door nieuwe van dezelfde sterkteklas en uitvoering worden vervangen. • Reserveonderdelen moeten altijd van Siemens worden betrokken (zie hoofdstuk 11, "Onderdelenvoorraad, klantenservice"). Milieubescherming • Eventueel aanwezig verpakkingsmateriaal volgens de voorschriften afvoeren of in het recyclingcircuit terugbrengen.
Leveringsomvang De inhoud van de levering staat in de expeditiepapieren. De volledigheid moet onmiddellijk bij ontvangst worden gecontroleerd. Over beschadigingen en/of ontbrekende onderdelen moet Siemens onmiddellijk schriftelijk melding worden gemaakt. Bij zichtbare beschadigingen mag de transmissie niet in werking worden gesteld.
Afb. 3: Aanslagpunten De precieze afbeelding van de transmissie en de positie van de aanslagpunten kan in de tekeningen in de van de order afhankelijke documentatie van de transmissie worden nagezien. Bij aandrijfeenheden met extra op de transmissie aangebouwde componenten, zoals aandrijfmotor, opgezette koppeling enz.
Standaardcoating en conservering De transmissie moet van een inwendige conservering, de vrije aseinden moeten van een beschermende conservering worden voorzien. De eigenschappen van de buitenlaag hangen af van de omgevingsvoorwaarden ten aanzien van transportweg en gebied van toepassing zoals in de order gespecificeerd. De transmissie wordt in regel compleet gereed, met grondverf en afwerklaag uitgeleverd.
Max. 36 maanden - Luchtfilter door schroefdop vervangen. (Vóór inbedrijfstelling schroefdop door luchtfilter vervangen.) Bij opslagtijden van meer dan 36 maanden is vooraf overleg met Siemens noodzakelijk. geschikt voor de tropen, bestand tegen zeewater, omgevingstemperatuur max. 50 °C 4.4.2 Uitwendige conservering...
Technische beschrijving De opmerkingen in hoofdstuk 3, "Veiligheidstips", moeten in acht worden genomen. Algemene beschrijving Bij de beschreven transmissies gaat het om transmissies met conische tandwielen voor de aandrijving van werkmachines in de algemene machinebouw. De transmissie wordt als eentrapstransmissie met conische tandwielen geleverd. De transmissie is voor een in de order vastgelegde inbouwpositie uitgevoerd.
Huis Het huis is van gietijzer, maar kan indien nodig ook van grafietijzer zijn vervaardigd. Het huis bestaat uit één deel. Het is torsiestijf en heeft door zijn vormgeving een zeer goed geluids en temperatuurniveau. Het huis van de transmissie is van volgende componenten voorzien: •...
Afb. 4: Uitrusting van de transmissie Aandrijfas Oliepeilindicatie Aslagering Ventilator Huis Luchtgeleidingskap Olieafvoer Lagerdeksel Ontluchting Oogbouten Olievulling Inspectie en/of montageopeningen De exacte afbeelding van de transmissie is in de tekeningen in de documentatie van de transmissie te vinden. Vertande delen De vertande delen van de transmissie zijn gecementeerd.
5.4.2 Druksmering Bij hoge aandrijftoerentallen of hoge randsnelheden op de vertandingen kan de spatsmering afhankelijk van de order door een druksmering aangevuld of vervangen worden. Bij druksmering worden de boven de oliespiegel liggende lagers en/of vertandingen via pijpleidingen van voldoende olie voorzien. In geval van een verticale inbouwsituatie moet de spatsmering door een druksmering worden vervangen.
5.6.2 Taconitepakking Taconitepakkingen zijn speciaal voor toepassingen in een stoffige omgeving ontworpen. Het binnendringen van stof wordt door een combinatie van drie afdichtingselementen (radialeasafdichtingsring, lamellenpakking en met vet gevulde nasmeerbare labyrintpakking) voorkomen. Afb. 6: Taconitepakking Radialeasafdichtingsring Labyrintpakking met vet gevuld, nasmeerbaar Lamellenpakking Platte smeernippel AM10x1 conform DIN 3404 Bij de Taconitepakkingen wordt er verschil gemaakt tussen de volgende uitvoeringsvarianten:...
Tabel 7: Beschrijving van varianten Taconitepakking Taconite- uitvoerings‐ Toepassingsgebied Opmerkingen variant Alle aandrijfassen "E" met of zonder ventilator Nasmeerbaar labyrint Uitgaande as "F" Bouwvorm S (Massieve as) Aan beide zijden nasmeerbaar labyrint, Uitgaande as inclusief stofdichte beschermkap als Bouwvorm H (Holle as met gleuf) "F‐F"...
5.7.2 Koelslang De transmissie kan met een koelslang in het oliecarter uitgerust zijn. Deze wordt via een wateraansluiting van koelwater voorzien. De exploitant moet hiervoor zorgen. Als koelwater kan zoet, zee of brak water worden gebruikt. Tijdens het doorstromen van de koelslang wordt een bepaalde hoeveelheid warmte aan de tandwielolie onttrokken en aan het koelwater afgegeven.
5.7.3 Aangebouwde olietoevoerinstallatie met luchtoliekoeler Afhankelijk van de order kan een olietoevoerinstallatie met luchtoliekoeler worden gebruikt. De oliekoelinstallatie is vast op de transmissie gemonteerd. Componenten: • een luchtoliekoeler • een flenspomp • een grof filter • een drukregelaar • een temperatuurregelklep •...
5.7.4 Aangebouwde olietoevoerinstallatie met wateroliekoeler Afhankelijk van de order kan een olietoevoerinstallatie met wateroliekoeler worden gebruikt. Deze is vast op de transmissie gemonteerd. Componenten: • een pomp • een wateroliekoeler • pijpleidingen • een filter • Bewakingsapparaten De pomprichting van de toepaste pomp is onafhankelijk van de draairichting, mits in de documentatiebescheiden niets tegenstrijdigs wordt aangegeven.
5.7.5 Aparte / externe olietoevoerinstallatie Een door Siemens separaat geleverde of externe olietoevoerinstallatie kan voor het koelen van de olie worden toegepast. Voor gebruik en onderhoud moet de gebruiksaanwijzing van de olietoevoerinstallaties in acht worden genomen. Voor gebruik en onderhoud van de componenten van de olietoevoerinstallatie moeten de gebruiksaanwijzingen van de componenten in acht worden genomen.
5.10 Verwarming Bij lage temperaturen kan een verwarmen van de tandwielolie voor het inschakelen van de aandrijving of ook tijdens het gebruik noodzakelijk worden. Voor degelijke gevallen kunnen bij voorbeeld verwarmingsstaven worden gebruikt. Deze verwarmingsstaven zetten elektrische energie in warmteenergie om en geven die aan de omgevende olie af. De verwarmingsstaven worden door beschermende buizen in het huis gehouden, zodat vervangen van de verwarmingselementen zonder een voorafgaand aftappen van de olie mogelijk is.
5.13 Lagercontrole door weerstandsthermometer Pt 100 De transmissie kan met weerstandsthermometers PT 100 voor de controle van de lagers uitgerust zijn. Om de temperaturen en/of de temperatuurverschillen te kunnen meten, moet de weerstandsthermometer Pt 100 door de klant op een analyseapparaat worden aangesloten. De weerstandsthermometer heeft voor de bedrading een aansluitkop (beschermingsgraad IP 54).
Montage De opmerkingen in hoofdstuk 3, "Veiligheidstips", moeten in acht worden genomen. Algemene montagetips Tijdens het transport van de transmissie moeten de opmerkingen in hoofdstuk 4, "Transport en opslag", in acht worden genomen. De montage moet met grote zorgvuldigheid door geautoriseerde, opgeleide en getrainde vakmensen geschieden.
Uitpakken De inhoud van de levering staat in de expeditiepapieren. De volledigheid moet onmiddellijk bij ontvangst worden gecontroleerd. Over beschadigingen en/of ontbrekende onderdelen moet Siemens onmiddellijk schriftelijk melding worden gemaakt. De verpakking mag niet geopend of beschadigd worden, als deze deel van de conservering uitmaakt! •...
De elementen moeten snel zo ver op de as worden getrokken als staat vermeld in de van de order afhankelijke tekening met afmetingen. Koppeling met behulp van een opspaninrichting opspannen. Het erop drijven door slaan of stoten is niet toegestaan, aangezien hierdoor schade in de transmissie kan ontstaan.
6.3.2.2 Montage op een frame • Onderzijde van het oppervlak onder de transmissie reinigen. • Transmissie met een geschikt hefwerktuig op het frame neerzetten. • Funderingsbouten met voorgeschreven aanhaalmoment vastdraaien (zie punt 6.17), eventueel aanslagen tegen verschuiven aanbrengen. De transmissie mag tijdens het vastdraaien van de bevestigingsbouten niet gespannen worden.
• Transmissie met een geschikt hefwerktuig op de betonnen fundering neerzetten. • Transmissie naar de in en uitgaande assen horizontaal instellen: ─ bij gebruik van steenbouten, met passtukken, ─ bij gebruik van funderingsblokken, met behulp van stelschroeven (voorzover aanwezig). • Indien nodig bij grotere inwerkende krachten aanslagen tegen verschuiven aanbrengen.
• Instelmaten documenteren. ─ Het protocol moet samen met deze aanwijzing worden bewaard. 1 Ankerbout 2 Onderlaag 3 Grondplaat 4 Schijf 5 Zeskantmoer 6 Voetplaat 7 Fijn beton 8 Ruw fundament Afb. 13: Ankerbout Vóór het spannen van de ankerbouten moet het fijne beton ten minste 28 dagen uitgehard zijn.
6.4.1 Voorbereiding Voor een betere demontage (zie ook punt 6.4.3) raden wij u aan, in het aseinde van de werkmachine een aansluiting voor drukolie aan te brengen. Hiervoor moet een gat worden aangebracht, dat in de uitdraaiing van de holle as uitmondt (zie afbeelding 14). Deze aansluiting kan ook voor de toevoer van de roestoplosser worden gebruikt.
6.4.2.1 Opspannen • Transmissie met behulp van moer en draadstang opspannen. Ondersteunen geschiedt via de holle as. Daarbij moet de holle as met de machineas in één lijn liggen, zodat kantelen uitgesloten is. Afb. 15: Holle as met gleuf voor inlegspie, met draadstangen opspannen Machineas Moer Eindschijf...
Pagina 37
De eindschijf en/of de hulpschijf voor het aftrekken van de transmissie behoren niet tot de omvang van onze levering. Aan beide kopse kanten van de holle as zijn 2 draadgaten (voor afmetingen zie afbeelding 18) voor het opnemen van bouten voor de bevestiging van de eindschijf aan de holle as voorzien. Afb.
Afb. 18: Holle as met gleuf voor inlegspie De exacte afmetingen kunnen in de tekeningen in de documentatie van de transmissie worden nagezien. Bij gebruik van afdrukbouten of draadstangen moet ter voorkoming van invreetgevaar op dit punt het tegen de werkmachine drukkende uiteinde van de schroefdraad op de kop afgerond en ingevet worden.
6.6.1 Montage van de krimpschijf • Vóór begin van de montage moeten de holle as en de steekas zorgvuldig worden gereinigd. Aanwijzingen van de producent voor de omgang met smeer en oplosmiddelen in acht nemen. Geen schoonmaak of oplosmiddel laten inwerken op vlakken, die van een verflaag zijn voorzien.
(zie tabel 9) niet worden overschreden. Als er tijdens het vastdraaien van de spanbouten met het max. aanhaalmoment geen precieze aansluiting van binnen en buitenring wordt bereikt, dan is er overleg met Siemens noodzakelijk. Tabel 9: Maximale aanhaalmomenten van de spanbouten max.
6.6.3 Reiniging en smering van de krimpschijf Alleen vervuilde krimpschijven moeten voor het schoonmaken uit elkaar worden genomen. • Alle delen op beschadiging controleren. Beschadigde delen moeten door nieuwe worden vervangen! Het gebruik van beschadigde delen is niet toegestaan! Uitsluitend de door de producent geleverde, complete krimpschijven mogen worden gebruikt.
Te zachte basisframes of onderconstructies kunnen ook tijdens het bedrijf tot radiale en/of axiale verplaatsingen leiden, die bij stilstand niet kunnen worden gemeten. De toegestane richtfouten vindt u bij door Siemens geleverde koppelingen in de betreffende aanwijzingen van de koppelingen.
Pagina 43
Verplaatsingen van de koppelingsdelen ten opzichte van elkaar kunnen ontstaan: • door onnauwkeurige uitlijning tijdens de montage. • tijdens het gebruik van de installatie door: ─ Warmteuitzetting ─ Doorbuigen van de as ─ te zachte machineframes etc. ΔKa Axiale verplaatsing Hoekverplaatsing Radiale verplaatsing (ΔKa)
Transmissie met koelslang • Voor het aansluiten van de koelslang de sluitdoppen uit de aansluitmoffen van de koelslang verwijderen. • Koelslang doorspoelen (om eventuele verontreinigingen te verwijderen). • Koelwatertoe en afvoerleidingen installeren aansluiten (positie van de aansluitingen kunnen in de tekening met afmetingen worden nagezien.) Neem ook punt 5.7.2 in acht.
6.16 Afsluitende werkzaamheden • Na het opstellen van de transmissie controleren, dat alle schroefverbindingen goed vast zitten. • Controle van de instelling na het aanhalen van de bevestigingselementen (de instelling mag niet veranderd zijn). • Controleren of alle voor het transport gedemonteerde apparaten weer gemonteerd zijn. Hiertoe dienen de gegevens in het blad met de technische gegevens, de lijst met apparaten en de bijbehorende tekeningen in acht te worden genomen.
6.17.2 Aanhaalmomenten en voorspankrachten De aanhaalmomenten gelden voor wrijvingswaarden van μ = 0.14. De wrijvingscoëfficiënt totaal μ = 0.14 staat hier voor licht geoliede bouten van staal, zwartgehard of gefosfateerd, en totaal droge, gesneden tegenschroefdraad in staal of gietijzer. Het gebruik van een smeermiddel dat de wrijvingswaarde verandert, is niet toegestaan en zou een overbelasting van de schroefverbinding tot gevolg kunnen hebben.
Pagina 47
Nominale Sterkte Voorspankracht Aanhaalmoment schroef klasse van voor de schroefverbindingsklasse voor de schroefverbindingsklasse draaddoor de bout cf. tabel 11 cf. tabel 11 snede M min. 1190000 760000 475000 21500 18500 16500 10.9 1690000 1100000 675000 30500 26400 23400 M80x6 12.9 1980000 1360000 790000...
Inbedrijfstelling De opmerkingen in hoofdstuk 3, "Veiligheidstips", moeten in acht worden genomen. Het in bedrijf nemen van de transmissie, zonder dat de nodige aanwijzing beschikbaar is, is niet toegestaan. Maatregelen voor de inbedrijfstelling 7.1.1 Deconservering De positie van de olieaftappunten is in de tekening met afmetingen in de documentatie van de transmissie door een overeenkomstig symbool gemarkeerd.
De kwaliteit van de gebruikte olie moet aan de eisen van de apart bijgevoegde gebruiksaanwijzing BA 7300 voldoen, anders komt de garantie van Siemens te vervallen. Wij raden dringend aan, een van de in tabel "T 7300" (voor een link, zie apart bijgevoegd document BA 7300) vernoemde oliën te gebruiken, daar deze voor deze toepassing zijn gekeurd en aan...
De voorsmeerfase mag niet langer dan 3 minuten duren, aangezien de olie bij lage temperaturen sterk opschuimt. Bij een olietemperatuur < 10 °C moet de olie door geschikte maatregelen worden verwarmd of dient met Siemens overleg te worden gepleegd. Voor gebruik en onderhoud moet de gebruiksaanwijzing van de olietoevoerinstallaties in acht worden genomen.
De maximaal toegestane temperatuur van het oliecarter bedraagt 90 °C (voor minerale olie) of 100 °C (synthetische olie). Bij hogere temperaturen dient de transmissie onmiddellijk te worden stilgezet en dient overleg met de klantenservice van Siemens te worden gepleegd. 7.2.8 Lagercontrole (trillingsmeting) Wanneer de overeenkomstige voorzieningen (zie punt 5.13) voor controle van de...
7.2.10 Controlemaatregelen Tijdens de inbedrijfstelling dienen de volgende visuele controles te worden uitgevoerd en gedocumenteerd: Oliepeil □ Dichtheid van de oliekoel of olietoevoerleidingen □ Openingstoestand van de afsluitkleppen □ Dichtheid van de asafdichtingen □ Contactvrijheid van de roterende delen □ Verder dienen in dit document de spandrukken of de voorspankrachten overeenkomstig punt 6.3.2.2 tot 6.3.2.4 mee te worden opgenomen.
7.3.1.3 Uitvoering van de inwendige conservering • Transmissie buiten bedrijf stellen. • Olie in een geschikt vat aftappen (zie hoofdstuk 10, "Onderhoud en instandhouding"). • Luchtfilter inclusief reduceerbout eruit draaien. • Conserveringsmiddel via de opening van de reduceerbout tot aan de bovenste streep van de oliepeilindicatie vullen.
Bedrijf De opmerkingen in hoofdstuk 3, "Veiligheidstips", in hoofdstuk 9, "Storingen, oorzaken en verhelpen", en in hoofdstuk 10, "Onderhoud en instandhouding", dienen in acht te worden genomen! Algemeen Om een foutloos gebruik zonder storingen van de installatie te bereiken, moeten de in hoofdstuk 1, "Technische gegevens", gespecificeerde bedrijfswaarden en eventueel de gegevens uit de gebruiksaanwijzing van de olietoevoerinstallatie in acht worden genomen (alleen bij overeenkomstig uitgeruste transmissie).
Bij niet bedoeld gebruik van de transmissie, met Siemens niet afgesproken modificaties aan de transmissie of gebruik van nietoriginele reserveonderdelen van Siemens kan Siemens voor het verdere gebruik van de transmissie geen garantie geven. Tijdens het verhelpen van storingen moet de transmissie altijd worden stilgezet.
Pagina 56
Storingen Oorzaken Verhelpen Verhoogde bedrijfstemperatuur. Oliepeil in het huis van de Oliepeil bij ruimtetemperatuur transmissie te hoog. controleren, indien nodig oliepeil corrigeren. Olie is te oud. Controleren, wanneer voor het laatst de olie werd ververst, evt. olie verversen. Zie hoofdstuk 10. Olie is sterk vervuild.
Pagina 57
Storingen Oorzaken Verhelpen Olie schuimt in smeeroliecarter. Water in de olie. Olietoestand door reageerbuistest op binnengedrongen water onderzoeken. Olie door chemisch laboratorium laten onderzoeken. Olietoevoerinstallatie / koelslang Olietoevoerinstallatie / koelslang defect. controleren, indien nodig defecte componenten vervangen. Gebruiksaanwijzing van de olietoevoerinstallatie in acht nemen.
In de norm "DIN 3761" wordt informatie over het thema "lekkage van transmissies" gegeven. Daarop aansluitend en opbouwend op de uitgebreide ervaring bij Siemens MD en andere firma’s die lid zijn bij de FVA, zijn in het volgend overzicht korte beschrijvingen, noodzakelijke maatregelen alsmede commentaren over dit thema opgenomen.
Onderhoud en instandhouding De opmerkingen in hoofdstuk 3, "Veiligheidstips", en in hoofdstuk 9, "Storingen, oorzaken en verhelpen", dienen in acht te worden genomen! 10.1 Algemene onderhoudsgegevens Alle onderhouds en reparatiewerkzaamheden moeten zorgvuldig en alleen door goed opgeleid personeel worden uitgevoerd. Voor alle werkzaamheden conform punt 10.2 geldt: Transmissie en aangebouwde componenten buiten bedrijf stellen.
Maatregelen Termijnen Opmerkingen Koelslang op afzettingen Om de 2 jaar Zie punt 10.2.6. controleren Slangleidingen controleren Jaarlijks Zie punt 10.2.9. Slangleidingen vervangen 6 jaar, gerekend vanaf de Zie punt 10.2.9. opgedrukte fabricagedatum Controleren of bevestigingsbouten Na ca. 400 bedrijfsuren, Zie punt 6.16. goed vastzitten daarna om de 2 jaar Transmissie doorzien...
Spoelen is niet nodig, als de verdraagbaarheid van de nieuwe bedrijfsolie met de oude bedrijfsolie in alle opzichten gegeven is. De verdraagbaarheid moet door de olieleverancier worden bevestigd. Siemens raadt u aan bij een omschakeling van de soort olie de transmissie altijd met de nieuwe bedrijfsolie te spoelen.
Alvorens deze reinigingsmiddelen kunnen worden gebruikt, is een controle van de verdraagbaarheid van het middel met de materialen van de koelslang noodzakelijk (overleg met Siemens noodzakelijk). Voor het gebruik van de diverse reinigingsmiddelen moeten de toepassingstips van de producent in acht worden genomen.
10.2.7 Luchtoliekoeler controleren • De opmerkingen in de punten 5.7.3 en 10.1 dienen in acht te worden genomen! • Vuil op het koelerblok verwijderen. • Toestand van de schroefverbindingen controleren, indien nodig vervangen. 10.2.8 Wateroliekoeler controleren • De opmerkingen in de punten 5.7.4 en 10.1 dienen in acht te worden genomen! •...
De kwaliteit van de gebruikte olie moet aan de eisen van de apart bijgevoegde gebruiksaanwijzing BA 7300 voldoen, anders komt de garantie van Siemens te vervallen. Wij raden dringend aan, een van de in tabel "T 7300" (voor een link, zie apart bijgevoegd document BA 7300) vernoemde oliën te gebruiken, daar deze voor deze toepassing zijn gekeurd en aan de gestelde eisen voldoen.
Aantal 11.2 Adressen voor onderdelen en adressen van de klantenservice Bij bestellingen van onderdelen of een aanvraag van een servicemonteur gelieve u zich eerst tot Siemens te wenden (zie hoofdstuk 2, "Algemene opmerkingen"). BA 5230 nl 04/2011 65 / 67...
Verklaringen 12.1 Inbouwverklaring Inbouwverklaring conform Richtlijn 2006/42/EG, Bijlage II 1 B De producent, Siemens AG, D - 46395 Bocholt, verklaart voor de niet voltooide machine Transmissie met conische tandwielen K1N en K1A Grootte 1 tot 9 voor de aandrijving van werkmachines in de algemene machinebouw: ‐...