Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Askoppeling - Siemens Flender H SH Series Montage- En Gebruiksaanwijzing

Tandwieltransmissie
Inhoudsopgave

Advertenties

5.16.3 Askoppeling

Als de transmissie naast de hoofdaandrijving van een hulpaandrijving wordt voorzien, vindt de koppeling
met behulp van een askoppeling plaats. Deze laat bij aandrijving via de hulpaandrijving een
torsieoverbrenging in een draairichting toe, terwijl bij de aandrijving via de hoofdaandrijving een
"vrijloopmodus" optreedt.
Zowel bij de aandrijving via de hoofdmotor, als ook bij de aandrijving van de hulpaandrijving draait de
uitgaande as van de hoofdtransmissie in dezelfde draairichting.
De askoppeling is in een tussenflens ondergebracht en in het oliecircuit van de transmissie geïntegreerd.
Onderhoud en olie verversen vinden gelijktijdig met onderhoud en olie verversen van de hoofdtransmissie
plaats.
De askoppeling heeft door de centrifugaalkracht loskomende klemelementen. Draait de hoofdtransmissie
in de voorgeschreven draairichting, dan loopt de binnenring met de klemelementen rond, waarbij de
buitenring stilstaat. Vanaf een bepaald toerental laten de klemelementen los en de askoppeling werkt
zonder slijtage. Vindt de aandrijving via de motor van de hulpaandrijving via de buitenring plaats, dan
treedt voor de askoppeling "meeneemmodus" op, d.w.z. de hoofdtransmissie wordt in de gekozen
draairichting langzaam doorgedraaid. Hierbij draait gelijktijdig de aandrijfas van de hoofdtransmissie en
eventueel de hoofdmotor ­ bij gebruik van een elastische koppeling tussen hoofdmotor en transmissie ­
langzaam mee.
Hoofdmotor en motor van de hulpaandrijving moeten elektrisch zo met elkaar worden
vergrendeld, dat slechts één van de beide motoren ingeschakeld kan zijn.
Bij de aandrijving via de hulpaandrijving draait gelijktijdig de aandrijfas van de
hoofdtransmissie langzaam mee. Deze draaibeweging mag niet worden gehinderd. Een zich
aan de aandrijfkant bevindende in de hoofdaandrijving aangebrachte rem moet bij aandrijving
via de hulpaandrijving worden geopend.
Bij het vullen met olie van de hoofdtransmissie moet eerst het smeerpunt 1 op de
tussenflens met de op het typeplaatje vermelde hoeveelheid en soort olie worden
gevuld.
Vóór inbedrijfstelling moet de werking van de askoppeling conform punt 7.2.4 worden
gecontroleerd.
BA 5010 NL 06/2010
47 / 94

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave