Wegrijtoerental
6
Bij stilstand geeft de schakelindi-
cator het ideale wegrijtoerental bij
92
een racestart aan.
Schakelindicator uit: Toerental
te laag
Schakelindicator brandt: Ideaal
wegrijtoerental
Schakelindicator knippert: Toe-
rental te hoog
z
Schakeltoerental
Tijdens het rijden geeft de scha-
kelindicator het toerental aan,
waarbij in de volgende hogere
versnelling moet worden gescha-
keld.
Schakelindicator knippert met
de ingestelde frequentie: Scha-
keltoerental is bijna bereikt
Schakelflits dooft: Schakeltoe-
rental bereikt
De toerentalgrenzen en het
brandgedrag van de schakelflits
kunnen worden aangepast in het
SETUP EQUIPMENT.
Schakelassistent Pro
met schakelassistent Pro
Uw voertuig motorfiets is met de
oorspronkelijk in de motorsport
ontwikkelde schakelassistent
uitgerust, die aan het gebruik
op de openbare weg is aange-
past. De schakelassistent maakt
het mogelijk om op- of terug te
schakelen zonder de koppeling
te bedienen of de gashendel
te verdraaien in nagenoeg alle
belastings- en toerengebieden.
Voordelen
70-80% van alle schakelpro-
cedures van een rit kan zonder
koppeling worden uitgevoerd.
Minder bewegingen tussen be-
rijder en duopassagier door
kortere schakelpauzes.
Bij het accelereren hoeft de
gasklep niet gesloten te wor-
den.
Bij het vertragen en terugscha-
kelen (gasklep gesloten) wordt
door tussengas een toerenta-
laanpassing gerealiseerd.
SU
De schakeltijd wordt ten op-
zichte van een schakelproce-
dure met koppelingsbediening
gereduceerd.
De berijder moet voor de her-
kenning van de schakelwens het
van tevoren onbediende scha-
kelpedaal tegen de veerkracht
over een bepaalde slag normaal
tot vlot in de gewenste richting
bedienen en tot afsluiting van de
schakelprocedure in deze stand
vasthouden. Een verdere ver-
hoging van de schakelkracht tij-
dens de schakelprocedure is niet
nodig. Na de schakelprocedure
moet de versnellingshendel vol-
ledig ontlast worden om een vol-