Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

BMW Motorrad S 1000 R 2018 Handleiding pagina 131

Inhoudsopgave

Advertenties

Om een doordraaiend of weg-
glijdend achterwiel te herkennen
worden onder andere de toe-
rentallen van voor- en achterwiel
vergeleken en rekening gehou-
den met de scheefstand. Als
deze waarden gedurende lan-
gere tijd als niet-aannemelijk wor-
den herkend, wordt een vervan-
gingswaarde voor de scheefstand
gebruikt resp. wordt de DTC-
functie uitgeschakeld. In deze
gevallen wordt een DTC-storing
weergegeven. Voorwaarde voor
een storingsmelding is een afge-
sloten zelfdiagnose.
Bij de volgende ongewone rijtoe-
standen kan de BMW Motorrad
DTC zichzelf automatisch uit-
schakelen.
Ongebruikelijke rijsituaties:
Gedurende langere tijd op het
achterwiel rijden (Wheelie).
Ter plekke draaiend achterwiel
bij aangetrokken voorwielrem
(Burn Out).
Warmdraaien op een hulpstan-
daard met ingeschakelde neu-
traalstand of ingeschakelde ver-
snelling.
Als het voorwiel bij een extreme
acceleratie het contact met de
weg verliest, vermindert de ASC
of DTC in de rijmodi RAIN ROAD
en DYNAMIC het motorkoppel,
totdat het voorwiel weer de weg
raakt.
Bij de instelling DYNA PRO van de
rijmodus DYNAMIC PRO is de los-
komherkenning van het voorwiel
gedeactiveerd.
BMW Motorrad raadt in dit ge-
val aan de gashendel iets terug
te draaien, om zo snel mogelijk
weer een stabiele rijtoestand te
bereiken.
Op een gladde ondergrond moet
de gashendel nooit plotseling vol-
ledig worden teruggedraaid, zon-
der tegelijkertijd de koppeling te
bedienen. Het motorremkoppel
kan tot een glijdend achterwiel
en daarmee tot een instabiele rij-
toestand leiden. Dit kan door de
BMW Motorrad DTC niet gecon-
troleerd worden.
Als de codeerstekker niet is aan-
gebracht, wordt de DTC door uit-
en inschakelen van het contact
en aansluitend rijden met een mi-
nimumsnelheid weer geactiveerd.
Minimumsnelheid voor
de activering van de
DTC
min 10 km/h
8
129
z

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave